zaterdag, 20 augustus 2022 |
** MENU ** |
1) ALGEMENE HEFFINGSKORTING (AHK)
Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
(*) Per 1 januari 2009 is de bovengrens van het eigenwoningforfait vervallen ('Villa-taks').
Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
0 t/m 12.500 : nihil | 0 t/m 12.500 : nihil | 0 t/m 12.500 : nihil |
12.501 t/m 25.000 : 0,15% | 12.501 t/m 25.000 : 0,20% | 12.501 t/m 25.000 : 0,20% |
25.001 t/m 50.000 : 0,25% | 25.001 t/m 50.000 : 0,30% | 25.001 t/m 50.000 : 0,35% |
50.001 t/m 75.000 : 0,35% | 50.001 t/m 75.000 : 0,40% | 50.001 t/m 75.000 : 0,45% |
75.001 t/m 1.130.000 : 0,45% | 75.001 t/m 1.110.000 : 0,50% | 75.001 t/m 1.090.000 : 0,60% |
1.130.000 * 0,45% : 5.085 | 1.110.000 * 0,50% : 5.550 | 1.090.000 * 0,60% : 6.540 |
1.130.000 > : 5.085 + 2,35% voor zover WOZ waarde uitgaat > 1.130.000 | 1.110.000 > : 5.550 + 2,35% voor zover WOZ waarde uitgaat > 1.110.000 | 1.090.000 > : 6.540 + 2,35% voor zover WOZ waarde uitgaat > 1.090.000 |
WOZ waarde per 1 januari 2021 | WOZ waarde per 1 januari 2020 | WOZ waarde per 1 januari 2019 |
* Het bedrag van 1.110.000 wordt nog geοndexeerd
WOZ- waarde 2023 Tot 12.500 0% 12.500 - 25.000 0,15% 25.000 - 50.000 0,25% 50.000 - 75.000 0,35% 75.000 - 1.110.000 (*) 0,45% Meer dan 1.110.000 (*) 2,35% WET HILLEN (vanaf 2019)
De aftrek Hillen (vanaf 1 januari 2005) is van toepassing als het eigenwoningforfait hoger is dan de aftrekbare kosten voor de eigen woning. De aftrek was even groot als het (positieve) verschil tussen beide. Per saldo dus geen belastbare inkomsten uit eigenwoning. Vanaf 2019 wordt deze aftrek in 30 jaren in stappen van 3 1/3%-punt afgebouwd tot nihil. Bij een negatief eigenwoningforfait (meer hypotheekrente / kosten dan 'inkomsten eigen woning') veranderd er dus niets.
Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
(4e jaar) | (3e jaar) | (2e jaar) |
3 1/3% * 4 jaar : 13 1/3% | 3 1/3% * 3 jaar : 10,0% | 3 1/3% * 2 jaar : 6 2/3% |
Aftrek vanwege geen/kleine eigenwoning schuld: | Aftrek vanwege geen/kleine eigenwoning schuld: | Aftrek vanwege geen/kleine eigenwoning schuld: |
100% -/- 13 1/3% : 86,667% | 100% -/- 10% : 90,00% | 100% -/- 6 2/3% : 93,333% |
Voorbeeld: | Voorbeeld: | Voorbeeld: |
3.000 eigenwoningforfait | 3.000 eigenwoningforfait | 3.000 eigenwoningforfait |
2.000 hypotheekrente / kosten | 2.000 hypotheekrente / kosten | 2.000 hypotheekrente / kosten |
3.000 -/- 2.000 : 1.000 | 3.000 -/- 2.000 : 1.000 | 3.000 -/- 2.000 : 1.000 |
Per saldo is uw eigenwoningforfait dan 1.000 | Per saldo is uw eigenwoningforfait dan 1.000 | Per saldo is uw eigenwoningforfait dan 1.000 |
Aftrek geen/kleine eigenwoning schuld is 867 (= 1.000 x 86,667%) | Aftrek geen/kleine eigenwoning schuld is 900 (= 1.000 x 90%) | Aftrek geen/kleine eigenwoning schuld is 934 (= 1.000 x 93,333%) |
1.000 -/- 867 : 133 > inkomsten box 1 | 1.000 -/- 900 : 100 > inkomsten box 1 | 1.000 -/- 934 : 66 > inkomsten box 1 |
Jaar: | Jaar: | Jaar: | |||
2019 | 3 1/3% | 2029 | 36 2/3% | 2039 | 70% |
2020 | 6 2/3% | 2030 | 40% | 2040 | 73 1/3% |
2021 | 10% | 2031 | 43 1/3% | 2041 | 76 2/3% |
2022 | 13 1/3% | 2032 | 46 2/3% | 2042 | 80% |
2023 | 16 2/3% | 2033 | 50% | 2043 | 83 1/3% |
2024 | 20% | 2034 | 53 1/3% | 2044 | 86 2/3% |
2025 | 23 1/3% | 2035 | 56 2/3% | 2045 | 90% |
2026 | 26 2/3% | 2036 | 60% | 2046 | 93 1/3% |
2027 | 30% | 2037 | 63 1/3% | 2047 | 96 2/3% |
2028 | 33 1/3% | 2038 | 66 2/3% | 2048 | 100% |
Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
(9e jaar) | (8e jaar) | (7e jaar) |
Aftrek in vierde schijf : 40,00% (49,50% -/- 9,50%) | Aftrek in vierde schijf : 43,00% (49,50% -/- 6,50%) | Aftrek in vierde schijf : 46,00% (49,50% -/- 3,50%) |
Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
De regeling uitgaven voor specifieke zorgkosten kent een vermenigvuldigingsfactor voor de aftrekposten met uitzondering van de uitgaven voor genees- en heelkundige hulp.
