dinsdag, 24 augustus 2021 |
** MENU ** |
Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 |
Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 |
(*) Per 1 januari 2009 is de bovengrens van het eigenwoningforfait vervallen ('Villa-taks').
Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 |
0 t/m 12.500 : nihil | 0 t/m 12.500 : nihil | 0 t/m 12.500 : nihil |
12.501 t/m 25.000 : 0,20% | 12.501 t/m 25.000 : 0,20% | 12.501 t/m 25.000 : 0,25% |
25.001 t/m 50.000 : 0,30% | 25.001 t/m 50.000 : 0,35% | 25.001 t/m 50.000 : 0,35% |
50.001 t/m 75.000 : 0,40% | 50.001 t/m 75.000 : 0,45% | 50.001 t/m 75.000 : 0,50% |
75.001 t/m 1.110.000 : 0,50% | 75.001 t/m 1.090.000 : 0,60% | 75.001 t/m 1.080.000 : 0,65% |
1.110.000 * 0,50% : 5.550 | 1.090.000 * 0,60% : 6.540 | 1.080.000 * 0,65% : 7.020 |
1.110.000 > : 5.550 + 2,35% voor zover WOZ waarde uitgaat > 1.110.000 (*) | 1.090.000 > : 6.540 + 2,35% voor zover WOZ waarde uitgaat > 1.090.000 (*) | 1.080.000 > : 7.020 + 2,35% voor zover WOZ waarde uitgaat > 1.080.000 (*) |
WOZ waarde per 1 januari 2020 | WOZ waarde per 1 januari 2019 | WOZ waarde per 1 januari 2018 |
* Het bedrag van 1.090.000 wordt nog geοndexeerd
WOZ- waarde 2022 2023 Tot 12.500 0% 0% 12.500 - 25.000 0,20% 0,15% 25.000 - 50.000 0,30% 0,25% 50.000 - 75.000 0,40% 0,35% 75.000 - 1.090.000* 0,50% 0,45% Meer dan 1.090.000 2,35% 2,35% WET HILLEN (vanaf 2019)
De aftrek Hillen (vanaf 1 januari 2005) is van toepassing als het eigenwoningforfait hoger is dan de aftrekbare kosten voor de eigen woning. De aftrek was even groot als het (positieve) verschil tussen beide. Per saldo dus geen belastbare inkomsten uit eigenwoning. Vanaf 2019 wordt deze aftrek in 30 jaren in stappen van 3 1/3%-punt afgebouwd tot nihil. Bij een negatief eigenwoningforfait (meer hypotheekrente / kosten dan 'inkomsten eigen woning') veranderd er dus niets.
Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 |
(3e jaar) | (2e jaar) | (1e jaar) |
3 1/3% * 3 jaar : 10,0% | 3 1/3% * 2 jaar : 6 2/3% | 3 1/3% * 1 jaar : 3 1/3% |
Voorbeeld: | Voorbeeld: | Voorbeeld: |
1.200 eigenwoningforfait | 1.200 eigenwoningforfait | 1.200 eigenwoningforfait |
1.000 hypotheekrente / kosten | 1.000 hypotheekrente / kosten | 1.000 hypotheekrente / kosten |
1.200 -/- 200 : 200 | 1.200 -/- 200 : 200 | 1.200 -/- 200 : 200 |
Per saldo is uw eigenwoningforfait dan 200 | Per saldo is uw eigenwoningforfait dan 200 | Per saldo is uw eigenwoningforfait dan 200 |
Aftrek geen/kleine eigenwoning schuld is 180 (= 200 x 90,000%) | Aftrek geen/kleine eigenwoning schuld is 186 (= 200 x 93,333%) | Aftrek geen/kleine eigenwoning schuld is 193 (= 200 x 96,667%) |
200 -/- 180 : 20 > inkomsten box 1 | 200 -/- 186 : 14 > inkomsten box 1 | 200 -/- 193 : 7 > inkomsten box 1 |
Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 |
(7e jaar) | (6e jaar) | |
Aftrek in vierde schijf : 43,00% (49,50% -/- 6,50%) | Aftrek in vierde schijf : 46,00% (49,50% -/- 3,50%) | Aftrek in vierde schijf : 49,00% (51,75% -/- 2,75%) |
Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 |
Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 |
De regeling uitgaven voor specifieke zorgkosten kent een vermenigvuldigingsfactor voor de aftrekposten met uitzondering van de uitgaven voor genees- en heelkundige hulp.
