|
Bij de
gemeenteraadsvergadering van 13 februari 2014 zal Jacob Kes,
lijsttrekker voor SP Waterland, een motie indienen tegen de
cruiseschepensteiger op Marken. Dit, op wens van de inwoners van Marken.
Zij hebben vorige maandag duidelijk te horen gegeven dat zij het afmeren
cruiseschepen op Marken niet zien zitten. SP Waterland vindt de
leefbaarheid van Marken zwaar wegen en zal wederom de gemeenteraad ervan
overtuigen dat deze cruiseschepensteiger niet gewenst wordt.
SP-Lijsttrekker Jacob
Kes: ‘Markers hebben duidelijk naar voren gebracht dat zij de steiger op
hun eiland niet willen. Zij maken zich terecht zorgen om de
leefbaarheid, die ten koste moet gaan van nog meer massatoerisme. Vorig
jaar tijdens de raadsvergadering hebben zij hun protest laten horen; zij
zijn met hun zaak naar de Raad van State gegaan; en bij het
verkiezingsdebat in het Trefpunt deden de Markers wederom een appel aan
de politiek. De SP vindt Marken geen openluchtmuseum is, maar een eiland
die leefbaar moet blijven.’
Bij het vaststellen
van het bestemmingplan voor Marken vonden vorig jaar de coalitiepartijen
PVDA, VVD, D66, en Waterland Natuurlijk het een goed idee om een steiger
van 150 meter toe te staan voor het aanleggen van cruiseschepen. Dit,
terwijl Markers niet zaten te wachten op uitzichtvullende cruiseschepen
en nog meer toeristen. De SP heeft toen tegen de steiger gestemd. Helaas
stond deze steiger op het wenslijstje van de coalitiepartijen. Vorige
maandag leek een andere wind te waaien bij het verkiezingsdebat op
Marken. De PVDA gaf aan overstag te willen gaan en de positie van SP
Waterland te steunen. Dit zou een kentering betekenen in de
gemeenteraad.
Jacob Kes: ‘Het is
verbazingwekkend dat een verkiezingsdebat effectiever kan zijn dan een
gemeenteraadsvergadering. Markers hebben hun ideeën naar voren gebracht
en de politiek heeft nu echt geluisterd. Luisteren naar de burgers, dat
staat de SP voor. Bij de raadsvergadering van 13 februari 2014 vraag ik
met de motie de politieke partijen hun kaarten op tafel te leggen en
zullen we zien of de PVDA daad bij woord voegt.’
|
|