|
** MENU ** |
1) ALGEMENE HEFFINGSKORTING (AHK)
(Verzamelinkomen) Het kabinet heeft voorgesteld om de hoogte van de algemene heffingskorting niet langer af te laten hangen van alleen de omvang van het box 1 inkomen (inkomen uit werk en woning), maar van het gezamenlijke inkomen in box 1, box 2 en box 3 (het verzamelinkomen). Deze maatregel gaat echter pas per 2025 in.Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
(*) Per 1 januari 2009 is de bovengrens van het eigenwoningforfait vervallen ('Villa-taks').
Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
€ 0 t/m € 12.500 : nihil | € 0 t/m € 12.500 : nihil | € 0 t/m € 12.500 : nihil |
€ 12.501 t/m € 25.000 : 0,10% | € 12.501 t/m € 25.000 : 0,15% | € 12.501 t/m € 25.000 : 0,20% |
€ 25.001 t/m € 50.000 : 0,20% | € 25.001 t/m € 50.000 : 0,25% | € 25.001 t/m € 50.000 : 0,30% |
€ 50.001 t/m € 75.000 : 0,25% | € 50.001 t/m € 75.000 : 0,35% | € 50.001 t/m € 75.000 : 0,40% |
€ 75.001 t/m € 1.200.000 : 0,35% | € 75.001 t/m € 1.130.000 : 0,45% | € 75.001 t/m € 1.110.000 : 0,50% |
€ 1.200.000 * 0,35% : € 4.200 | € 1.130.000 * 0,45% : € 5.085 | € 1.110.000 * 0,50% : € 5.550 |
€ 1.200.000 > : € 4.200 + 2,35% voor zover WOZ waarde uitgaat > € 1.200.000 | € 1.130.000 > : € 5.085 + 2,35% voor zover WOZ waarde uitgaat > € 1.130.000 | € 1.110.000 > : € 5.550 + 2,35% voor zover WOZ waarde uitgaat > € 1.110.000 |
WOZ waarde per 1 januari 2022 | WOZ waarde per 1 januari 2021 | WOZ waarde per 1 januari 2020 |
WET HILLEN (vanaf 2019)
De aftrek Hillen (vanaf 1 januari 2005) is van toepassing als het eigenwoningforfait hoger is dan de aftrekbare kosten voor de eigen woning. De aftrek was even groot als het (positieve) verschil tussen beide. Per saldo dus geen belastbare inkomsten uit eigenwoning. Vanaf 2019 wordt deze aftrek in 30 jaren in stappen van 3 1/3%-punt afgebouwd tot nihil. Bij een negatief eigenwoningforfait (meer hypotheekrente / kosten dan 'inkomsten eigen woning') veranderd er dus niets.
Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
(5e jaar) | (4e jaar) | (3e jaar) |
3 1/3% * 5 jaar : 16 2/3% | 3 1/3% * 4 jaar : 13 1/3% | 3 1/3% * 3 jaar : 10,0% |
Aftrek vanwege geen/kleine eigenwoning schuld: | Aftrek vanwege geen/kleine eigenwoning schuld: | Aftrek vanwege geen/kleine eigenwoning schuld: |
100% -/- 16 2/3% : 83,333% | 100% -/- 13 1/3% : 86,667% | 100% -/- 10% : 90,00% |
Voorbeeld: | Voorbeeld: | Voorbeeld: |
€ 3.000 eigenwoningforfait | € 3.000 eigenwoningforfait | € 3.000 eigenwoningforfait |
€ 2.000 hypotheekrente / kosten | € 2.000 hypotheekrente / kosten | € 2.000 hypotheekrente / kosten |
€ 3.000 -/- € 2.000 : € 1.000 | € 3.000 -/- € 2.000 : € 1.000 | € 3.000 -/- € 2.000 : € 1.000 |
Per saldo is uw eigenwoningforfait dan € 1.000 | Per saldo is uw eigenwoningforfait dan € 1.000 | Per saldo is uw eigenwoningforfait dan € 1.000 |
Aftrek geen/kleine eigenwoning schuld is € 833 (= € 1.000 x 83,333%) | Aftrek geen/kleine eigenwoning schuld is € 867 (= € 1.000 x 86,667%) | Aftrek geen/kleine eigenwoning schuld is € 900 (= € 1.000 x 90%) |