Inkomensafhankelijke combinatiekorting
Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 |
|
|
|
29.737 -/- 5.153 : 24.584 * 11,45% : 2.815 | 30.233 -/- 5.072 : 25.161 * 11,45% : 2.881 | 29.752 -/- 4.993 : 24.759 * 11,45% : 2.835 |
* Arbeidsinkomen > 5.153 | * Arbeidsinkomen > 5.072 | * Arbeidsinkomen > 4.993 |
* Kind geboren na 31 december 2008 | * Kind geboren na 31 december 2007 | * Kind geboren na 31 december 2006 |
(Kind is jonger dan 12 jaar per 1 januari 2021) | (Kind is jonger dan 12 jaar per 1 januari 2020) | (Kind is jonger dan 12 jaar per 1 januari 2019) |
* U heeft een fiscale partner, maar uw arbeidsinkomen is lager | * U heeft een fiscale partner, maar uw arbeidsinkomen is lager | * U heeft een fiscale partner, maar uw arbeidsinkomen is lager |
(arbeidsinkomen is dus geen uitkering, bijvoorbeeld WW) | (arbeidsinkomen is dus geen uitkering, bijvoorbeeld WW) | (arbeidsinkomen is dus geen uitkering, bijvoorbeeld WW) |
Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 | |
Schijf : | Jonger dan de AOW-leeftijd | Jonger dan de AOW-leeftijd | Jonger dan de AOW-leeftijd |
1A | 0 tot en met 21.043 / 37,10% (-/- 0,25%) | 0 tot en met 20.711 / 37,35% (+/+ 0,70%) | 0 tot en met 20.384 / 36,65% (+/+ 0,10%) |
1B | 21.044 tot en met 35.129 / 37,10% (-/- 0,25%) | 20.712 tot en met 34.712 / 37,35% (-/- 0,75%) | 20.385 tot en met 34.300 / 38.10% (-/- 2,75%) |
2 | 35.130 tot en met 68.507 / 37,10% (-/- 0,25%) | 34.713 tot en met 68.507 / 37,35% (-/- 0,75%) | 34.301 tot en met 68.507 / 38,10% (-/- 2,75%) |
3 | 68.508 of meer / 49,50% | 68.508 of meer / 49,50% (-/- 2,25%) | 68.508 of meer / 51,75% (-/- 0,20%) |
Schijf : | AOW-leeftijd en ouder, geboren in 1946 of later | AOW-leeftijd en ouder, geboren in 1946 of later | AOW-leeftijd en ouder, geboren in 1946 of later |
1A | 0 tot en met 21.043 / 19,20% (-/- 0,25%) | 0 tot en met 20.711 / 19,45% (+/+ 0,70%) | 0 tot en met 20.384 / 18,75% (+/+ 0,10%) |
1B | 21.044 tot en met 35.129 / 19,20% (-/- 0,25%) | 20.712 tot en met 34.712 / 19,45% (-/- 0,75%) | 20.385 tot en met 34.300 / 20,20% (-/- 2,75%) |
2 | 35.130 tot en met 68.507 / 37,10% (-/- 0,25%) | 34.713 tot en met 68.507 / 37,35% (-/- 0,75%) | 34.301 tot en met 68.507 / 38,10% (-/- 2,75%) |
3 | 68.508 of meer / 49,50% | 68.508 of meer / 49,50% (-/- 2,25%) | 68.508 of meer / 51,75% (-/- 0,20%) |
Schijf : | AOW-leeftijd en ouder, geboren in 1945 of eerder | AOW-leeftijd en ouder, geboren in 1945 of eerder | AOW-leeftijd en ouder, geboren in 1945 of eerder |
1A | 0 tot en met 21.043 / 19,20% (-/- 0,25%) | 0 tot en met 20.711 / 19,45% (+/+ 0,70%) | 0 tot en met 20.384 / 18,75% (+/+ 0,10%) |
1B | 21.044 tot en met 35.941 / 19,20% (-/- 0,25%) | 20.712 tot en met 35.375 / 19,45% (-/- 0,75%) | 20.385 tot en met 34.817 / 20,20% (-/- 2,75%) |