Inkomensafhankelijke combinatiekorting
Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
|
|
|
Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | |
Schijf : | Jonger dan de AOW-leeftijd | Jonger dan de AOW-leeftijd | Jonger dan de AOW-leeftijd |
1A | 0 tot en met 35.472 / 37,07% (-/- 0,03%) | 0 en met 35.129 / 37,10% (-/- 0,25%) | 0 tot en met 34.712 / 37,35% (-/- 0,75%) |
1B | 35.473 tot en met 69.398 / 37,07% (-/- 0,03%) | 35.130 tot en met 68.507 / 37,10% (-/- 0,25%) | 34.713 tot en met 68.507 / 37,35% (-/- 0,75%) |
2 | 69.399 of meer / 49,50% | 68.508 of meer / 49,50% | 68.508 of meer / 49,50% (-/- 2,25%) |
Schijf : | AOW-leeftijd en ouder, geboren in 1946 of later | AOW-leeftijd en ouder, geboren in 1946 of later | AOW-leeftijd en ouder, geboren in 1946 of later |
1A | 0 tot en met 35.472 / 19,17% (-/- 0,03%) | 0 en met 35.129 / 19,20% (-/- 0,25%) | 0 tot en met 34.712 / 19,45% (-/- 0,75%) |
1B | 35.473 tot en met 69.398 / 37,07% (-/- 0,03%) | 35.130 tot en met 68.507 / 37,10% (-/- 0,25%) | 34.713 tot en met 68.507 / 37,35% (-/- 0,75%) |
2 | 69.399 of meer / 49,50% | 68.508 of meer / 49,50% | 68.508 of meer / 49,50% (-/- 2,25%) |
Schijf : | AOW-leeftijd en ouder, geboren in 1945 of eerder | AOW-leeftijd en ouder, geboren in 1945 of eerder | AOW-leeftijd en ouder, geboren in 1945 of eerder |
1A | 0 tot en met 36.409 / 19,17% (-/- 0,03%) | 0 en met 35.941 / 19,20% (-/- 0,25%) | 0 tot en met 35.375 / 19,45% (-/- 0,75%) |
1B | 36.410 tot en met 69.398 / 37,07% (-/- 0,03%) | 35.942 tot en met 68.507 / 37,10% (-/- 0,25%) | 35.376 tot en met 68.507 / 37,35% (-/- 0,75%) |
2 | 69.399 of meer / 49,50% | 68.508 of meer / 49,50% | 68.508 of meer / 49,50% (-/- 2,25%) |
* 2022 * | ||
Schijf 1: | 0 tot en met 68.507 | 37,07% |
Schijf 2: | 68.508 of meer | 49,50% |
* 2022 * | ||
Schijf 1: | 0 tot en met 68.507 | 19,17% |
Schijf 2: | 68.508 of meer | 49,50% |
Samenstelling schijf 1A: | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
< AOW leeftijd / > AOW leeftijd | < AOW leeftijd / > AOW leeftijd | < AOW leeftijd / > AOW leeftijd | |
Premie AOW : | 17,90% / nihil | 17,90% / nihil | 17,90% / nihil |
Premie Anw : | 0,10% / 0,10% | 0,10% / 0,10% | 0,10% / 0,10% |
Premie Wlz : | 9,65% / 9,65% | 9,65% / 9,65% | 9,65% / 9,65% |
sub-totaal : | 27,65% / 9,75% | 27,65% / 9,75% | 27,65% / 9,75% |
Loonbelasting : | 9,42% / 9,42% (-/- 0,03%) | 9,45% / 9,45% (-/- 0,25%) | 9,70% / 9,70% (+/+ 0,70%) |
Totaal : | 37,07% / 19,17% | 37,10% / 19,20% | 37,35% / 19,45% |
AOW : Algemene Ouderdoms Wet | Anw : Algemene Nabestaanden Wet | Wlz : Wet Langdurige Zorg |
MAXIMALE BEDRAGEN PER SCHIJF :
Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | |
Schijf : | < AOW leeftijd / > AOW leeftijd na 1946 | < AOW leeftijd / > AOW leeftijd na 1946 | < AOW leeftijd / > AOW leeftijd na 1946 |
1A | 35.472 * 37,07% : 13.150 / 35.472 * 19,17% : 6.800 | 35.129 * 37,10% : 13.033 / 35.129 * 19,20% : 6.745 | 34.712 * 37,35% : 12.964 / 34.712 * 19,45% : 6.751 |
1B | 33.926 * 37,07% : 12.576 / 33.926 * 37,07% : 12.577 | 33.378 * 37,10% : 12.383 / 33.378 * 37,10% : 12.383 | 33.795 * 37,35% : 12.622 / 33.795 * 37,35% : 12.622 |
Cum. t/m 1e schijf: | 25.726 / 19.377 | 25.416 / 19.128 | 25.586 / 19.373 |
Belastingdruk: | 25.726 / 69.398 : 37,07% / 19.377 / 69.398 : 27,92% | 25.416 / 68.507 : 37,10% / 19.128 / 68.507 : 27,92% | 25.586 / 68.507 : 37,35% / 19.373 / 68.507 : 28,28% |
2 | > 69.398 * 49,50% / > 69.398 * 49,50% | > 68.508 * 49,50% / > 68.508 * 49,50% | > 68.508 * 49,50% / > 68.508 * 49,50% |
Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
Dashboard Huurtoeslag (Rijksoverheid)
Woningcorporaties moeten jaarlijks minimaal 80% van hun vrijgekomen sociale-huurwoningen toewijzen aan huishoudens met een inkomen tot 40.024 (prijspeil 2021). 10% mag naar huishoudens met een inkomen tussen 40.024 en 44.655 (prijspeil 2021). En 10% mag naar de hogere inkomens. |
Gezinnen sneller in aanmerking voor sociale huurwoning De Tweede Kamer heeft ingestemd (dinsdag 8 december 2020) met het wetsvoorstel om meerpersoonshuishoudens sneller in aanmerking te laten komen voor een sociale huurwoning van een woningcorporatie. Ook het wetsvoorstel om huurders een tijdelijke huurkorting te geven is door de Tweede Kamer aangenomen. De wetsvoorstellen worden binnenkort behandeld in de Eerste Kamer. Gezinnen De grens voor meerpersoonshuishoudens wordt vanaf 2022 voor drie jaar verhoogd (grenzen 2020: van 39.055 naar 43.126). Gezinnen met een laag middeninkomen voor wie het aanbod in de vrije sector onvoldoende aansluit bij hun financiλle mogelijkheden, krijgen nu meer kansen om een betaalbare woning te vinden. De grens voor eenpersoonshuishoudens blijft 39.055. Maatwerk Woningcorporaties krijgen daarnaast vanaf 2022 meer ruimte om lokaal maatwerk toe te passen op het moment dat daar behoefte aan is. Dit maakt het mogelijk om in gemeenten waar de druk op de woningmarkt groot is, alsnog een sociale huurwoning toe te wijzen aan bijvoorbeeld een leraar of verpleegkundige die een inkomen heeft net boven de vastgestelde inkomensgrens. De zogenoemde lokale vrije toewijzingsruimte was standaard 10%. Dit wordt 15% als daar behoefte aan is. Indien lokaal maatwerk niet noodzakelijk is, dan wordt de vrije toewijzingsruimte 7,5%. |
Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
385,= per jaar | 385,= per jaar | 385,= per jaar |
GEMIDDELDE ZORGPREMIE
(Bron: Rijksoverheid)Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
1.498,- per jaar. Gemiddeld 125,- per maand | 1.415,- per jaar. Gemiddeld 118,- per maand | |
+/+ 83,- > 5,87% | +/+ 35,- > 2,53% |
Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 | Boekjaar 2018 | Boekjaar 2017 | |
Spaargeld | 0,01% | 0,04% | 0,08% | 0,12% | 0,25% | |
Beleggingen | 5,69% | 5,28% | 5,59% | 5,38% | 5,39% | |
Schulden | 2,46% | 2,74% | 3,00% | 3,20% | 3,43% | |
Drempel schulden | 3.200 | 3.200 | 3.100 | 3.100 | 3.000 | 3.000 |
Belasting %: | 31% | 31% | 30% | 30% | 30% | 30% |
Spaargeld | 200.000 * 0,01%: 20 | |||||
Beleggingen | 150.000 * 5,69%: 8.535 | |||||
Schulden | 50.000 -/- 3.200 * 2,46%: 1.152 | |||||
Totaal fiscaal vermogen | 303.200 | |||||
Rendement | 7.403 | |||||
Rendementspercentage | 7.403 / 303.200 : 2,44% | |||||
Vrijstelling | 50.000 | |||||
Grondslag uit sparen en beleggingen | 303.200 -/- 50.000 = 253.200 | |||||
Rendement | 253.200 * 2,44% : 6.178 | |||||
Box 3 belasting | 6.178 * 31% : 1.915 |
Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
TARIEF BOX 3
Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
SV-dagen 2022 | SV-dagen 2021 | SV-dagen 2020 |
JAN : 21 | JUL : 21 | JAN : 21 | JUL : 22 | JAN : 23 | JUL : 23 |
FEB : 20 | AUG : 23 | FEB : 20 | AUG : 22 | FEB : 20 | AUG : 21 |
MRT : 23 | SEP : 22 | MRT : 23 | SEP : 22 | MRT : 22 | SEP : 22 |
APR : 21 | OKT : 21 | APR : 22 | OKT : 21 | APR : 22 | OKT : 22 |
MEI : 22 | NOV : 22 | MEI : 21 | NOV : 22 | MEI : 21 | NOV : 21 |
JUN : 22 | DEC : 22 | JUN : 22 | DEC : 23 | JUN : 22 | DEC : 23 |
Totaal : 260 dagen | Totaal : 261 dagen | Totaal : 262 dagen |
Meer SV dagen berekeningen |
Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
Werknemersverzekeringen maximaal | Werknemersverzekeringen maximaal | Werknemersverzekeringen maximaal |
229,63 * 260 (SV-dagen) : 59.706,00 | 224,27 * 260 (SV-dagen) : 58.311,00 | 220,12 * 260 (SV-dagen) : 57.232,00 |
of 4.975,50 * 12 maanden : 59.706,00 | of 4.859,25 * 12 maanden : 58.311,00 | of 4.769,33 * 12 maanden : 57.232,00 |
Hoog: | ||
basispremie WAO/WIA : 7,05% (+/+ 0,02%) | basispremie WAO/WIA : 7,03% (+/+ 0,26%) | basispremie WAO/WIA : 6,77% (+/+ 0,31%) |
bijdrage kinderopvang : 0,50 % | bijdrage kinderopvang : 0,50 % | bijdrage kinderopvang : 0,50 % |
Totaal: 7,55% | Totaal: 7,53% | Totaal: 7,27% |
Laag: | ||
basispremie WAO/WIA : 5,49% | ||
bijdrage kinderopvang : 0,50 % | ||
Totaal: 5,99% | ||
Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) | Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) | Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) |
* Periode 1 januari t/m 31 juli * | * Periode 1 januari t/m 31 december * | |
Vaste dienst : premie 2,70% | Vaste dienst : premie 2,70% | Vaste dienst : premie 2,94% |
Flexwerkers : premie 7,70% | Flexwerkers : premie 7,70% | Flexwerkers : premie 7,94% |
* Periode 1 augustus t/m 31 december * | ||
Vaste dienst : premie 0,34% (-/- 2,36%) | ||
Flexwerkers : premie 5,34% (-/- 2,36%) | ||
(Vier weken loon gaat in per 16 augustus) | ||
In verband met de afschaffing van de Baangerelateerde InvesteringsKorting (BIK) worden de premiepercentages voor het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) met ingang van 1 augustus 2021 verlaagd. | ||
Werkgevers betalen in 2022 minder ww-premie voor mensen in vaste dienst en meer voor flexwerkers | Werkgevers betalen in 2021 minder ww-premie voor mensen in vaste dienst en meer voor flexwerkers | Werkgevers betalen in 2020 minder ww-premie voor mensen in vaste dienst en meer voor flexwerkers |
Franchise WW-AWf-premie: | Franchise WW-AWf-premie: | Franchise WW-AWf-premie: |
vervallen per 01 januari 2013 | vervallen per 01 januari 2013 | vervallen per 01 januari 2013 |
Minimum gebruikelijk loon DGA: | Minimum gebruikelijk loon DGA: | Minimum gebruikelijk loon DGA: |
4.000,00 * 12 maanden : 48.000,00 | 3.916.67 * 12 maanden : 47.000,00 | 3.833,33 * 12 maanden : 46.000,00 |
Werkkostenregeling (WKR) | Werkkostenregeling (WKR) | Werkkostenregeling (WKR) |
1,70% tot 400.000 | 3,00% tot 400.000 | 3,00% tot 400.000 |
1,18% boven 400.000 | 1,18% boven 400.000 | 1,20% boven 400.000 |
=fiscale loon | =fiscale loon | =fiscale loon |
(de vrije ruimte) | (de vrije ruimte) | (de vrije ruimte) |
** WKR (verplichting) is ingevoerd op 1 januari 2015 ** | ** WKR (verplichting) is ingevoerd op 1 januari 2015 ** | ** WKR (verplichting) is ingevoerd op 1 januari 2015 ** |
Baangerelateerde Investeringskorting (BIK)
Investeringskorting voor bedrijven
Het kabinet stimuleert bedrijven om investeringen te doen met een nieuwe investeringskorting, de Baangerelateerde Investeringskorting. Deze tijdelijke regeling zorgt ervoor dat bedrijven ook in deze roerige tijden blijven investeren in bijvoorbeeld nieuwe machines. Bedrijven kunnen deze kosten verrekenen met hun loonheffing.
