naar Marker Nieuws indexpagina
Zo onderzoek je de ondergrond van Marken
 
Vanaf 1 januari 2017 gelden nieuwe landelijke normen voor de waterveiligheid van dijken. De nieuwe rekenmethodes vragen om nieuw grondonderzoek. Ingenieursbureau Inpijn-Blokpoel en Arcadis Nederland voeren daarom grondonderzoek uit op Marken. Frank van Heerebeek, hoofd buitendienst, legt uit hoe dat onderzoek in zijn werk gaat.
 
Voordat het echte werk kon beginnen, bepaalde ingenieursbureau Inpijn-Blokpoel de boorpunten. Van Heerebeek licht toe: ‘We hebben overlegd met Rijkswaterstaat en de omwonenden wat de beste plekken zijn om te boren. Soms boren we namelijk in de grond van de omwonenden. Dan hebben we hun toestemming nodig. Ik vond de bewoners erg meewerkend en we zijn gastvrij ontvangen. Er zijn al veel onderzoeken gedaan op Marken, maar toch blijven de bewoners positief. Ze zien in dat het nodig is.’
 
Grondmonsters
Inpijn-Blokpoel bepaalde 6 locaties, met ieder 3 boorpunten. Er wordt geboord in het voorland (het water), op de kruin van de dijk (waar nu het fietspad loopt) en in het achterland (de weilanden). ‘Door op verschillende plekken te boren, krijgen we een duidelijk beeld van de waterkering,’ aldus Van Heerebeek. ‘De boorjongens maken op die locaties pulsboringen met onze boorstelling. Bij elke boring valt de puls op de bodem van de boorbuis, waardoor de buis verder in de bodem zakt. Op bepaalde dieptes drukken we een holle buis de grond in. We halen de buis vervolgens weer naar boven zodat we van die grondlaag een monster hebben. De grondmonsters onderzoeken we straks in het laboratorium om te bepalen wat de sterkte van de verschillende lagen is.’
 
Dijkhoogte en grondwaterpeil meten
Het bureau heeft van half oktober tot half november geboord. ‘Vervolgens hebben we de hoogte van de dijken gemeten. Dat doen we door GPS-systemen in het maaiveld en de dijk te plaatsen. Deze units vangen satellietsignalen op en daarmee bepalen we de positie van elk meetpunt. Daarnaast hebben we peilbuizen in de grond geplaatst, die meten het grondwaterniveau op verschillende dieptes in het zand, de klei of de veenlagen. Onderin de holle buis zit een filter met een datalogger. Die meet om het uur de grondwaterstand, zodat we kunnen zien of die schommelt.’ De peilbuizen blijven een jaar staan, zodat het bureau over een langere termijn een betrouwbaar beeld kan vaststellen.
 
Naar het lab
Na het veldwerk gaat het materiaal naar het laboratorium. Daar verwerkt Inpijn-Blokpoel de resultaten. Al tijdens het boren wordt een boorprofiel gemaakt, met beschrijvingen en foto’s van het materiaal. Van Heerebeek: ‘Op basis daarvan schrijven we het laboratoriumplan. Daarin staat wat we precies gaan onderzoeken.’ Het onderzoek duurt een aantal maanden. ‘Om te beginnen drukken we de aarde uit de buizen en bewaren we die op de juiste temperatuur. Op de monsters voeren we proefjes uit, om de fysische eigenschappen van de bodem te bepalen.’
 
Resultaten
De uitkomsten van het onderzoek stuurt het bureau vervolgens naar Arcadis. Dit advies- en ingenieursbureau interpreteert de resultaten en ontwikkelt de parameters die aangeven hoe sterk de verschillende grondlagen zijn. Deze parameters gebruikt Rijkswaterstaat bij het uitwerken van het ontwerp voor de dijkversterking. Daarmee beschermen we Marken ook in de toekomst tegen overstromingen.
 

Nieuwsbrief Rijkswaterstaat Pilot Meerlaagsveiligheid Marken 'november 2016'

Bron: Rijkswaterstaat, maandag 28 november 2016

naar Marker Nieuws indexpagina