2 | 35.942 tot en met 68.507 / 37,10% (-/- 0,25%) | 35.376 tot en met 68.507 / 37,35% (-/- 0,75%) | 34.818 tot en met 68.507 / 38,10% (-/- 2,75%) |
3 | 68.508 of meer / 49,50% | 68.508 of meer / 49,50% (-/- 2,25%) | 68.508 of meer / 51,75% (-/- 0,20%) |
* 2022 * | ||
Schijf 1: | 0 tot en met 68.507 | 37,07% |
Schijf 2: | 68.508 of meer | 49,50% |
* 2022 * | ||
Schijf 1: | 0 tot en met 68.507 | 19,17% |
Schijf 2: | 68.508 of meer | 49,50% |
MAXIMALE BEDRAGEN PER SCHIJF :
Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 | |
Schijf : | < AOW leeftijd / > AOW leeftijd na 1946 | < AOW leeftijd / > AOW leeftijd na 1946 | < AOW leeftijd / > AOW leeftijd na 1946 |
1A | 21.043 * 37,10% : 7.807 / 21.043 * 19,20% : 4.040 | 20.711 * 37,35% : 7.735 / 20.711 * 19,45% : 4.028 | 20.384 * 36,65% : 7.471 / 20.384 * 18,75% : 3.822 |
1B | 14.086 * 37,10% : 5.226 / 14.086 * 19,20% : 2.705 | 14.001 * 37,35% : 5.229 / 14.001 * 19,45% : 2.723 | 13.916 * 38,10% : 5.302 / 13.916 * 20,20% : 2.811 |
Cum. t/m 1e schijf: | 13.033 / 6.745 | 12.964 / 6.751 | 12.773 / 6.633 |
2 | 33.378 * 37,10% : 12.383 / 33.378 * 37,10% : 12.383 | 33.795 * 37,35% : 12.622 / 33.795 * 37,35% : 12.622 | 34.207 * 38,10% : 13.033 / 34.207 * 38,10% : 13.033 |
Cum. t/m 2e schijf: | 25.416 / 19.128 | 25.586 / 19.373 | 25.806 / 19.666 |
Belastingdruk: | 25.416 / 68.507 : 37,10% / 19.128 / 68.507 : 27,92% | 25.586 / 68.507 : 37,35% / 19.373 / 68.507 : 28,28% | 25.806 / 68.507 : 37,67% / 19.666 / 68.507 : 28,71% |
3 | > 68.508 * 49,50% / > 68.508 * 49,50% | > 68.508 * 49,50% / > 68.508 * 49,50% | > 68.508 * 51,75% / > 68.508 * 51,75% |
Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 |
Woningcorporaties moeten jaarlijks minimaal 80% van hun vrijgekomen sociale-huurwoningen toewijzen aan huishoudens met een inkomen tot 40.024 (prijspeil 2021). 10% mag naar huishoudens met een inkomen tussen 40.024 en 44.655 (prijspeil 2021). En 10% mag naar de hogere inkomens. |
Gezinnen sneller in aanmerking voor sociale huurwoning De Tweede Kamer heeft ingestemd (dinsdag 8 december 2020) met het wetsvoorstel om meerpersoonshuishoudens sneller in aanmerking te laten komen voor een sociale huurwoning van een woningcorporatie. Ook het wetsvoorstel om huurders een tijdelijke huurkorting te geven is door de Tweede Kamer aangenomen. De wetsvoorstellen worden binnenkort behandeld in de Eerste Kamer. Gezinnen De grens voor meerpersoonshuishoudens wordt vanaf 2022 voor drie jaar verhoogd (grenzen 2020: van 39.055 naar 43.126). Gezinnen met een laag middeninkomen voor wie het aanbod in de vrije sector onvoldoende aansluit bij hun financiλle mogelijkheden, krijgen nu meer kansen om een betaalbare woning te vinden. De grens voor eenpersoonshuishoudens blijft 39.055. Maatwerk