BIK wordt verder uitgewerkt
Details van de regeling worden verder uitgewerkt. Voor de aanvraag en uitvoering van de BIK werken Rijksdienst voor Ondernemers (RVO) en de Belastingdienst samen.
Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
Oudedagsreserve | Oudedagsreserve | Oudedagsreserve |
Toevoeging : 9,44% | Toevoeging : 9,44% | Toevoeging : 9,44% |
9.632,= (maximaal) | 9.395,= (maximaal) | 9.218,= (maximaal) |
Zelfstandigenaftrek | Zelfstandigenaftrek | Zelfstandigenaftrek |
6.310 (-/- 360) | 6.670 (-/- 360) | 7.030 (-/- 250) |
2021 : 6.780 (-/- 250) | ||
2022 : 6.310 (-/- 360) | 2022 : 6.530 (-/- 250) | |
2023 : 5.950 (-/- 360) | 2023 : 5.950 (-/- 360) | 2023 : 6.280 (-/- 250) |
2024 : 5.590 (-/- 360) | 2024 : 5.590 (-/- 360) | 2024 : 6.030 (-/- 250) |
2025 : 5.230 (-/- 360) | 2025 : 5.230 (-/- 360) | 2025 : 5.780 (-/- 250) |
2026 : 4.870 (-/- 360) | 2026 : 4.870 (-/- 360) | 2026 : 5.530 (-/- 250) |
2027 : 4.510 (-/- 360) | 2027 : 4.510 (-/- 360) | 2027 : 5.280 (-/- 250) |
2028 : 4.120 (-/- 390) | 2028 : 4.120 (-/- 390) | 2028 : 5.000 (-/- 280) |
2029 : 4.010 (-/- 110) | 2029 : 4.010 (-/- 110) | |
2030 : 3.900 (-/- 110) | 2030 : 3.900 (-/- 110) | |
2031 : 3.790 (-/- 110) | 2031 : 3.790 (-/- 110) | |
2032 : 3.680 (-/- 110) | 2032 : 3.680 (-/- 110) | |
2033 : 3.570 (-/- 110) | 2033 : 3.570 (-/- 110) | |
2034 : 3.460 (-/- 110) | 2034 : 3.460 (-/- 110) | |
2035 : 3.350 (-/- 110) | 2035 : 3.350 (-/- 110) | |
2036 : 3.240 (-/- 110) | 2036 : 3.240 (-/- 110) | |
Startersaftrek | Startersaftrek | Startersaftrek |
2.123 | 2.123 | 2.123 |
MKB-winstvrijstelling | MKB-winstvrijstelling | MKB-winstvrijstelling |
14,00% | 14,00% | 14,00% |
Kleine Ondernemers Regeling (BTW) | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
Bij maximale omzet van 20.000 per jaar | Bij maximale omzet van 20.000 per jaar | Bij maximale omzet van 20.000 per jaar | |
INVOERING VANAF 2020
Kleine ondernemers met maximaal 20.000 omzet in Nederland kunnen vanaf 1
januari 2020 kiezen voor een vrijstelling van omzetbelasting. Dit betekent dat
hij geen btw in rekening brengt aan zijn afnemers en dus ook geen btw meer mag
vermelden op zijn facturen. Hij is daarnaast ook ontheven van het doen van
btw-aangiften en bijbehorende administratieve verplichtingen. Daar staat
tegenover dat deze ondernemer de btw die andere ondernemers aan hem in rekening
brengen niet in aftrek kan brengen. De regeling geldt alleen voor de door hem in
Nederland verrichte goederenleveringen en diensten.
Het kabinet wil hiermee de kleineondernemersregeling (KOR) vereenvoudigen voor
bedrijven en de Belastingdienst. De regeling gaat ook gelden voor bijvoorbeeld
stichtingen, verenigingen en bvs.
Over met terugwerkende kracht voor KOR
Staatssecretaris Snel van Financiλn heeft in een besluit aangegeven dat er geen terugwerkende kracht meer wordt toegekend aan de KleineOndernemersRegeling (KOR) voor de BTW. In een ander besluit heeft hij ook nog een aantal wijzigingen over de maatstaf van heffing in de BTW bekendgemaakt.
Vanaf 10 juli 2018 heeft de regeling die kleine ondernemers een ontheffing van de administratieve verplichtingen voor de BTW verleent, de KOR (tool), geen terugwerkende kracht meer. De KOR gaat pas in op de dag waarop de inspecteur over het verzoek om toepassing van de KOR heeft beslist c.q. de eerstvolgende aangiftedatum.