€ 1.000 -/- € 833 : € 167 > inkomsten box 1 | € 1.000 -/- € 867 : € 133 > inkomsten box 1 | € 1.000 -/- € 900 : € 100 > inkomsten box 1 |
Jaar: | Jaar: | Jaar: | |||
2019 | 3 1/3% | 2029 | 36 2/3% | 2039 | 70% |
2020 | 6 2/3% | 2030 | 40% | 2040 | 73 1/3% |
2021 | 10% | 2031 | 43 1/3% | 2041 | 76 2/3% |
2022 | 13 1/3% | 2032 | 46 2/3% | 2042 | 80% |
2023 | 16 2/3% | 2033 | 50% | 2043 | 83 1/3% |
2024 | 20% | 2034 | 53 1/3% | 2044 | 86 2/3% |
2025 | 23 1/3% | 2035 | 56 2/3% | 2045 | 90% |
2026 | 26 2/3% | 2036 | 60% | 2046 | 93 1/3% |
2027 | 30% | 2037 | 63 1/3% | 2047 | 96 2/3% |
2028 | 33 1/3% | 2038 | 66 2/3% | 2048 | 100% |
Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
(10e jaar) | (9e jaar) | (8e jaar) |
Aftrek in vierde schijf : 36,93% (49,50% -/- 12,57%) | Aftrek in vierde schijf : 40,00% (49,50% -/- 9,50%) | Aftrek in vierde schijf : 43,00% (49,50% -/- 6,50%) |
Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
De regeling uitgaven voor specifieke zorgkosten kent een vermenigvuldigingsfactor voor de aftrekposten met uitzondering van de uitgaven voor genees- en heelkundige hulp.
Inkomensafhankelijke combinatiekorting
Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
|
|
|
Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | |
Schijf : | Jonger dan de AOW-leeftijd | Jonger dan de AOW-leeftijd | Jonger dan de AOW-leeftijd |
1A | € 0 tot en met € 37.149 / 36,93% (-/- 0,14%) | € 0 tot en met € 35.472 / 37,07% (-/- 0,03%) | € 0 en met € 35.129 / 37,10% (-/- 0,25%) |
1B | € 37.150 tot en met € 73.031 / 36,93% (-/- 0,14%) | € 35.473 tot en met € 69.398 / 37,07% (-/- 0,03%) | € 35.130 tot en met € 68.507 / 37,10% (-/- 0,25%) |
2 | € 73.032 of meer / 49,50% | € 69.399 of meer / 49,50% | € 68.508 of meer / 49,50% |
Schijf : | AOW-leeftijd en ouder, geboren in 1946 of later | AOW-leeftijd en ouder, geboren in 1946 of later | AOW-leeftijd en ouder, geboren in 1946 of later |
1A | € 0 tot en met € 37.149 / 19,03% (-/- 0,14%) | € 0 tot en met € 35.472 / 19,17% (-/- 0,03%) | € 0 en met € 35.129 / 19,20% (-/- 0,25%) |
1B | € 37.150 tot en met € 73.031 / 36,93% (-/- 0,14%) | € 35.473 tot en met € 69.398 / 37,07% (-/- 0,03%) | € 35.130 tot en met € 68.507 / 37,10% (-/- 0,25%) |
2 | € 73.032 of meer / 49,50% | € 69.399 of meer / 49,50% | € 68.508 of meer / 49,50% |
Schijf : | AOW-leeftijd en ouder, geboren in 1945 of eerder | AOW-leeftijd en ouder, geboren in 1945 of eerder | AOW-leeftijd en ouder, geboren in 1945 of eerder |
1A | € 0 tot en met € 38.703 / 19,03% (-/- 0,14%) | € 0 tot en met € 36.409 / 19,17% (-/- 0,03%) | € 0 en met € 35.941 / 19,20% (-/- 0,25%) |
1B | € 38.704 tot en met € 73.031 / 36,93% (-/- 0,14%) | € 36.410 tot en met € 69.398 / 37,07% (-/- 0,03%) | € 35.942 tot en met € 68.507 / 37,10% (-/- 0,25%) |
2 | € 73.032 of meer / 49,50% | € 69.399 of meer / 49,50% | € 68.508 of meer / 49,50% |
