|
Woensdagmiddag werd door burgemeester Luzette Wagenaar-Kroon en
dijkgraaf Luc Kohsiek de Marker Waterwolf in de brand gestoken nabij
de haven van Marken. Onder toezicht van Brandweer Marken en alle
schoolkinderen van de Rietlandenschool.
Onder de muzikale klanken van de Christelijke muziekvereniging
‘Juliana’ werden de schoolkinderen van de Protestants Christelijke
Basisschool ‘De Rietlanden’ vanaf het schoolplein naar de haven van
Marken begeleid.
Nadat de kinderen keurig stonden opgesteld achter de klaar staande
hekken konden de burgemeester en de dijkgraaf de Waterwolf in de
brand steken. “De waterwolf is verslagen”. Honderden kinderen hebben
woensdagmiddag definitief afgerekend met het allesvernietigende
monster, dat precies een eeuw geleden verwoestend huishield in het
gebied rond de toenmalige Zuiderzee. “In de brand met dat beest”.
Eén keer was niet genoeg: op achttien plaatsen langs de kust ging de
wolf in vlammen op, te beginnen op Marken.
De verbranding van de waterwolven, die symbool staan voor de kracht
van het water, was de start van de officiële herdenking van de
‘Waterlandse Vloed’ van 1916. Onder begeleiding van kunstenaar Rob
Cerneüs junior uit Warder hebben de afgelopen maanden zo’n
driehonderd schoolkinderen keihard gewerkt om van allerlei
materialen metershoge sculpturen te maken van het mythische beest.
Bij de rituele verbranding woensdagavond stonden al die kinderen ook
symbool en wel voor brullende 'landleeuwen'.
Een paar minuten later brandden de wolven overal langs de kust
tussen Uitdam en Schardam.
Voor sommige kinderen was het even slikken om te zien hoe het werk
van maanden binnen een kwartiertje totaal was opgebrand. Maar
uiteindelijk waren ze het allemaal eens met Wil Spanjer van de
organiserende stichting ’Een Dijk van een Kust’: ,,We willen niet
dat de waterwolven aan onze dijken knabbelen en ons land opeten.’’
Na de verbranding zong de Landsmeerse troubadour Joost van der Wal
een lied. Hij bezong hoe de regio inmiddels alweer honderd jaar
stand houdt ’met het water aan de lippen en het vuur aan de
schenen’. Vervolgens ging de muziekvereniging en de schoolkinderen
terug naar de basisschool aan de Buurterstraat.
|
|