Vrijstelling: | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
ERFBELASTING | |||
Partner | 680.645 | 671.910 | 661.328 |
Kinderen / kleinkinderen | 21.559 | 21.282 | 20.946 |
Ouder | 51.053 | 50.397 | 49.603 |
SCHENKINGSRECHT | |||
Kinderen | 5.677 | 6.604 | 5.515 |
Kinderen 18-40 jaar eenmalig | 27.231 | 26.881 | 26.457 |
Kinderen 18-40 jaar eenmalig voor studie | 56.724 | 55.996 | 55.114 |
Kinderen 18-40 jaar eenmalig voor woning | 106.671 | 105.302 | 103.643 |
Overige gevallen | 2.274 | 3.244 ( 2.444 > erfbelasting) | 2.208 |
Erfgenaam en aansprakelijkheid Erfgenamen kunnen nu tot maximaal het bedrag van hun erfenis aansprakelijk gesteld worden voor naheffings- en navorderingsaanslagen en aansprakelijkheidsschulden die pas zijn opgekomen na het overlijden van de erflater. De Belastingdienst mist daardoor soms verhaalsmogelijkheden, omdat mensen hun vermogen vlak voor hun overlijden wegschenken. De erfgenaam heeft dan geen of slechts een kleine erfenis ontvangen. De aansprakelijkheid wordt daarom uitgebreid met het bedrag van schenkingen die kort (tot 180 dagen) voor het overlijden van de erflater zijn ontvangen. De uitbreiding van de aansprakelijkheid geldt niet voor schenkingen die zijn vrijgesteld van schenkbelasting. Deze wijziging ging al vanaf dinsdag 18 september 2018 (15.15 uur) gelden |
Kabinet verlaagt schenkingsvrijstelling eigen woning per 1 januari 2023 De schenkingsvrijstelling eigen woning (jubelton) wordt per 1 januari 2023 verlaagd tot 27.231. De vrijstelling zal per 1 januari 2024 helemaal worden afgeschaft, zoals ook afgesproken in het coalitieakkoord. Mensen tussen de 18 en 40 jaar kunnen nu nog een belastingvrije schenking voor de eigen woning krijgen van 106.671. Het kabinet heeft op verzoek van de Tweede Kamer gekeken of het mogelijk was de vrijstelling al per 2023 af te schaffen of te verlagen. Conclusie was dat afschaffing niet mogelijk was, maar een verlaging wel. Naast de vrijstelling eigen woning bestaat de mogelijkheid voor ouders om hun kind eenmalig een bedrag van 27.231 belastingvrij te schenken die het kind vrij mag besteden. In 2023 wordt de vrijstelling eigen woning naar ditzelfde bedrag verlaagd. Ouders kunnen dit bedrag schenken voor de eigen woning, σf voor vrije besteding. Beide kan niet. Bron: Rijksoverheid, dinsdag 8 maart 2022 |
Tariefgroepen: | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
Belaste verkrijging: | 0 - 130.425 | 0 - 128.751 | 0 - 126.723 |
Partners en kinderen | 10% | 10% | 10% |
(achter) Kleinkinderen | 18% | 18% | 18% |
Overige verkrijgers | 30% | 30% | 30% |
Belaste verkrijging: | 130.425 en hoger | 128.751 en hoger | 126.723 en hoger |
Partners en kinderen | 20% | 20% | 20% |
(achter) Kleinkinderen | 36% | 36% | 36% |
Overige verkrijgers | 40% | 40% | 40% |
Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
29,0% | 30,1% | 30,1% |
Waarde auto's : 85% van de cataloguswaarde | Waarde auto's : 85% van de cataloguswaarde | Waarde auto's : 85% van de cataloguswaarde |
Vrijstelling: | Vrijstelling: | Vrijstelling: |
Waarde van de prijs < 450 | Waarde van de prijs < 450 | Waarde van de prijs < 450 |
Inleg is groter of gelijk aan gewonnen prijs | Inleg is groter of gelijk aan gewonnen prijs | Inleg is groter of gelijk aan gewonnen prijs |
Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
Woningen (35 jaar en ouder) 2% | Woningen (35 jaar en ouder) 2% | Woningen: 2% |
Woningen (starters van 18 t/m 34 jaar) 0% | Woningen (starters van 18 t/m 34 jaar) 0% | Woningen (starters van 18 t/m 34 jaar) n.v.t. |
De vrijstelling geldt alleen voor woningen onder de 400.000 | De vrijstelling geldt vanaf april 2021 alleen voor woningen onder de 400.000 | n.v.t. |
Woningen (niet hoofdbewoner) 8% | Woningen (niet hoofdbewoner) 8% | Woningen (niet hoofdbewoner) 6% |
Bijvoorbeeld Beleggers | Bijvoorbeeld Beleggers | Bijvoorbeeld Beleggers |
Bedrijfspanden 8% | Bedrijfspanden 8% | Bedrijfspanden 6% |
(Alle genoemde bedragen zijn 'bruto') | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
(Rode bedragen zijn netto) | per 1 juli | per 1 januari | per 1 juli | per 1 januari | per 1 juli | per 1 januari |
Minimumloon: | 1.756,20 | 1.725,00 | 1.701,00 | 1.684,80 | 1.680,00 | 1.653,60 |
(21 jaar en ouder) | + 1,81% | + 1,41% | + 0,96% | + 0,29% | + 1,60% | + 1,10% |
AOW 70%: | 1.308,56 | 1.290,39 | 1.275,39 | 1.266,46 | 1.245,04 | 1.230,24 |
