|
Iedere maand gaat DVVA-voetballer Tim Jansen ergens in Nederland op
zoek naar ‘de Dorpscruijff’. De Dorpscruijff is de voetballer die
ons wereldkampioen had kunnen, nee moeten maken. Helaas voor
Nederland ontbrak het de Dorpscruijff in zijn tijd aan scouts, een
portie geluk of sloeg het noodlot toe op een ongelukkig moment. De
wereldtitel zijn we dan wel misgelopen, maar de Dorpscruijff geniet
in eigen contreien het respect van een wereldster. In de eerste
aflevering liep Tim Jansen de voetbalkantine van SV Marken binnen en
wezen alle vingers naar Jan Schipper. Hij zag een profcarrière in
rook opgaan na een tragisch brommerongeluk, maar beleefde gouden
tijden bij Marken.
Pas tien jaar na de geboorte van Jan Schipper, in 1959, werd Marken
via een wegverbinding op de dijk verbonden met de rest van de
wereld. Op diezelfde dijk zou in zijn late tienerjaren een carrière
als profvoetballer in de knop breken. Jan keerde terug naar zijn
jeugdliefde SV Marken waar hij achtereenvolgens als speler, trainer
en support successen beleefde.
MICHELS ONDER DE INDRUK
In Jans tijd was het leven voor jonge jongens op Marken
overzichtelijk als een eindeloze rechte weg in een
woestijnlandschap. Het was louter voetbal wat de klok sloeg. "We
hadden ook niets anders. Er was geen cent te makken", legt Jan uit.
Dat Jan het spelletje aardig beheerste werd midden jaren 60 ook
opgemerkt door Jari van de Veen, trainer bij de Volewijckers -
destijds nog een profvereniging. De Markenaar verruilde SV Marken
voor de betaalde jeugd van de club uit Amsterdam-Noord. Van de mooie
tijd die hij bij deze club beleefde, staat één wedstrijd in
zijn geheugen gegrift. In een jeugdwedstrijd werd het grote Ajax met
4-2 verslagen. Rinus Michels stond te kijken. De ‘Generaal’ was
dusdanig onder de indruk dat hij Jan prompt uitnodigde om twee weken
met Ajax mee te trainen.
De tweede trainingsweek zou Jan nooit halen. Op de dijk bij Marken
smakten Jan en zijn Kreidler tegen het asfalt. Met diverse
verschoven rugwervels bracht Jan zes weken door tussen de
ziekenhuismuren in plaats van tussen de krijtlijnen. Het betekende
het einde van een toekomst als profvoetballer. Toch verzonk Jan niet
in zelfsneuiigheid. "Ik wilde me weer richten op de toekomst.” Een
toekomst die voor Jan als aanvoerder begon bij, zoals hij het zelf
noemt, ‘de mooiste amateurclub van Nederland’.
MET HECHTINGEN EN AL HET VELD IN
’De architect op het middenveld’, noemt Piet de Waart zijn
oud-teamgenoot. "Jan was technisch vaardig, had een mooie
traptechniek, scoorde gemakkelijk en had een goed spelinzicht." Cees
de Groot die samen met Jan op het middenveld speelde, bevestigt het
beeld van een fijnbesnaarde technicus, maar weet ook dat Jan een
tikkie kon incasseren. "Tijdens mijn eerste wedstrijd in 1970 kreeg
Jan een dreun van de laatste man van KMVZ", memoreert hij. “Jan
moest langs de dokter, die toch in de buurt was, om de jaap bij zijn
ooglid te laten hechten. Ik zag Jan langs de kant staan en ik dacht:
die komt er toch niet meer in. Maar dat had ik mis. Met hechtingen
en al kwam Jan het veld in. Om vervolgens doodleuk tot tweemaal toe
met snoeiharde kopballen te scoren.”
Terwijl de gouden Ajax-generatie van de jaren 70 succes boekte, klom
Jan met SV Marken op vanuit de vierde klasse naar de eerste klasse,
destijds het hoogste amateurniveau. In de kantine van SV Marken
hoeven de mensen niet lang na te denken over de meest memorabele
wedstrijd uit die tijd. Dat was die tegen het grote IJsselmeervogels.
Enkele maanden daarvoor haalde de Spakenburgse formatie de halve
finale van de KNVB-beker na de profclubs SC Amersfoort, FC Groningen
en AZ te hebben verslagen. Heel Marken liep uit voor het treffen met
het Zuiderzeedorp. Uit Spakenburg kwamen 400 supporters per boot
mee. En Jan leidde Marken naar een 5-3 overwinning.
De mannen van de gouden Markergeneratie van de jaren 70 hebben nog
steeds een goede band en treffen elkaar regelmatig in de kantine.
“Volledig door de leden zelf gebouwd”, vertelt Jan met trots. “De
saamhorigheid, niet onbelangrijk binnen een vereniging, is hier
ongekend groot.” Sinds hij een kleine twee jaar geleden met pensioen
is gegaan, is hij trainingscoördinator bij de wit-zwarten.
In principe is Jan elke dag op de club, behalve op de trainingsloze
vrijdagen. En als Ajax speelt. Dan laat de voormalige aanvoerder van
Marken verstek gaan voor de Amsterdamse profclub. De club waar hij
kortstondig van een glorieuze profcarrière mocht dromen.
|
|