|
Woningcorporatie Intermaris heeft van het ministerie
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties alsnog
toestemming gekregen om te investeren in Waterland.
Eerder heeft de minister dit verzoek afgewezen. Dit
had tot gevolg dat Wooncompagnie als enige reguliere
woningcorporatie in Waterland het
volkshuisvestingsbeleid mocht uitvoeren. Nadat
Intermaris en gemeente Waterland gezamenlijk bezwaar
hebben gemaakt tegen het besluit van de minister
heeft Intermaris toch toestemming gekregen om in
Waterland werkzaam te blijven.
Samenwerking
Portefeuillehouder Jacob Kes is tevreden met het
resultaat: “Tijdens de recente totstandkoming van de
prestatieafspraken is al gebleken dat samenwerking
tussen de corporaties, huurdersverenigingen en de
gemeente soepel verloopt. Het is fijn om te zien dat
ook in dit traject alle partijen zich gezamenlijk
hebben ingezet voor een voortzetting van de
samenwerking. Immers, het aantekenen van bezwaar is
mede ondersteund door woningcorporatie Wooncompagnie
en de huurdersverenigingen De Vijfhoek en Interwhere.
Het is voor gemeente Waterland belangrijk om niet
alleen afhankelijk te zijn van Wooncompagnie voor
het op peil houden en uitbreiden van de sociale
huurwoningvoorraad. De nieuwbouwmogelijkheden in
Waterland zijn vaak kleinschalig en versnipperd en
vragen daardoor (organisatorisch) veel capaciteit
van woningcorporaties. Om te voorkomen dat in een
nieuwbouwproject wegens piekbelasting geen sociale
huurwoningen tot stand komen, is het voor ons
belangrijk om met twee woningcorporaties te kunnen
samenwerken”.
Ontheffing
Op grond van de gewijzigde Woningwet mogen
woningcorporaties niet werkzaam zijn buiten de eigen
woningmarktregio. Waterland ligt in het grensgebied
van de MRA woningmarktregio en de woningcorporaties
Wooncompagnie en Intermaris zijn gevestigd buiten de
MRA woningmarktregio. Daarom hebben zij een
ontheffing aan de minister gevraagd om toch in
Waterland werkzaam te mogen blijven. Wooncompagnie
heeft de ontheffing gekregen en Intermaris in eerste
instantie niet. De reden hiervoor was dat de
minister één woningcorporatie voor Waterland
voldoende achtte. De minister heeft naar aanleiding
van de ingediende bezwaren ingezien dat een enkele
woningcorporatie de uitbreidingsbehoefte in
Waterland niet kan realiseren en heeft daarom alsnog
een ontheffing aan Intermaris verleend. Na 5 jaar
evalueert de minister of de ontheffing nog steeds
noodzakelijk is.
|
|
|