+ 1,41% | + 1,18% | + 0,71% | + 1,72% | + 1,20% | + 2,27% | |
tegemoetkoming: | 26,38 | 26,38 | 26,04 | 26,04 | 25,63 | 25,63 |
Totaal: | = 1.334,94 | = 1.316,77 | = 1.301,43 | = 1.292,50 | = 1.270,67 | = 1.255,87 |
-/- bijdrage Zvw: | -/- 73,42 | -/- 72,42 | -/- 74,83 | -/- 74,31 | -/- 69,25 | -/- 68,44 |
NETTO met heffingskorting: | 1.261,52 | 1.244,35 | 1.226,60 | 1.218,19 | 1.201,42 | 1.187,43 |
vakantiegeld: | 69,30 | 70,54 | 71,13 | 71,93 | 69,19 | 72,04 |
AOW 50%: | 887,77 | 874,69 | 863,66 | 857,63 | 844,40 | 833,92 |
+ 1,50% | + 1,28% | + 0,70% | + 1,57% | + 1,26% | + 1,88% | |
tegemoetkoming: | 26,38 | 26,38 | 26,04 | 26,04 | 25,63 | 25,63 |
Totaal: | = 914,15 | = 901,07 | = 889,70 | = 883,67 | = 870,03 | = 859,55 |
-/- bijdrage Zvw: | -/- 50,27 | -/- 49,55 | -/- 51,15 | -/- 50,81 | -/- 47,41 | -/- 46,84 |
NETTO met heffingskorting: | 863,88 | 851,52 | 838,55 | 832,86 | 822,62 | 812,71 |
vakantiegeld: | 49,51 | 50,39 | 50,80 | 51,37 | 49,42 | 51,46 |
UITKERINGSBEDRAGEN
Tariefgroepen: | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
t/m 200.000 | 16,50% | ||
t/m 245.000 | 15,00% | ||
t/m 395.000 | 15,00% | ||
vanaf 200.000 | 25,00% | ||
vanaf 245.000 | 25,00% | ||
vanaf 395.000 | 25,80% | ||
21) TARIEF BOX 2
AANMERKELIJK BELANG
U hebt een aanmerkelijk belang als u, eventueel samen met uw fiscale partner, direct of indirect minimaal 5% in aandelen, winstbewijzen, genotsrechten en stemrecht. |
Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
26,90% | 26,90% | 26,25% |
22) AUTO ZAKEN
Bij meer dan 500 privι kilometerBijtelling: | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
(Nieuw toegelaten in 2022) | (Nieuw toegelaten in 2021) | (Nieuw toegelaten in 2020) | |
> 0 CO2-uitstoot per km | 16% | 12% | 8% |
> meer dan 0 CO2-uitstoot per km | 22% | 22% | 22% |
Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | |
Elektrisch: | |||
< | 16% (< 35.000) | 12% (< 40.000) | 8% (< 45.000) |
Waarde boven | 22% (Waarde boven 35.000) | 22% (Waarde boven 40.000) | 22% (Waarde boven 45.000) |
Waterstof: | 12% | 8% | |
Prijzen exclusief voorraadheffing | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
Inclusief 21% BTW | Exclusief BTW | Inclusief 21% BTW | Exclusief BTW | Inclusief 21% BTW | Exclusief BTW | |
Benzine | 0,99669 | 0,82371 | 0,98390 | 0,81314 | 0,96840 | 0,80033 |
Diesel | 0,63944 | 0,52846 | 0,63123 | 0,52168 | 0,60938 | 0,50362 |
LPG (1 liter = 0,54kg) | 0,23513 | 0,19432 | 0,23210 | 0,19182 | 0,22846 | 0,18881 |
Verlagen accijns op benzine en diesel met 21% per 1 april 2022 tot en met 31 december 2022. Het kabinet stelt voor de accijns op benzine en diesel tijdelijk te verlagen met 21%. Als gevolg daarvan daalt het accijnstarief van benzine met 17,3 cent per liter en het accijnstarief van diesel met 11,1 cent. De verlaging van de accijnzen geldt voor negen maanden en leidt tot een budgettaire derving van 1.026 miljoen euro. Bron: Rijksoverheid vrijdag 11 maart 2022 De vorige week aangekondigde verlaging van de accijns op benzine en diesel per 1 april gaat ook gelden voor LPG en LNG. Dit heeft staatssecretaris van Rij vandaag toegezegd in een debat met de Tweede Kamer. Vorige week werd al bekend dat de accijns op benzine en diesel per 1 april 2022 tot het einde van het jaar wordt verlaagd met respectievelijk 17,3 cent en 11,1 cent per liter. Ook de accijns op LPG (waaronder vloeibaar propaan en butaan) en LNG wordt met 4,1 cent per liter verlaagd. Bron: Rijksoverheid donderdag 17 maart 2022 |
Prijzen exclusief voorraadheffing | Vanaf 1 april 2022 | Korting vanaf 1 april 2022 |
Inclusief 21% BTW | Exclusief BTW | Inclusief 21% BTW | Exclusief BTW | Korting bij 45 liter (incl btw) | ||
Benzine | 0,78739 | 0,65073 | 21% * 0,99669 = 0,20930 | 21% * 0,82371 = 0,17298 | 9,4185 | |
Diesel | 0,50516 | 0,41748 | 21% * 0,63944 = 0,13428 | 21% * 0,52846 = 0,11098 | 6,0426 | |
LPG (1 liter = 0,54kg) | 0,18576 | 0,15351 | 21% * 0,23513 = 0,04937 | 21% * 0,19432 = 0,04081 | 2,2217 |
22A) FIETS VAN DE ZAAK
Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | |
Fiets bijtelling: | 7% | 7% | 7% |
23) ENERGIEBELASTING (EB) (Milieubelastingen)
Vanaf 2015 is de 'Belastingvermindering EB per aansluiting' voor ruimten zonder verblijfsfunctie, zoals de algemene ruimten van een appartementencomplex, afgeschaft.
