|
Betreft: Trajectstudie N 518
Geacht college,
In uw brief van 25 juni jI. vraagt u nogmaals aandacht voor de
uitgevoerde trajectstudie N 518 en doet u een aantal voorstellen
voor de inrichting van de weg. Hierover willen wij u het volgende
meedelen.
U geeft aan dat voor de gemeente de veiligheid van de weggebruikers
de hoogste prioriteit heeft. Dit geldt uiteraard ook voor de
provincie en de verkeersveiligheid op de N518 is de voornaamste
reden voor ons geweest om voor te stellen de snelheid op het
bochtige tracé te verlagen naar 60 km/uur. Ook zal een inhaalverbod
(eventueel uitgezonderd landbouwverkeer) worden ingesteld, zoals dat
op onze meeste provinciale wegen geldt.
Alleen de weg verbreden met 50-60 cm in de teen van de dijk, zoals u
in uw brief voorstelt, zal de verkeersveiligheid niet zodanig
verbeteren dat een maximumsnelheid van 80 km/uur gerechtvaardigd is.
Ook het bochtige tracé, de aanwezige obstakels langs de weg, de
slecht zichtbare kruispunten en aansluitingen, bussen die op de weg
halteren hebben geleid tot de keuze om de snelheid te verlagen.
Bij een reconstructie tot volwaardige gebiedsontsluitingsweg met een
maximumsnelheid van 80 km/uur is een verbreding van het dwarsprofiel
met circa 7 meter noodzakelijk en moeten de bochten worden verruimd.
Dit zou betekenen dat binnendijks de weg moet worden aangelegd in
Weidevogelgebied. De kosten van deze oplossing zijn geraamd op ca. €
30 miljoen, exclusief BTW. Vanwege de hoge kosten en ruimtelijke
inpassing is deze variant in de trajectstudie niet verder
uitgewerkt.
Daarnaast moet de dijk langs de N518 in het kader van het
hoogwaterbeschermingsproject worden versterkt en is nog onduidelijk
op welke manier dit gaat gebeuren en welke effecten dit heeft voor
de NS18, zodat aanpassingen aan de weg mogelijk niet toekomstvast
zijn.
Voor wat betreft het verbreden van het fietspad stellen wij voor dat
de gemeente, die eigenaresse is van het fietspad tot de Bereklauw,
hierover in contact treedt met het hoogheemraadschap Hollands
Noorderkwartier, de eigenaar van het fietspad op de dijk. Alleen het
fietspad op de dam is eigendom van de provincie en daar ontbreekt de
ruimte om het fietspad op een verkeersveilige manier te verbreden,
tenzij de dam wordt verbreed. Een dergelijke investering staat niet
in verhouding tot het aantal fietsers.
Wel staan wij positief tegenover het weren van de (brom-)fietser op
de hoofdrijbaan van de N518 in de winterperiode.
Zoals wij in onze brief van 2 september 2014 (kenmerk 382607/
397159) hebben gemeld, zijn alle provinciale wegen in de
investeringsstrategie Noord-Hollandse infrastructuur geprioriteerd
op basis van knelpunten in de doorstroming, verkeersveiligheid en
leefbaarheid. De N 51 8 scoort zeer laag en voor de laag scorende
trajecten zijn slechts beperkte financiële middelen beschikbaar. Ook
de verkeersintensiteiten rechtvaardigen geen grote investeringen.
De parkeerplaats ter hoogte van de windmolens blijkt in een behoefte
te voorzien, ook voor de toegang naar de windmolens en het heeft
onze voorkeur deze te handhaven.
Uiteraard is de provincie bereid om op ambtelijk niveau over de uit
te voeren maatregelen op de N518 nogmaals in overleg te treden.
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geďnformeerd.
Hoogachtend,
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
|
|