Samenstelling schijf 1A: | Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
< AOW leeftijd / > AOW leeftijd | < AOW leeftijd / > AOW leeftijd | < AOW leeftijd / > AOW leeftijd | |
Premie AOW : | 17,90% / nihil | 17,90% / nihil | 17,90% / nihil |
Premie Anw : | 0,10% / 0,10% | 0,10% / 0,10% | 0,10% / 0,10% |
Premie Wlz : | 9,65% / 9,65% | 9,65% / 9,65% | 9,65% / 9,65% |
sub-totaal : | 27,65% / 9,75% | 27,65% / 9,75% | 27,65% / 9,75% |
Loonbelasting : | 9,28% / 9,28% (-/- 0,14%) | 9,42% / 9,42% (-/- 0,03%) | 9,45% / 9,45% (-/- 0,25%) |
Totaal : | 36,93% / 19,03% | 37,07% / 19,17% | 37,10% / 19,20% |
AOW : Algemene Ouderdoms Wet | Anw : Algemene Nabestaanden Wet | Wlz : Wet Langdurige Zorg |
MAXIMALE BEDRAGEN PER SCHIJF :
Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | |
Schijf : | < AOW leeftijd / > AOW leeftijd na 1946 | < AOW leeftijd / > AOW leeftijd na 1946 | < AOW leeftijd / > AOW leeftijd na 1946 |
1A | € 37.149 * 36,93% : € 13.719 / € 37.149 * 19,03% : € 7.069 | € 35.472 * 37,07% : € 13.150 / € 35.472 * 19,17% : € 6.800 | € 35.129 * 37,10% : € 13.033 / € 35.129 * 19,20% : € 6.745 |
1B | € 35.882 * 36,93% : € 13.251 / € 35.882 * 36,93% : € 13.251 | € 33.926 * 37,07% : € 12.576 / € 33.926 * 37,07% : € 12.577 | € 33.378 * 37,10% : € 12.383 / € 33.378 * 37,10% : € 12.383 |
Cum. t/m 1e schijf: | € 26.970 / € 20.320 | € 25.726 / € 19.377 | € 25.416 / € 19.128 |
Belastingdruk: | € 26.970 / € 73.031 : 36,93% / € 20.320 / € 73.031 : 27,82% | € 25.726 / € 69.398 : 37,07% / € 19.377 / € 69.398 : 27,92% | € 25.416 / € 68.507 : 37,10% / € 19.128 / € 68.507 : 27,92% |
2 | > € 73.031 * 49,50% / > € 73.031 * 49,50% | > € 69.398 * 49,50% / > € 69.398 * 49,50% | > € 68.508 * 49,50% / > € 68.508 * 49,50% |
@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@
(Toeslagen bestaan sinds 01 januari 2006; Vermogenstoets bij de Zorgtoeslag bestaat sinds 01 januari 2013)Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
Dashboard Huurtoeslag (Rijksoverheid)
Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
Woningcorporaties moeten jaarlijks minimaal 80% van hun vrijgekomen sociale-huurwoningen toewijzen aan huishoudens met een inkomen tot € 40.024 (prijspeil 2021). 10% mag naar huishoudens met een inkomen tussen € 40.024 en € 44.655 (prijspeil 2021). En 10% mag naar de hogere inkomens. |
Gezinnen sneller in aanmerking voor sociale huurwoning De Tweede Kamer heeft ingestemd (dinsdag 8 december 2020) met het wetsvoorstel om meerpersoonshuishoudens sneller in aanmerking te laten komen voor een sociale huurwoning van een woningcorporatie. Ook het wetsvoorstel om huurders een tijdelijke huurkorting te geven is door de Tweede Kamer aangenomen. De wetsvoorstellen worden binnenkort behandeld in de Eerste Kamer. Gezinnen De grens voor meerpersoonshuishoudens wordt vanaf 2022 voor drie jaar verhoogd (grenzen 2020: van € 39.055 naar € 43.126). Gezinnen met een laag middeninkomen voor wie het aanbod in de vrije sector onvoldoende