" " = positief voor portemonnee | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
" " = negatief voor portemonnee | Inclusief btw 21% / 9% | Exclusief btw | Inclusief btw | Exclusief btw | Inclusief btw | Exclusief btw |
Belastingvermindering EB per aansluiting | ||||||
Per jaar : | 824,77 / 742,98 | 681,63 | 558,56 | 461,62 | 527,17 | 435,68 |
Per dag (/365): | 2,259644 / 2,035553 | 1,867480 | 1,530301 | 1,264712 | 1,440363 | 1,190383 |
(2020 = 366 dagen) | +/+ 266,21 / +/+ 184,42 | +/+ 31,39 | +/+ 215,55 | |||
GAS (per m3): | ||||||
(0 - 170.000) | 0,439496 / 0,395910 | 0,36322 | 0,421758 | 0,34856 | 0,403015 | 0,33307 |
+ 0,017738 / - 0,025848 | +/+ 0,018743 | +/+ 0,048328 | ||||
Opslag Duurzame Energie: | 0,104665 / 0,094285 | 0,0865 | 0,102971 | 0,0851 | 0,093775 | 0,0775 |
(0 - 170.000) | + 0,001694 / - 0,008686 | +/+ 0,009196 | +/+ 0,030371 | |||
Totaal overheidsheffingen: | 0,544161 / 0,490195 | 0,44972 | 0,524729 | 0,43366 | 0,496790 | 0,41057 |
+/+ 0,019432 / -/- 0,034534 | (+/+ 0,027939) | (+/+ 0,078699) | ||||
= +/+ 3,70% / -/- 6,58% | = +/+ 5,62% | = +/+ 18,82% | ||||
ELEKTRICITEIT (per kWh): | ||||||
(0 - 10.000) | 0,044516 / 0,040101 | 0,03679 | 0,114079 | 0,09428 | 0,118217 | 0,09770 |
- 0,069563 / - 0,073978 | -/- 0,004138 | -/- 0,001125 | ||||
Opslag Duurzame Energie: | 0,036905 / 0,033245 | 0,0305 | 0,036300 | 0,0300 | 0,033033 | 0,0273 |
(0 - 10.000) | + 0,000605 / - 0,003055 | +/+ 0,003267 | +/+ 0,010164 | |||
Totaal overheidsheffingen: | 0,081421 / 0,073346 | 0,06729 | 0,150379 | 0,12428 | 0,151250 | 0,12500 |
-/- 0,068958 / -/- 0,077033 | (-/- 0,000871) | (+/+ 0,009039) | ||||
= -/- 45,86% / -/- 51,23% | = -/- 0,58% | = +/+ 6,36% | ||||
DRINKWATER (per m3: | ||||||
(laag % omzetbelasting) | ||||||
Belasting op leidingwater: | 0,39131 | 0,359 | 0,38586 | 0,354 | 0,37932 | 0,348 |
Totaal overheidsheffingen: | 0,39131 | 0,359 | 0,38586 | 0,354 | 0,37932 | 0,348 |
(+/+ 0,00545) | (+/+ 0,00654) | (+/+ 0,00545) | ||||
= +/+ 1,41% | = +/+ 1,72% | = +/+ 1,46% | ||||
Verlagen
BTW
op
energie
van
21%
naar
9%
per
1
juli t/m 31 december 2022 Het kabinet stelt voor de btw op energie (aardgas, elektriciteit en stadsverwarming) tijdelijk te verlagen van 21% naar 9%. Deze maatregel geldt voor een periode van zes maanden. Door deze maatregel daalt de energierekening met 10%. Voor een huishouden met een gemiddeld verbruik levert dit een verlaging van de energierekening in 2022 op van ongeveer 140 euro (ruim 20 euro per maand). Het kabinet is in gesprek met de branche om het effect van de verlaging zo snel mogelijk bij huishoudens terecht te laten komen. Bron: Rijksoverheid vrijdag 11 maart 2022 |
Wat ben je meer of minder kwijt ten opzichte van het vorige jaar: |
" " = positief voor portemonnee | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
" " = negatief voor portemonnee | Inclusief 21% btw | Exclusief btw | Inclusief btw | Exclusief btw | Inclusief btw | Exclusief btw |
* Alleenstaande * | ||||||
Belastingvermindering | -/- 266,21 | -/- 31,39 | -/- 215,55 | |||
650 m3 | 12,63 | 18,16 | 51,15 | |||
1.925 kWh | -/- 132,74 | -/- 1,68 | 17,40 | |||
46 m3 | 0,25 | 0,30 | 0,25 | |||
Totaal: | -/- 386,07 | -/- 14,61 | -/- 146,75 | |||
* Gezin met 2 kinderen * | ||||||
Belastingvermindering | -/- 266,21 | -/- 31,39 | -/- 215,55 | |||
1.720 m3 | 33.43 | 48,06 | 135,36 | |||
4.155 kWh | -/- 286,65 | -/- 3,62 | 37,55 | |||
163 m3 | 0,88 | 1,07 | 0,59 | |||
Totaal: | -/- 518,42 | +/+ 14,12 | -/- 41,75 |
Bron inzake gemiddelde : Milieu Centraal en RVO (berekening Nibud, 2019) |
LEVERINGSKOSTEN | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
(Leveringskosten bij een gemiddeld huishoudelijk verbruik) | Per jaar: Inclusief btw 21% / 9% | Per dag: (365 dagen) | Per jaar: | Per dag: (365 dagen) | Per jaar: | Per dag: (366 dagen) |
" " = positief voor portemonnee | ||||||
" " = negatief voor portemonnee | ||||||
ELEKTRICITEIT | ||||||
Liander (3 x 25 ampθre 'bemeten') | 275,68 / 248,34 | 0,755288 | 274,17 | 0,751151 | 256,68 | 0,701311 |
+/+ 1,51 / -/- 25,83 | +/+ 17,49 | +/+ 4,28 | ||||
Vattenfall (*) | 71,87 / 64,74 | 71,87 | 0,1969 | 59,82 | 0,1634 | |
0,00 / -/- 7,13 | +/+ 12,05 | +/+ 20,76 | ||||
GAS | ||||||
Liander (G6 < 4000 m3) | 200,20 / 180,35 | 0,548493 | 204,69 | 0,560795 | 200,34 | 0,547377 |
-/- 4,50 / -/- 24,34 | +/+ 4,35 | +/+ 9,15 | ||||
Vattenfall (*) | 71,87 / 64,74 | 71,87 | 0,1969 | 59,82 | 0,1634 | |
0,00 / -/- 7,13 | +/+ 12,05 | +/+ 14,81 | ||||
(*) tarief kan per leverancier verschillen |
ENERGIETOESLAG
Het wetsvoorstel 'Eenmalige energietoeslag lage inkomens' is
op dinsdag 12 juli 2022 aangenomen door de Eerste Kamer. De
energietoeslag is een vorm van categoriale bijzondere
bijstand. De gemeente heeft de beleidsvrijheid om te bepalen
hoe zij de energietoeslag precies vormgeeft.
