Regels bepaling bijtelling auto van de zaak
 
Voor het privégebruik van een door de werkgever ter beschikking gestelde personenauto is een bijtelling van toepassing waarover loonheffing en - sinds 1 januari 2013 - premies  werknemersverzekeringen verschuldigd zijn. Voor de bepaling van de bijtelling zijn naast de CO2-uitstoot voor de toepassingsduur van de lagere tarieven voor de bijtelling, ook de datum van eerste tenaamstelling en het al dan niet van eigendom of berijder wisselen van de auto van belang. In dit artikel treft u een overzicht aan van de regels aan voor het bepalen van de autobijtelling.
Voor de bepaling van de bijtelling voor de personenauto's die aan werknemers ter beschikking worden gesteld zijn sinds 1 januari 2012 nieuwe regels van toepassing. Dit betreft vooral de bepaling van de lagere bijtellingstarieven van 14 en 20 procent, waarbij behalve de CO2-uitstoot van de auto ook de vraag van belang is of de auto al dan niet vóór 1 juli 2012 voor het eerst op naam is gesteld. Naast deze lagere tarieven voor (zeer) zuinige auto's geldt een tarief van 0 procent voor auto's met (nagenoeg) geen CO2-uitstoot.

Begrenzingen CO2-uitstoot
De bijtelling in verband met privégebruik voor de auto van de zaak is in principe 25 procent van de grondslag voor de bijtelling, te weten: de cataloguswaarde inclusief btw en bpm. Er zijn echter bijzondere tarieven voor auto's die zuiniger zijn en voldoen aan criteria met betrekking tot de maximale CO2-uitstoot. De gedachte hierbij is, hoe schoner de auto, hoe lager de bijtelling. Voor auto's van 15 jaar en ouder geldt een bijtelling van 35 procent over de waarde in het economische verkeer. Oudere auto's zijn vaak niet de meest schone auto's, maar als zij toch voldoen aan de gestelde CO2-grenzen dan kan ook hier een lager tarief van toepassing zijn.

CO2-begrenzingen vastgelegd in tabel 
Voor de auto die nu voor het eerst op naam wordt gesteld, geldt de tabel met CO2-begrenzingen die is vastgesteld tot en met 2015. Afhankelijk van de brandstofsoort worden auto's op basis van de CO2-uitstoot voor 2013 ingedeeld in een bepaalde categorie. De tabel wordt in de regel jaarlijks per 1 januari aangepast. Dat wil zeggen: de in de tabel gestelde CO2-begrenzingen worden jaarlijks verscherpt.

Wat is de CO2-uitstoot van de auto van de zaak?
Voor de juiste verwerking in de salarisadministratie zult u dus allereerst de CO2-uitstoot moeten weten van de auto die de werkgever aan de werknemer ter beschikking heeft gesteld. Iedere auto gefabriceerd na 19 februari 2001 heeft een certificaat met gegevens over de CO2-uitstoot. Deze gegevens kunt u opvragen bij de fabrikant of de importeur, maar uiteraard ook bij de  leasemaatschappij. Daarnaast kunt u de gegevens verkrijgen via de site van de Rijksdienst voor het wegverkeer (RDW).

Tabel met CO2-begrenzingen
- schone auto's - 0% bijtelling
elektrische auto's/uitstoot max. 50 gr/km
- zeer zuinige auto's - 14% bijtelling
benzine: meer dan 50 gr/km, max. 95 gr/km
diesel: meer dan 50 gr km, max. 88 gr/km
- zuinige auto's - 20% bijtelling
benzine: meer dan 95 gr/km, max. 124 gr/km
diesel: meer dan 88 gr/km, max. 112 gr/km
- overige auto's - 25% bijtelling
benzine: meer dan 124 gr/km
diesel: meer dan 112 gr/km

Tijdelijke regeling auto's zonder CO2-uitstoot
Zoals uit voormeld schema al valt af te leiden geldt een bijzondere regeling voor auto's zonder CO2-uitstoot en auto's met een CO2-uitstoot van maximaal 50 gram per kilometer. Voor deze schone auto's (dit kan zijn: een elektrische auto, op diesel, benzine of combinatie hiervan) geldt een bijtelling van 0 procent, mits de auto voor het eerst op naam wordt gesteld vóór 1 januari 2014. Het tarief van 0 procent geldt dan voor de duur van maximaal 60 maanden, gemeten vanaf de eerste dag van de maand volgende op de datum van tenaamstelling.

