|
Werknemers die nog vakantiedagen over hebben uit
2013, hebben in de maand juni nog de tijd om deze dagen op te nemen. Grant
Thornton heeft de regels nog eens op
een rij gezet.
In de huidige vakantiewetgeving wordt onderscheid gemaakt in de
verjaringstermijn van vakantiedagen. Voor wettelijke vakantiedagen
geldt een verjaringstermijn van zes maanden, tenzij de werknemer
niet in staat is om vakantie op te nemen. Bijvoorbeeld in geval van
ziekte, wanneer re-integratie niet mogelijk is. Dan geldt een
verjaringstermijn van vijf jaar. Voor bovenwettelijke vakantiedagen
geldt sowieso een verjaringstermijn van vijf jaar.
Wettelijke vakantiedagen zijn de dagen waar een werknemer volgens de
wet recht op heeft, berekend op basis van het aantal uren dat
hij/zij wekelijks werkt. Bij een fulltime dienstverband zijn dat 20
dagen per jaar. Alle ‘extra’ vakantiedagen die een werknemer
ontvangt bovenop de wettelijke vakantiedagen worden bovenwettelijke
vakantiedagen genoemd. Met ingang van 1 juli 2014 komen de
wettelijke vakantiedagen uit 2013 dus te vervallen, tenzij in de cao
staat dat de wettelijke vakantiedagen langer houdbaar zijn of
wanneer u dit zelf in de arbeidsovereenkomst heeft afgesproken met
de werknemer.
Als het de werknemer niet lukt om de bijna verjaarde wettelijke
vakantiedagen uit 2013 op te nemen, dan hoeft u deze niet uit te
betalen. Uitbetalen van vakantiedagen is alleen mogelijk voor
bovenwettelijke vakantiedagen, wanneer dit afgesproken is en bij het
einde van het dienstverband.
|
|