aansluit bij hun financiële mogelijkheden, krijgen nu meer kansen om een betaalbare woning te vinden. De grens voor eenpersoonshuishoudens blijft € 39.055. Maatwerk Woningcorporaties krijgen daarnaast vanaf 2022 meer ruimte om lokaal maatwerk toe te passen op het moment dat daar behoefte aan is. Dit maakt het mogelijk om in gemeenten waar de druk op de woningmarkt groot is, alsnog een sociale huurwoning toe te wijzen aan bijvoorbeeld een leraar of verpleegkundige die een inkomen heeft net boven de vastgestelde inkomensgrens. De zogenoemde lokale vrije toewijzingsruimte was standaard 10%. Dit wordt 15% als daar behoefte aan is. Indien lokaal maatwerk niet noodzakelijk is, dan wordt de vrije toewijzingsruimte 7,5%. |
Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
€ 385,= per jaar | € 385,= per jaar | € 385,= per jaar |
ZORGPREMIE
(Premie DSW)Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
€ 1.650,00 per jaar. Gemiddeld € 137,50 per maand | € 1.533,00 per jaar. Per maand € 127,75. | € 1.494,00 per jaar. Per maand € 124,50. |
+/+ € 117,00 per jaar / +/+ € 9,75 per maand > 7,63% | +/+ € 39,00 per jaar / +/+ € 3,25 per maand > 2,61% | +/+ € 78,00 per jaar / +/+ € 6,50 per maand > 5,51% |
Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 | Boekjaar 2018 | Boekjaar 2017 | |
Spaargeld | 0,01% | 0,04% | 0,08% | 0,12% | 0,25% | |
Beleggingen | 5,69% | 5,28% | 5,59% | 5,38% | 5,39% | |
Schulden | 2,46% | 2,74% | 3,00% | 3,20% | 3,43% | |
Drempel schulden | € 3.200 | € 3.200 | € 3.100 | € 3.100 | € 3.000 | € 3.000 |
Belasting %: | 31% | 31% | 30% | 30% | 30% | 30% |
Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
Vrijstelling BOX 3 | Vrijstelling BOX 3 | Vrijstelling BOX 3 |
Per 31 december 2021 / 1 januari 2022 | Per 31 december 2020 / 1 januari 2021 | |
€ 50.650 / € 101.300 | € 50.000 / € 100.000 | |
Extra minderjarige kinderen : vervallen | Extra minderjarige kinderen : vervallen | |
Extra ouderentoeslag in Box 3: | Extra ouderentoeslag in Box 3: | |
Vervallen per 1 januari 2016 | Vervallen per 1 januari 2016 | |
Vrijstelling voor uitvaartverzekering: | Vrijstelling voor uitvaartverzekering: | |
€ 7.444 | € 7.348 | |
Vrijstelling voor groene beleggingen: | Vrijstelling voor groene beleggingen: | |
€ 61.215 / € 122.430 | € 60.429 / € 120.858 | |
Extra heffingskorting 0,70% van de vrijstelling | Extra heffingskorting 0,70% van de vrijstelling | |
Drempel schulden : € 3.200 | Drempel schulden : € 3.200 |
TARIEF BOX 3
Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
SV-dagen 2023 | SV-dagen 2022 | SV-dagen 2021 |
JAN : 22 | JUL : 21 | JAN : 21 | JUL : 21 | JAN : 21 | JUL : 22 |
FEB : 20 | AUG : 23 | FEB : 20 | AUG : 23 | FEB : 20 | AUG : 22 |
MRT : 23 | SEP : 21 | MRT : 23 | SEP : 22 | MRT : 23 | SEP : 22 |
APR : 20 | OKT : 22 | APR : 21 | OKT : 21 | APR : 22 | OKT : 21 |
MEI : 23 | NOV : 21 | MEI : 22 | NOV : 22 | MEI : 21 | NOV : 22 |
JUN : 22 | DEC : 22 | JUN : 22 | DEC : 22 | JUN : 22 | DEC : 23 |