Woningcorporaties krijgen daarnaast vanaf 2022 meer ruimte om lokaal maatwerk toe te passen op het moment dat daar behoefte aan is. Dit maakt het mogelijk om in gemeenten waar de druk op de woningmarkt groot is, alsnog een sociale huurwoning toe te wijzen aan bijvoorbeeld een leraar of verpleegkundige die een inkomen heeft net boven de vastgestelde inkomensgrens. De zogenoemde lokale vrije toewijzingsruimte was standaard 10%. Dit wordt 15% als daar behoefte aan is. Indien lokaal maatwerk niet noodzakelijk is, dan wordt de vrije toewijzingsruimte 7,5%. |
Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 |
Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 |
385,= per jaar | 385,= per jaar | 385,= per jaar |
GEMIDDELDE ZORGPREMIE
(Bron: Rijksoverheid)Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 |
1.498,- per jaar. Gemiddeld 125,- per maand | 1.415,- per jaar. Gemiddeld 118,- per maand | 1.380,- per jaar. Gemiddeld 115,- per maand |
+/+ 83,- > 5,87% | +/+ 35,- > 2,53% |
Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 |
Vrijstelling BOX 3 | Vrijstelling BOX 3 | Vrijstelling BOX 3 |
Per 31 december 2020 / 1 januari 2021 | Per 31 december 2019 / 1 januari 2020 | Per 31 december 2018 / 1 januari 2019 |
50.000 / 100.000 | 30.846 / 61.692 | 30.360 / 60.720 |
Extra minderjarige kinderen : vervallen | Extra minderjarige kinderen : vervallen | Extra minderjarige kinderen : vervallen |
Extra ouderentoeslag in Box 3: | Extra ouderentoeslag in Box 3: | Extra ouderentoeslag in Box 3: |
Vervallen per 1 januari 2016 | Vervallen per 1 januari 2016 | Vervallen per 1 januari 2016 |
Vrijstelling voor uitvaartverzekering: | Vrijstelling voor uitvaartverzekering: | Vrijstelling voor uitvaartverzekering: |
7.348 | 7.232 | 7.118 |
Vrijstelling voor groene beleggingen: | Vrijstelling voor groene beleggingen: | Vrijstelling voor groene beleggingen: |
60.429 / 120.858 | 59.477 / 118.954 | 58.540 / 117.080 |
Extra heffingskorting 0,70% van de vrijstelling | Extra heffingskorting 0,70% | Extra heffingskorting 0,70% |
TARIEF BOX 3
Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 |
Voorbeeld voor 2021: Totaal vermogen van 250.000 -/- 50.000 (vrijstelling) : 200.000 > 2.386 Box 3 belasting 2.386 -/- 1.987 : 399 / 1.987 = 20,00% meer box 3 belasting ten opzichte van 2020 | |||||||||
Voorbeeld voor 2020: Totaal vermogen van 250.000 -/- 30.846 (vrijstelling) : 219.154 > 2.228 Box 3 belasting | |||||||||
VRIJSTELLING BOX 3 VOOR BEREKENING EIGEN BIJDRAGE ZORGINSTELLING
Daarnaast zijn maatregelen getroffen om te voorkomen dat de verhoging
(in 2021)
van de box-3-vrijstelling doorwerkt naar de diverse inkomens- en
vermogensafhankelijke regelingen, zoals de zorg- en kinderopvangtoeslag
en de eigen bijdrage aan een zorginstelling.
