|
In
2020 gaan de prijzen in de horeca opnieuw omhoog, mede door de
aanstaande invoering van de nieuwe Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB). Die
wet beoogt vaste contracten aantrekkelijker te maken. Werkgevers die
veel flexibele werkvormen aanbieden, krijgen te maken met fors hogere
kosten. De branche berekent deze extra kosten waarschijnlijk deels door
aan de klant, die dit jaar al tegen aanzienlijk prijsverhogingen
aankijkt. Zo laat ABN AMRO weten in een nieuw bericht op hun website.
De timing van de nieuwe wetgeving komt voor werkgevers in de branche
ongelukkig. De personeelskosten zouden naar verwachting sowieso al
oplopen vanwege het nijpend tekort aan personeel. Naar koks en
bediening moet met een vergrootglas worden gezocht. In slechts drie
jaar tijd steeg het deel van de horecabedrijven dat een tekort aan
personeel als belemmering ervaart van 5 procent naar 29 procent.
Daar komt nu de WAB bij, die per 1 januari 2020 van kracht is. Deze
generieke wet raakt de horeca in het hart, omdat maar liefst de
helft van alle werknemers in deze sector een flexibel contract
heeft, het hoogst aantal van alle sectoren. Dit heeft te maken met
het seizoensgebonden karakter van de horeca. In de winter is in een
strandtent nu eenmaal minder te doen dan in de zomer. Minder dan een
derde van de werknemers in de sector heeft een ‘vast’ contract,
ofwel een contract voor een onbepaalde tijd.
WW-premie
fors omhoog
Als onderdeel van de nieuwe wetgeving worden de door werkgevers af
te dragen WW-premies gekoppeld aan het type contract. Bij vaste
contracten en bij de flexibele contracten voor werknemers onder de
21 jaar die niet meer dan 12 uur per week werken, dragen de
werknemers straks de lage premie van 2,78 procent af. Echter, voor
alle andere flexibele contracten gaat de WW-premie omhoog van 3,6
naar 7,8 procent.
Ook kunnen onverwachte veranderingen in bijvoorbeeld
weersomstandigheden duur uitpakken: een oproepkracht moet volgens de
nieuwe wet minimaal vier dagen voor een betreffende werkdag
ingeroosterd staan. Werkgevers en werknemers kunnen de termijn van
vier dagen binnen de cao overigens wel verkorten tot 24 uur. Als
bovendien een eenmaal gedane oproep binnen vier dagen wordt
ingetrokken, moeten de al geplande uren toch worden uitbetaald.
Ongeveer een kwart van de werknemers in de horeca is een
oproepkracht.
Personeelsplanning
hoog op de agenda
Verder wordt het aanhouden van werknemers met een payroll-contract
duurder, omdat zij meer rechten krijgen. Bovendien zijn ondernemers
straks verplicht om personeel met een nulurencontract na een jaar
een overeenkomst aan te bieden met als basis het gemiddelde aantal
gewerkte uren in de twaalf maanden ervoor. Tenslotte betaalt de
werkgever straks een transitievergoeding (ontslagvergoeding) vanaf
de eerste werkdag. Nu is dat pas na twee jaar. Aan de andere kant
wordt ontslag gemakkelijker en mogen werkgevers straks weer drie
opeenvolgende jaarcontracten aan een werknemer aanbieden – een jaar
meer dan nu.
Op basis van deze informatie kan bepaald worden in hoeverre die
samenstelling van contracten kan en moet worden aangepast. De wet
vereist dus meer aandacht voor personeelsplanning: hoe kunnen
oproepkrachten zo worden effectief en efficiënt mogelijk worden
ingezet, rekening houdend met onverwachte veranderingen in
weersomstandigheden? Historische gegevens over de exploitatie per
dag kunnen helpen om risico’s te verlagen.
Kostenpost
Niettemin blijft de nieuwe wetgeving een stevige kostenpost voor de
horeca. Diverse ondernemers hopen dat deze op onderdelen nog wordt
aangepast, zoals is te lezen op de website Zowerkthetniet.nl.
Kennemer Duincampings wordt hier opgevoerd. Het bedrijf werkt met 55
vaste en 220 tijdelijke krachten en kan moeilijk de schoonmakers,
serveersters, koks, het animatieteam en de gastvrouwen het hele jaar
aan het werk houden. Directeur Willemieke de Waal geeft op de
website aan dat de WW-premie voor de 220 medewerkers straks met een
factor vijf stijgt.
Branchevereniging Koninklijke Horeca Nederland (KHN) houdt rekening
met een toename van de personeelskosten als deel van de omzet met
enkele procentpunten. De personeelskosten in de horecasector
bedragen nu gemiddeld 27 procent van de totale omzet, volgens
gegevens van het CBS. Dat percentage is echter wat lager dan in de
praktijk, omdat er ook veel horeca-ondernemingen zonder personeel
zijn. Bij hen wordt het ondernemersloon uit de winst uitgekeerd.
‘In de regel ligt het percentage personeelskosten van
horeca-ondernemingen wat boven de 30 procent, en wij zien dat gaan
oplopen tot wel 32 procent’, zegt Robèr Willemsen, voorzitter van de
KHN. Bovendien worden niet alleen werkgevers geraakt, ook werknemers
zijn niet altijd gelukkig met de nieuwe wet, volgens de KHN. ‘Het is
niet alleen in de praktijk lastig om over te stappen op vaste
contracten, ook onder het personeel is de behoefte hieraan beperkt.
Onder meer koks stellen extra eisen en willen flexibiliteit, vooral
om de verhouding tussen werk en privé te verbeteren’, stelt
Willemsen.
Consument ziet WAB
terug in prijzen in de horeca
Het is aannemelijk dat de WAB bijdraagt aan nieuwe prijsverhogingen
in 2020. ‘Veel horecaondernemingen kunnen het zich niet veroorloven
de hogere personeelskosten voor eigen rekening te nemen’, aldus
Willemsen.
Voor 2019 stevenen restaurants en cafés momenteel zelfs af de
sterkste prijsstijging van de afgelopen jaren. De prijsstijging in
de maand juni was de sterkste sinds december 2002. Deze stijging
wordt vooral veroorzaakt door de verhoging van het lage btw-tarief.
De doorberekening hiervan draagt voor 2,3 procentpunt bij aan de
prijsstijging van 4,4 procent in restaurants en cafés in het lopende
jaar, tot en met juni. De hogere prijzen hebben mede geleid tot het
bijna stilvallen van de groei van de sector in het eerste kwartaal.
Desondanks verwacht ABN AMRO dat de horeca zich herstelt in de rest
van het jaar.
Het is nu zaak dat iedere ondernemer op basis van de eigen
specifieke omstandigheden inschat in hoeverre de hogere kosten als
gevolg van de WAB doorberekend kunnen worden. Daarnaast is het van
belang de negatieve gevolgen van de nieuwe wet te verzachten door de
juiste voorbereidingen te treffen. Een goede personeelsplanning is
hierbij cruciaal, waarbij de nieuwe strategie tevens nadrukkelijk
gericht moet zijn op het behoud van personeel, aangezien het tekort
aan arbeid voorlopig nijpend blijft.
|
|