Totaal : 260 dagen | Totaal : 260 dagen | Totaal : 261 dagen |
Meer SV dagen berekeningen |
Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
Werknemersverzekeringen maximaal | Werknemersverzekeringen maximaal | Werknemersverzekeringen maximaal |
€ 229,63 * 260 (SV-dagen) : € 59.706,00 | € 224,27 * 260 (SV-dagen) : € 58.311,00 | |
of € 4.975,50 * 12 maanden : € 59.706,00 | of € 4.859,25 * 12 maanden : € 58.311,00 | |
Hoog: | ||
basispremie WAO/WIA : 7,05% (+/+ 0,02%) | basispremie WAO/WIA : 7,03% (+/+ 0,26%) | |
bijdrage kinderopvang : 0,50 % | bijdrage kinderopvang : 0,50 % | |
Totaal: 7,55% | Totaal: 7,53% | |
Laag: | ||
basispremie WAO/WIA : 5,49% | ||
bijdrage kinderopvang : 0,50 % | ||
Totaal: 5,99% | ||
Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) | Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) | Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) |
* Periode 1 januari t/m 31 juli * | ||
Vaste dienst : premie 2,70% | Vaste dienst : premie 2,70% | |
Flexwerkers : premie 7,70% | Flexwerkers : premie 7,70% | |
* Periode 1 augustus t/m 31 december * | ||
Vaste dienst : premie 0,34% (-/- 2,36%) | ||
Flexwerkers : premie 5,34% (-/- 2,36%) | ||
(Vier weken loon gaat in per 16 augustus) | ||
In verband met de afschaffing van de Baangerelateerde InvesteringsKorting (BIK) worden de premiepercentages voor het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) met ingang van 1 augustus 2021 verlaagd. | ||
Werkgevers betalen in 2022 minder ww-premie voor mensen in vaste dienst en meer voor flexwerkers | Werkgevers betalen in 2021 minder ww-premie voor mensen in vaste dienst en meer voor flexwerkers | |
Franchise WW-AWf-premie: | Franchise WW-AWf-premie: | Franchise WW-AWf-premie: |
vervallen per 01 januari 2013 | vervallen per 01 januari 2013 | vervallen per 01 januari 2013 |
Minimum gebruikelijk loon DGA: | Minimum gebruikelijk loon DGA: | Minimum gebruikelijk loon DGA: |
€ 4.000,00 * 12 maanden : € 48.000,00 | € 3.916.67 * 12 maanden : € 47.000,00 | |
Werkkostenregeling (WKR) | Werkkostenregeling (WKR) | Werkkostenregeling (WKR) |
1,92% tot € 400.000 (= € 7.680) | 1,70% tot € 400.000 (= € 6.800) | 3,00% tot € 400.000 (= € 12.000) |
1,18% boven € 400.000 | 1,18% boven € 400.000 | 1,18% boven € 400.000 |
=fiscale loon | =fiscale loon | =fiscale loon |
(de vrije ruimte) | (de vrije ruimte) | (de vrije ruimte) |
** WKR (verplichting) is ingevoerd op 1 januari 2015 ** | ** WKR (verplichting) is ingevoerd op 1 januari 2015 ** | ** WKR (verplichting) is ingevoerd op 1 januari 2015 ** |
Baangerelateerde Investeringskorting (BIK)
Investeringskorting voor bedrijven
Het kabinet stimuleert bedrijven om investeringen te doen met een nieuwe investeringskorting, de Baangerelateerde Investeringskorting. Deze tijdelijke regeling zorgt ervoor dat bedrijven ook in deze roerige tijden blijven investeren in bijvoorbeeld nieuwe machines. Bedrijven kunnen deze kosten verrekenen met hun loonheffing.