Daartoe moeten mensen met een vermogen van
meer dan
31.340 (in 2021) aangifte
inkomstenbelasting blijven doen voor box 3.
|
SV-dagen 2021 | SV-dagen 2020 | SV-dagen 2019 |
JAN : 21 | JUL : 22 | JAN : 23 | JUL : 23 | JAN : 23 | JUL : 23 |
FEB : 20 | AUG : 22 | FEB : 20 | AUG : 21 | FEB : 20 | AUG : 22 |
MRT : 23 | SEP : 22 | MRT : 22 | SEP : 22 | MRT : 21 | SEP : 21 |
APR : 22 | OKT : 21 | APR : 22 | OKT : 22 | APR : 22 | OKT : 23 |
MEI : 21 | NOV : 22 | MEI : 21 | NOV : 21 | MEI : 23 | NOV : 21 |
JUN : 22 | DEC : 23 | JUN : 22 | DEC : 23 | JUN : 20 | DEC : 22 |
Totaal : 261 dagen | Totaal : 262 dagen | Totaal : 261 dagen |
Meer SV dagen berekeningen |
Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 |
Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 |
Oudedagsreserve | Oudedagsreserve | |
Toevoeging : 9,44% | Toevoeging : 9,44% | Toevoeging : 9,44% |
9.395,= (maximaal) | 9.218,= (maximaal) | 8.999,= (maximaal) |
Kleine Ondernemers Regeling (BTW) | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 |
1.883 of meer | Geen vermindering | ||
> 1.345 en < 1.883 | 2,5 x ( 1.883 -/- te betalen btw =(5A -/- 5B)) | ||
< 1.345 | Vermindering = te betalen BTW | ||
0 of minder | Geen vermindering | ||
Bij maximale omzet van 20.000 per jaar | Bij maximale omzet van 20.000 per jaar | ||
INVOERING VANAF 2020
Kleine ondernemers met maximaal 20.000 omzet in Nederland kunnen vanaf 1
januari 2020 kiezen voor een vrijstelling van omzetbelasting. Dit betekent dat
hij geen btw in rekening brengt aan zijn afnemers en dus ook geen btw meer mag
vermelden op zijn facturen. Hij is daarnaast ook ontheven van het doen van
btw-aangiften en bijbehorende administratieve verplichtingen. Daar staat
tegenover dat deze ondernemer de btw die andere ondernemers aan hem in rekening
brengen niet in aftrek kan brengen. De regeling geldt alleen voor de door hem in
Nederland verrichte goederenleveringen en diensten.
Het kabinet wil hiermee de kleineondernemersregeling (KOR) vereenvoudigen voor
bedrijven en de Belastingdienst. De regeling gaat ook gelden voor bijvoorbeeld
stichtingen, verenigingen en bvs.
*****
Baangerelateerde Investeringskorting (BIK)
Investeringskorting voor bedrijven
Het kabinet stimuleert bedrijven om investeringen te doen met een nieuwe investeringskorting, de Baangerelateerde Investeringskorting. Deze tijdelijke regeling zorgt ervoor dat bedrijven ook in deze roerige tijden blijven investeren in bijvoorbeeld nieuwe machines. Bedrijven kunnen deze kosten verrekenen met hun loonheffing.
BIK wordt verder uitgewerkt
Details van de regeling worden verder uitgewerkt. Voor de aanvraag en uitvoering van de BIK werken Rijksdienst voor Ondernemers (RVO) en de Belastingdienst samen.
