|
Op 3 november overstroomde Marken. Gelukkig was het geen menens,
maar een crisisoefening. Zo konden hulpdiensten, de gemeente
Waterland, de provincie Noord-Holland, Rijkswaterstaat, het
Hoogheemraadschap, Defensie en de veiligheidsregio oefenen of Marken
goed voorbereid is op een overstroming. Hans Lely, piketmedewerker
bij Rijkswaterstaat, simuleerde met zijn team onder andere de
dijkdoorbraak.
Tijdens de Waterwolfoefening oefenden
de organisaties verschillende scenario’s en acties. Hulpdiensten
evacueerden Markenaren met boten over het water en in trucks van
Defensie over het land. De brandweer legde noodverlichting aan omdat
de stroom kan uitvallen bij een overstroming. Hans Lely oefende
samen met het regionale crisisteam 3 dagen lang wat je moet doen bij
een hoogwaterperiode. Lely: ‘Van tevoren hebben we geplastificeerde
A3-foto’s over de dijk verspreid om de schade te simuleren. Daarop
zag je bijvoorbeeld een scheur of verzakking in de dijk. Aan de hand
daarvan oefenden we verschillende scenario’s en acties.’
Code geel en oranje
‘Op de eerste dag zagen we de waterstand toenemen’, zegt
Lely. Code geel veranderde in code oranje. ‘Dat betekent dat het
water zo hoog komt te staan, dat dijkbewakers over de dijk moeten
patrouilleren. Op de fiets, want de afstanden zijn te groot om de
hele dag te lopen. Zij maakten foto’s van de schade en stuurden die
met hun mobiele telefoon naar het dijkcoördinatiecentrum, een
ingerichte vrachtwagen. Hier beoordeelde ik met een crisisexpert van
het Crisesteam Waterkeringen of we actie moesten ondernemen.’
Hoger water, hardere wind
Op dag 2 werd het weer steeds slechter. De dijk verweekte en
verzakte, het water stond hoger en de wind waaide harder. ‘Toen het
water over de dijk dreigde te slaan, kwamen we in actie. We hebben 2
praktische oefeningen gedaan om de dijk te verstevigen: met folie en
met gewichten. In een uur tijd hebben we honderd meter aan
waterzakken neergelegd, en ter plekke gevuld met water. Dat ging erg
goed. Vaak gebruiken we zandzakken in plaats van waterzakken, maar
die zijn erg zwaar. Daardoor zouden soldaten met 1 zak per keer heen
en weer moeten lopen. Dat duurt erg lang en ze zouden de smalle dijk
vertrappen.’
Gevaren voorkomen
Tijdens de laatste oefendag brak de dijk. Lely en zijn team speelden
toen virtueel de maatregelen na die nodig zijn om de dijk weer te
dichten, want die was gelukkig niet echt doorgebroken. Ze berekenden
hoe hoog het water zou komen en hoe snel het naar de huizen zou
toestromen. ‘Vervolgens bedachten we hoe we het beste bij de dijk
konden komen om het gat te dichten,’ aldus Lely. ‘Als de dijk
doorbreekt loopt het eiland onder. In zo’n situatie moet je via het
water of de lucht bij de dijk komen. Bijvoorbeeld met een helikopter
of een hijskraan op een ponton.’
Aanbevelingen
Lely vindt dat de oefening goed verliep, maar heeft ook
verbeterpunten. ‘We moeten nóg beter met elkaar communiceren en we
moeten blijven oefenen. Verder zou ik in de toekomst graag werken
met scenariokaarten. Die adviseren bij elke risicovolle situatie
welke voorzorgsmaatregelen je kan nemen. In de jaren ‘50 en ‘60
werden we nog verrast door noodweer, nu kunnen we het weer veel
beter voorspellen en eerder (voorzorgs)maatregelen nemen. Zo staan
we klaar om calamiteiten te voorkomen.’
|
|