|
Wij gaan naar de Eiffeltoren, Niagara Falls en de Chinese
Muur. Toppers in eigen land, goed voor miljoenen gasten uit
Azië en Amerika, laten we links liggen. Onterecht. Vandaag
in onze zesdelige zomerserie: Marken.
Café Restaurant 'Land en Zeezicht'. Het haventje. Sijtje Boes.
De houten huizen, groen en zwart. In de Havenbuurt van
Marken wordt het clichébeeld van het voormalige
Zuiderzee-eiland met een dikke viltstift onderstreept. De
souvenirwinkels doen daar nog een schepje bovenop met
molens, klompen en tulpen. In hun originele vorm of als
illustratie op sleutelhangers, asbakken en flesopeners.
Het is allemaal wat te veel. De toeristenpret botst met de
onbevangenheid die nodig is om de echte schoonheid van
Marken te kunnen zien. Hoe goed je je ook een voorstelling
probeert te maken van wat ooit was, het beeld blijft
troebel. Poging mislukt.
Hoop
Of toch niet? Terwijl je licht teleurgesteld via de
Kerkbuurt het dorpshart verlaat, verandert plotseling alsnog
de sfeer. Er is nog hoop.
Lopend door de polder voel je de wind en ruik je de zee in
plaats van pannenkoeken. Langzaam komt het beeld
tevoorschijn van een eiland dat hier eeuwenlang het hoofd
heeft geboden aan water en storm. Ondanks tal van rampen -
de laatste in 1916, toen zeventien mensen verdronken -
krabbelde Marken steeds weer op. Zoals het hoort bij een
plek als deze.
Nergens is het gevecht met het water zo duidelijk zichtbaar
als hier op Marken, waar de huizen op terpen werden gebouwd,
de werven. En als ze vol waren, werden er woningen op palen
bijgezet. Sinds het grootste gevaar is geweken door het
afsluiten van de Zuiderzee in 1932, zijn de onderste
verdiepingen bijna overal dichtgebouwd met steen. Op de
naambordjes aan de gevels lees je het verleden: Bootsman,
Veerman, Schipper en Boes (een haringschuit).
Daar is de Rozewerf, een van de zeven nog bewoonde werven op
het eiland. De huisjes staan er schouder aan schouder, hand
in hand, de woonkamer van het ene pand houdt zich stevig
vast aan de keuken van het andere. Samen maken ze een vuist
tegen de elementen.
Natuurlijk wandel je over de dijk of langs de weilanden -
iets anders dan gras wil hier op de zilte grond niet groeien
- naar vuurtoren Het Paard van Marken uit 1839. Komt de
witte toren met rode top bekend voor? Logisch, want elke
keer als er op het IJsselmeer sprake is van kruiend ijs,
worden hier de meest spectaculaire foto's gemaakt. Naar de
punt van de dijk. Uitkijken over het water. Officieel is
Marken sinds de aanleg van de strekdam in 1957 geen eiland
meer. Maar dat is slechts papieren waarheid. In het echt
voelt het nog steeds zo!
Praktisch
Aan de rand van het dorp bevindt zich een betaalde
parkeerplaats. Vanaf daar laat Marken zich het best te voet
of met de
fiets verkennen.
Link naar het originele artikel
|
|