Vrijstelling: | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 |
ERFBELASTING | |||
Partner | 671.910 | 661.328 | 650.913 |
Kinderen / kleinkinderen | 21.282 | 20.946 | 20.616 |
Ouder | 50.397 | 49.603 | 48.821 |
SCHENKINGSRECHT | |||
Kinderen | 6.604 | 5.515 | 5.428 |
Kinderen 18-40 jaar eenmalig | 26.881 | 26.457 | 26.040 |
Kinderen 18-40 jaar eenmalig voor studie | 55.996 | 55.114 | 54.246 |
Kinderen 18-40 jaar eenmalig voor woning | 105.302 | 103.643 | 102.010 |
Overige gevallen | 3.244 | 2.208 | 2.173 |
Tariefgroepen: | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 |
Belaste verkrijging: | 0 - 128.751 | 0 - 126.723 | 0 - 124.727 |
Partners en kinderen | 10% | 10% | 10% |
Kleinkinderen | 18% | 18% | 18% |
Overige verkrijgers | 30% | 30% | 30% |
Belaste verkrijging: | 128.751 en hoger | 126.723 en hoger | 124.727 en hoger |
Partners en kinderen | 20% | 20% | 20% |
Kleinkinderen | 36% | 36% | 36% |
Overige verkrijgers | 40% | 40% | 40% |
Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 |
Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 |
Woningen (35 jaar en ouder) 2% | Woningen: 2% | Woningen: 2% |
Woningen (starters van 18 t/m 34 jaar) 0% | Woningen (starters van 18 t/m 34 jaar) n.v.t. | Woningen (starters van 18 t/m 34 jaar) n.v.t. |
De vrijstelling geldt vanaf april 2021 alleen voor huizen onder de 400.000 | n.v.t. | n.v.t. |
Woningen (niet hoofdbewoner) 8% | Woningen (niet hoofdbewoner) n.v.t. | Woningen (niet hoofdbewoner) n.v.t. |
Bijvoorbeeld Beleggers | Bijvoorbeeld Beleggers | Bijvoorbeeld Beleggers |
Bedrijfspanden 8% | Bedrijfspanden 6% | Bedrijfspanden: 6% |
(Alle genoemde bedragen zijn 'bruto') | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 |
Tariefgroepen: | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 |
t/m 200.000 | 16,50% | 19,00% | |
t/m 245.000 | 15,00% | ||
vanaf 200.000 | 25,00% | 25,00% | |
vanaf 245.000 | 25,00% | ||
21) TARIEF BOX 2
AANMERKELIJK BELANG
U hebt een aanmerkelijk belang als u, eventueel samen met uw fiscale partner, direct of indirect minimaal 5% in aandelen, winstbewijzen, genotsrechten en stemrecht. |
Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 |
26,90% | 26,25% | 25,00% |
22) AUTO BIJTELLING
Bij meer dan 500 privι kilometer Hoe lang geldt het verlaagde percentage? Valt u in het verlaagde bijtellingspercentage (4%)? Dat percentage geldt voor een periode van 60 maanden. Deze periode gaat in op de 1e dag van de maand die volgt op de maand van eerste toelating. Is die datum bijvoorbeeld 7 maart, dan start de 60-maandsperiode dus op 1 april. Direct na afloop van de periode van 60 maanden wordt het percentage opnieuw vastgesteld aan de hand van de regels die op dat moment gelden. Hoe wordt de datum van de eerste toelating bepaald? Als datum van de eerste toelating geldt de datum waarop de auto voor het eerst in gebruik is genomen. Dat kan in Nederland zijn, maar ook in het buitenland. Bij nieuwe autos valt dit moment samen met de datum waarop voor het eerst een kenteken is afgegeven. Maar dit hoeft niet altijd zo te zijn, bijvoorbeeld bij import van gebruikte autos. De bijtellingspercentages gelden vanaf het moment dat de auto geregistreerd is. Heeft u een auto van voor 2017? Dan geldt de bijtelling van dat jaar voor maximaal 60 maanden. Voor autos zonder CO2-uitstoot met een datum 1e toelating vσσr 1 januari 2017 waarbij de termijn van 60 maanden voorbij is, geldt vanaf 1 januari 2019 een verlaagde bijtelling van 12% voor zover de grondslag voor de bijtelling 40.000 (=2021) of lager is. Voor het deel van de grondslag boven 40.000 (=2021) geldt de algemene bijtelling van 22%. Het gaat dan dus om alle autos met een datum 1e tenaamstelling in 2013 of eerder. En om autos met een datum 1e tenaamstelling in 2014: voor deze autos verloopt de termijn van 60 maanden in de loop van 2019Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 | |
Fiets bijtelling: | 7% | 7% |
23) ENERGIEBELASTING (EB) (Milieubelastingen)
" " = positief voor portemonnee | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 |
Wat ben je meer of minder kwijt ten opzichte van het vorige jaar: |
" " = positief voor portemonnee | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 |
" " = negatief voor portemonnee | Inclusief btw | Exclusief btw | Inclusief btw | Exclusief btw | Inclusief btw | Exclusief btw |
Bron inzake gemiddelde : Milieu Centraal en RVO (berekening Nibud, 2019) |
LEVERINGSKOSTEN | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 |
(Leveringskosten bij een gemiddeld huishoudelijk verbruik) | Per jaar: | Per dag: | Per jaar: | Per dag: (366 dagen) | Per jaar: | Per dag: |
Het kabinet gaat per 1 januari 2021 een vliegbelasting invoeren. De eerder voorgestelde vliegbelasting voor vrachtverkeer gaat niet door, na aanvullend onderzoek op verzoek van de Tweede Kamer. Het tarief van de vliegbelasting voor passagiers gaat daarom iets omhoog naar 7,45 per vertrekkende passagier.