Nihilbijtelling
Indien de auto op naam is gesteld vóór 1 januari 2012 (dus invoering van de regeling) geldt dat de bijtelling 0 procent bedraagt tot uiterlijk 1 januari 2017. Deze nihilbijtelling is verbonden aan de auto en blijft dus ook van toepassing als de auto een andere berijder krijgt of de auto van eigenaar (andere leasemaatschappij) wisselt. De auto die in de periode 1 januari 2012 tot en met 31 december 2013 voor het eerst op naam wordt gesteld, valt ook onder de 0%-bijtelling voor de duur van 60 maanden. De duur van 60 maanden is gebaseerd op een standaard maximale leaseperiode van 5 jaar. 

7 procent bijtelling
Ook voor auto's die vanaf 1 januari 2014, maar vóór 1 januari 2016, voor het eerst op naam worden gesteld, is een bijzondere regeling van toepassing. De bijtelling voor het privégebruik bedraagt 7 procent voor een periode van 60 maanden. Ook dit tarief is verbonden aan de auto en blijft van toepassing bij wisseling van eigendom of van berijder.

Let op: als de werknemer nog gebruik wil maken van het nultarief voor deze schone auto's (overigens niet per se goedkoop), dan zal de auto nog dit jaar besteld moeten worden en op naam gesteld worden.

Tijdelijke regeling zuinige / zeer zuinige auto's
Ook voor de beide andere categorieën zuinige auto's geldt dat de lagere bijtellingstarieven verbonden zijn aan een overgangsregeling. Met ingang van 1 januari 2012 zijn de regels voor het bepalen van de bijtelling in verband met het privégebruik (alweer) gewijzigd. In verband met de nieuwe normen voor de bijtelling voor zuinige en zeer zuinige auto's is een overgangsregeling vastgesteld waarbij de datum waarop de auto voor het eerst op naam wordt gesteld een grote rol speelt, maar ook het wisselen van eigenaar of berijder van de auto.

Tenaamstelling vóór 1 juli 2012
Indien de auto na deze datum aan dezelfde werknemer ter beschikking blijft staan en de auto niet van eigenaar wisselt, blijft het betreffende lagere bijtellingstarief van 14 of 20 procent van toepassing volgens de begrenzing zoals deze gold op 30 juni 2012 (tabel 2011). 
Als de auto op of na 1 juli 2012 aan een andere werknemer ter beschikking wordt gesteld, dan blijft de lagere bijtelling van toepassing, zoals deze gold volgens de tabel 2011.
Als de auto van eigenaar wisselt, dan blijft eveneens de lagere bijtelling van toepassing zoals deze gold volgens de tabel 2011, mits en zolang de werknemer de auto ter beschikking blijft houden. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de leasemaatschappij de auto aan een andere leasemaatschappij verkoopt die de leaseovereenkomst met de werkgever voortzet, of de werkgever de auto aan een leasemaatschappij verkoopt en deze met het bedrijf een lease-overeenkomst sluit.
Krijgt de auto een andere berijder na de eigenaarswissel, dan blijft de bijtelling op grond van de tabel 2011 van toepassing tot maximaal 1 juli 2017.

Tenaamstelling op of na 1 juli 2012
Als een auto voor het eerst op naam is of wordt gesteld op of na 1 juli 2012, dan geldt dat de begrenzing van toepassing is volgens de regels zoals deze gelden op de datum van de tenaamstelling. Is dit het lagere tarief van 14 of 20 procent (en voor schone auto's mogelijk ook 0 of 7 procent), dan geldt deze lagere bijtelling voor de duur van 60 maanden.

Nog niet zo makkelijk
In 2012 zijn nieuwe regels van kracht geworden voor het bepalen van de bijtelling in verband met het privégebruik van auto's die aan werknemers ter beschikking worden gesteld. Het ter beschikking stellen van een auto die ‘gewoon' onder het hoge tarief van 25 procent valt, is vrij duidelijk en levert weinig problemen op. De mogelijkheden voor het toepassen van de lagere bijtelling in verband met het privégebruik vereisen echter enige studie. Daarnaast zult u voor alle ter beschikking gestelde auto's die mogelijk in aanmerking komen voor een van de lagere tarieven duidelijkheid moeten hebben over de CO2-uitstoot.
 
Bron : KluwerSalarisadministratie, dinsdag 11 juni 2013

 ** PepMarken **  PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken **  PepMarken ** PepMarken  **  PepMarken ** PepMarken **