|
De nieuwe
plannen voor de inrichting van het Markermeer-IJmeer bieden
mogelijkheden voor de ontwikkeling van de watersport. Er zijn echter ook
wel een paar zaken, waar we ons zorgen over maken”,
zegt Richard Lijnsvelt,
regiovertegenwoordiger van het Watersportverbond voor het
IJsselmeer/Markermeer. De plannen werden maandag 7 september j.l.
aangeboden aan Staatssecretaris Tineke Huizinga van Verkeer en
Waterstaat tijdens een vaartocht vanuit Lelystad. Het plan is opgesteld
door de provincies Flevoland en Noord-Holland. Leden van het regioteam
IJsselmeer-Markermeer van het Watersportverbond zijn vanaf het begin bij
het project betrokken en hebben vele uren besteed aan vergaderingen,
gespreksgroepen, brainstormsessies, klankbordbijeenkomsten en
dergelijke.
In het Markermeer is
sprake van een slibprobleem, hebben deskundigen vastgesteld. Het
rondzwevend slib beperkt het doorzicht, dat is niet goed voor de
driehoeksmosselen, die weer een belangrijke voedselbron zijn voor een
aantal beschermde vogelsoorten. In het plan wordt een aantal maatregelen
voorgesteld om het slibprobleem aan te pakken. Maar de provincies willen
mèèr doen om de natuurkwaliteiten van het Markermeer en IJmeer te
verbeteren. Een robuuste natuur geeft immers ook ruimte voor versterking
van de recreatiemogelijkheden. Groei van het aantal vaste ligplaatsen,
maar ook het realiseren van nieuwe aanlegmogelijkheden en vaardoelen, al
of niet in combinatie met nieuwe natuurgebieden, moeten het nieuwe
Blauwe Hart van Nederland ook in economische zin een impuls geven. “Daar
zijn we blij mee”, zegt Richard Lijnsvelt.
“We maken ons echter ook zorgen over een aantal van de voorgestelde
natuurprojecten. Zo is er sprake van de aanleg van een oermoeras langs
de Houtribdijk. Dat moet niet zo groot worden dat het de vaarroute
tussen Lelystad en Enkhuizen doorkruist. Aanleg van vooroevers langs de
kale dijk tussen Almere en Lelystad is prima, zeker als je dat
combineert met het realiseren van wat aanlegsteigers of ankerboeien,
maar het moet de openheid en bevaarbaarheid van het grote water niet
aantasten. En grote moeite hebben we met de mogelijke aanleg van een
aantal luwtedammen voor het Hoornsche Hop. Voor toervaarders van en naar
Hoorn zouden dat grote en gevaarlijke obstakels kunnen zijn, maar ook
voor Hoorn als zeilwedstrijd- en opleidingscentrum voor de jeugd kan de
verkleining van het vaarwater grote gevolgen hebben.
Ook ten noorden van het
Paard van Marken is zo’n luwtedam gepland.
Gevolg van de aanleg van die luwtedammen kan ook zijn dat er meer
waterplanten gaan groeien. Dat is nu al een groot probleem voor de
pleziervaart, met name langs de westwal. En dat wordt alleen maar erger.
Er zijn al diverse meldingen van zeil- en motorjachten over schade aan
kiel, schroefas of schroef geweest.
We zullen daarover dus zeker de komende jaren nog intensief met de
plannenmakers over in discussie gaan!” |
|