(Bron: Rijksoverheid, vrijdag 13 november 2020)
Vliegbelasting in andere landen
24) EIGEN BIJDRAGE CAK (Centraal Administratie kantoor)
Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 |
Aftrek persoonlijke kosten bij berekening eigen bijdrage: |
Alleenstaanden: | Gehuwden: | Alleenstaanden: | Gehuwden: | Alleenstaanden: | Gehuwden: | |
Aftrek persoonlijke kosten: |
3.906,00 | 6.076,00 | 3.778,00 | 5.877,00 | 3.741,00 | 5.819,00 | |
Aftrek (niet-) pensioengerechtigde leeftijd: |
Pensioengerechtigd: | 1.044,00 | 2.088,00 | 1.023,00 | 2.046,00 | 1.000,00 | 2.000,00 |
Niet-pensioengerechtigd: | 1.867,00 | 3.734,00 | 1.830,00 | 3.660,00 | 1.788,00 | 3.576,00 |
Aftrek premie zorgverzekering: |
Standaard premie: | 1.609,00 | 1.546,00 | 1.530,00 | |||
Inkomensafhankelijke bijdrage: | zie salaris opgave | zie salaris opgave | zie salaris opgave | |||
Inkomens vrijstellingsgrens: |
Mijn beschikbaar inkomen is lager dan de vrijstellingsgrens : Dan geldt er geen aftrek. Mijn beschikbaar inkomen is hoger dan de vrijstellingsgrens : Dan trekken wij 25% van uw beschikbaar inkomen boven de vrijstellingsgrens af. |
Maximale korting niet-AOW gerechtigde leeftijd: |
10.376,00 | 20.752,00 | 10.253,00 | 20.506,00 | 10.171,00 | 20.342,00 | |
Meer info : www.hetcak.nl
Brochure CAK 2021Wat is de aftrek van het beschikbaar inkomen (CAK)?
26) REGELING VOOR VERVROEGDE UITTREDING (RVU)
Als uitvloeisel van de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen is met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2021 in de Wet op de loonbelasting een drempelvrijstelling voor regelingen voor vervroegde uittreding (RVU) opgenomen. De vrijstelling geldt voor uitkeringen tot een bedrag gelijk aan het gebruteerde netto-ouderdomspensioen per maand volgens de Algemene Ouderdomswet.
In verband met de indexeringsvoorschriften is het aanvankelijk in de wet opgenomen bedrag van 1.767 vervangen door 1.847.
Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 | |
1.847 | N.V.T. | N.V.T. |
Websites met betrekking tot bovenstaande informatie: |
Nieuwsbrief Loonheffingen 2021 (uitgave 2) | Wijzigingen Belastingheffing per 01 januari 2021 (MvF) |
25) FISCALE EN SOCIALE VERZEKERINGEN INFORMATIE IN SCHEMA'S
Bron : Noordhollands Dagblad, 31 december 2020 |
Bron : Noordhollands Dagblad, 31 december 2020 |
** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken **