- |
Tijdens een controle van de experimentele
winterverblijfputten voor de ringslang op het voormalige
eiland Marken kwamen de medewerkers van RAVON nog geen
ringslangen tegen. Op de camera’s in de putten stond wel
beeld van een andere, hele bijzondere bewoner van Marken: de
waterspitsmuis.
RAVON en Rijkswaterstaat onderzoeken
op Marken de mogelijkheden voor overwintering door de
ringslang in kunstmatige
winterverblijfputten in
de Omringkade. Deze winter zijn de verblijfputten uitgerust
met cameravallen om te zien welke dieren gebruik maken van
deze putten. Uit een eerste, tussentijdse analyse van de
beelden blijkt dat naast heel veel bosmuizen, hermelijnen en
een huisspitsmuis er ook de zeldzame waterspitsmuis (Neomys
fodiens) voorkomt. Deze soort werd in 2008 voor het eerst
(en laatst) waargenomen op Marken en nu, ruim acht jaar
later, herbevestigd middels camerabeelden.
Waterspitsmuis op het beeld van de cameraval (Bron: Ravon)
Waterspitsmuis
De waterspitsmuis is een in Nederland vrij zeldzame soort
die voorkomt langs ruige oevers. Hier leeft hij in
langgerekte territoria evenwijdig aan de oever. Zoals alle
spitsmuizen is ook de waterspitsmuis een veelvraat die
iedere dag minstens zijn lichaamsgewicht aan voedsel bij
elkaar dient te scharrelen. Dat voedsel bestaat voornamelijk
uit insecten en andere (kleine) ongewervelden, zoals
kreeftachtigen, kevers en slakken.
Ringslang en waterspitsmuis, gaat dat samen?
Op het eerste gezicht lijkt het een nogal riskante plek voor
een waterspitsmuis, zo’n slangenverblijf. Toch valt dat wel
mee want ringslangen zijn koudbloedige dieren die slechts
als het warm genoeg is een prooi kunnen vangen en verteren.
Aangezien de slangen nu in winterrust zijn heeft de
waterspitsmuis de komende maanden niets te vrezen. Maar ook
als het warmer is zal het gevaar voor de waterspitsmuis
meevallen: ringslangen eten het liefst amfibieën (kikkers,
padden, salamanders) en eten slechts bij uitzondering een
zoogdier. Dat zal er wel mee te maken hebben dat de niet
giftige ringslang het liever op veilig speelt; zo’n
spitsmuis kan immers gemeen (terug) bijten en de ringslang
verwonden, daar heeft hij bij kikkers en padden geen last
van! |
|