Handreiking en modelteksten Energietoeslag
In opdracht van het ministerie van SZW heeft Stimulansz een
handreiking Energietoeslag samengesteld en
modelbeleidsregels, modelbeschikkingen en -brieven en een
modelaanvraagformulier geschreven. Om te zorgen dat
gemeenten de energietoeslag zoveel mogelijk op een
eenvoudige en uniforme wijze uitvoeren heeft het ministerie
van SZW in overleg met de VNG een richtlijn voor de
uitvoering gemaakt. In onderstaande documenten wordt deze richtlijn gevolgd. Handreiking energietoeslag versie 6 In deze handreiking versie 6 is de verhoging van het richtbedrag van de energietoeslag met 500 naar in totaal 1.300 ( 800 + 500) opgenomen. De handreiking bevat ook informatie over de wijziging in de looptijd van de regeling en de verhoging van het budget voor de gemeenten. Ook is een toelichting van het ministerie van SZW over ondersteuning aan studenten met hoge energiekosten opgenomen. Ook de modelbeleidsregels, beschikkingen en het modelaanvraagformulier energietoeslag zijn aangepast. |
Handreiking eenmalige energietoeslag, Versie 6, dinsdag 19 juli 2022 |
Het kabinet gaat per 1 januari 2021 een vliegbelasting invoeren. De eerder voorgestelde vliegbelasting voor vrachtverkeer gaat niet door, na aanvullend onderzoek op verzoek van de Tweede Kamer. Het tarief van de vliegbelasting voor passagiers gaat daarom iets omhoog naar 7,45 per vertrekkende passagier.
(Bron: Rijksoverheid, vrijdag 13 november 2020)
Vliegbelasting / Vliegtaks / Ecotax | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
Nederland | 7,947 | 7,845 | Geen vliegtaks |
Belgiλ | |||
Duitsland (vanaf 1 januari 2011) | 13,00 (binnen Europese Unie) 25,00 (tot 6.000 km) 59,00 (> 6.000 km) |
Vliegbelasting in andere landen
24) EIGEN BIJDRAGE CAK (Centraal Administratie kantoor)
Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 |
Hoge eigen bijdrage | Lage eigen bijdrage | Hoge eigen bijdrage | Lage eigen bijdrage | Hoge eigen bijdrage | Lage eigen bijdrage | |
Per maand (maximaal): | 2.506,00 | 913,40 | 2.469,20 | 899,80 | 2.419,40 | 861,80 |
Per maand (minimaal): | 0 | 174,00 | 0 | 171,40 | 0 | 168,00 |
Aftrek persoonlijke kosten bij berekening eigen bijdrage: |
Alleenstaanden: | Gehuwden: | Alleenstaanden: | Gehuwden: | Alleenstaanden: | Gehuwden: | |
Aftrek persoonlijke kosten: |
4.011,00 | 6.239,00 | 3.906,00 | 6.076,00 | 3.778,00 | 5.877,00 | |
Aftrek (niet-) pensioengerechtigde leeftijd: |
Pensioengerechtigd: | 1.059,00 | 2.118,00 | 1.044,00 | 2.088,00 | 1.023,00 | 2.046,00 |
Niet-pensioengerechtigd: | 1.895,00 | 3.790,00 | 1.867,00 | 3.734,00 | 1.830,00 | 3.660,00 |
Aftrek premie zorgverzekering: |
Standaard premie: | 1.642,00 | 1.609,00 | 1.546,00 | |||
Inkomensafhankelijke bijdrage: | zie salaris opgave | zie salaris opgave | zie salaris opgave | |||
Inkomens vrijstellingsgrens: |
Heb in jaar AOW-leeftijd bereikt | 9.672,00 | 11.452 | 9.264,00 | 11.023,00 | 8.925,00 | 10.592,00 |
Heb in jaar nog niet AOW-leeftijd bereikt | 7.319,00 | 14.831 | 7.041,00 | 14.313,00 | 6.768,00 | 13.658,00 |
Mijn beschikbaar inkomen is lager dan de vrijstellingsgrens : Dan geldt er geen aftrek. Mijn beschikbaar inkomen is hoger dan de vrijstellingsgrens : Dan trekken wij 25% van uw beschikbaar inkomen boven de vrijstellingsgrens af. |
Maximale korting niet-AOW gerechtigde leeftijd: |
10.542,00 | 21.084,00 | 10.376,00 | 20.752,00 | 10.253,00 | 20.506,00 | |
Meer info : www.hetcak.nl
Brochure CAK 2021Wat is de aftrek van het beschikbaar inkomen (CAK)?
26) REGELING VOOR VERVROEGDE UITTREDING (RVU)
Als uitvloeisel van de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen is met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2021 in de Wet op de loonbelasting een drempelvrijstelling voor regelingen voor vervroegde uittreding (RVU) opgenomen. De vrijstelling geldt voor uitkeringen tot een bedrag gelijk aan het gebruteerde netto-ouderdomspensioen per maand volgens de Algemene Ouderdomswet.
In verband met de indexeringsvoorschriften is het aanvankelijk in de wet opgenomen bedrag van 1.767 vervangen door 1.847.
Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | |
Per maand | 1.874 | 1.847 | N.V.T. |
Per jaar | 22.488 | 22.164 | N.V.T. |
Websites met betrekking tot bovenstaande informatie: |
Nieuwsbrief Loonheffingen 2021 (uitgave 2) | Wijzigingen Belastingheffing per 01 januari 2021 (MvF) |
25) FISCALE EN SOCIALE VERZEKERINGEN INFORMATIE IN SCHEMA'S
Bron : Telegraaf, vrijdag 31 december 2021 |
Bron : Telegraaf, vrijdag 31 december 2021 |
** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken **