Marken is meer dan klederdracht, Koninginnedag en de vuurtoren. Het voormalige eiland staat synoniem voor rust en ruimte. Bij afwezigheid van toerisme is Marken een wandelgebied bij uitstek.
In de Engelstalige folder over Marken, staan
de highlights opgesomd maar eigenlijk is
hoogtepunten niet het juiste woord. Op
Marken draait alles om de hoogste punten.
Eilanders zoeken instinctief naar hoger
gelegen plekken om hun huizen op te bouwen.
Zijn die er niet, dan maken ze die zelf. Met
behulp van mest, plaggen en zelfs huisvuil
hebben ze in het verleden kunstmatige
heuvels opgeworpen om hun huizen op te
bouwen. Deze werven, kleine groepjes huizen,
liggen als buurtschappen verspreid over het
eiland.
De toeristische Wervenroute leidt wandelaars
van de ene buurt naar de andere. Vanuit de
centraal gelegen parkeerplaats valt hier
alles te belopen, verdwalen lukt je niet.
Omringd door het water van de Gouwzee en het
Markermeer beland je als wandelaar altijd
weer bij de haven en dat is een
geruststellende gedachte. Hoewel de route
bij buurtschap De Kets aanvangt, is de haven
verderop een magnifiek begin en eindpunt. Om
niet te zeggen ijkpunt want de lokale
economie drijft van oudsher op de haven waar
vroeger de walvisvaarders vertrokken en in
het gunstigste geval terugkeerden. Hoewel
koud mistig, stil en verlaten, ademt de
haven bij winterdag een bijzondere sfeer.
Bij gebrek aan toeristen, ligt de
recreatiescheepvaart stil en zijn de luiken
van de snacktenten op de kade hermetisch
gesloten. Zelfs de souvenirindustrie
verkeert in een diepe winterslaap.
Alleen in café-restaurant De Visscher is
leven te bespeuren. De verleiding er binnen
te stappen is groot maar misschien is dat
beter als beloning na afloop. Naar de oudste
en grootste woongemeenschap, De Kerkbuurt,
hoef je niet lang te zoeken. Kenmerkend aan
de houten huizen is de buitenkant waarbij
planken half over elkaar zijn getimmerd. Een
typische bouwstijl die wordt aangeduid als ’potdekselen’.
Om het stijlkenmerk van dichtbij te
bekijken, moet je wel even door de nauwe
steegjes en dat neigt al snel naar
voyeurisme maar als toerist heb je altijd
een mooie vrijbrief naar binnen te gluren.
Aangekomen bij de woongemeenschap Rozenwerf,
lonkt natuurlijk de dijk met een fantastisch
uitzicht over het water en de bekende
ijsbrekers. Als dreigende torpedo’s steken
de houten palen schuin boven de waterspiegel
uit. Ze moeten bij langdurige vorst bewoners
beschermen tegen het kruiende ijs, wanneer
de schotsen door de wind tegen de dijk
kruinen. Wie kruiende ijs zegt, zegt
automatisch ’Het Paard van Marken’, de
volgende stop die altijd een boeiend
schouwspel oplevert. Al was het maar de
gedachte hier te wonen. In totale
afzondering van de boze buitenwereld,
genietend van het steeds wisselende
uitzicht, het weer en de seizoenen. ’Het
Paard’ spreekt kennelijk ook Markers tot de
verbeelding, getuige de vele miniatuurtjes
die op menig vensterbank prijkt.
Op naar de haven. Het economisch hart van
Marken. Water als trekpleister maar ook als
vijand, zoals het informatiepaneel toont. De
watersnood van 1916 sloeg huizen als
luciferdoosjes van de fundamenten.
Herinneringen aan het visserijverleden die
ook aan de wand hangen in De Visscher die
uitkijkt op de haven en waar het goed toeven
is.
Coen van de Luytgaarden