BIK wordt verder uitgewerkt
Details van de regeling worden verder uitgewerkt. Voor de aanvraag en uitvoering van de BIK werken Rijksdienst voor Ondernemers (RVO) en de Belastingdienst samen.
Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
Oudedagsreserve | Oudedagsreserve | Oudedagsreserve |
Toevoeging : 9,44% | Toevoeging : 9,44% | |
€ 9.632,= (maximaal) | € 9.395,= (maximaal) |
Zelfstandigenaftrek | Zelfstandigenaftrek | Zelfstandigenaftrek |
€ 5.030 (-/- € 1.280) | € 6.310 (-/- € 360) | € 6.670 (-/- € 360) |
2022 : € 6.310 (-/- € 360) | ||
2023 : € 5.950 (-/- € 360) | 2023 : € 5.950 (-/- € 360) | |
2024 : € 3.750 (-/- € 1.280) | 2024 : € 5.590 (-/- € 360) | 2024 : € 5.590 (-/- € 360) |
2025 : € 2.470 (-/- € 1.280) | 2025 : € 5.230 (-/- € 360) | 2025 : € 5.230 (-/- € 360) |
2026 : € 1.200 (-/- € 1.270) | 2026 : € 4.870 (-/- € 360) | 2026 : € 4.870 (-/- € 360) |
2027 : € 900 (-/- € 300) | 2027 : € 4.510 (-/- € 360) | 2027 : € 4.510 (-/- € 360) |
2028 : € 4.120 (-/- € 390) | 2028 : € 4.120 (-/- € 390) | |
2029 : € 4.010 (-/- € 110) | 2029 : € 4.010 (-/- € 110) | |
2030 : € 3.900 (-/- € 110) | 2030 : € 3.900 (-/- € 110) | |
2031 : € 3.790 (-/- € 110) | 2031 : € 3.790 (-/- € 110) | |
2032 : € 3.680 (-/- € 110) | 2032 : € 3.680 (-/- € 110) | |
2033 : € 3.570 (-/- € 110) | 2033 : € 3.570 (-/- € 110) | |
2034 : € 3.460 (-/- € 110) | 2034 : € 3.460 (-/- € 110) | |
2035 : € 3.350 (-/- € 110) | 2035 : € 3.350 (-/- € 110) | |
2036 : € 3.240 (-/- € 110) | 2036 : € 3.240 (-/- € 110) | |
Startersaftrek | Startersaftrek | |
€ 2.123 | € 2.123 | |
MKB-winstvrijstelling | MKB-winstvrijstelling | |
14,00% | 14,00% | |
Kleine Ondernemers Regeling (BTW) | Boekjaar 2023 | Boekjaar 2021 | Boekjaar 2021 |
Bij maximale omzet van € 20.000 per jaar | Bij maximale omzet van € 20.000 per jaar | Bij maximale omzet van € 20.000 per jaar | |
INVOERING VANAF 2020
Kleine ondernemers met maximaal € 20.000 omzet in Nederland kunnen vanaf 1
januari 2020 kiezen voor een vrijstelling van omzetbelasting. Dit betekent dat
hij geen btw in rekening brengt aan zijn afnemers en dus ook geen btw meer mag
vermelden op zijn facturen. Hij is daarnaast ook ontheven van het doen van
btw-aangiften en bijbehorende administratieve verplichtingen. Daar staat
tegenover dat deze ondernemer de btw die andere ondernemers aan hem in rekening
brengen niet in aftrek kan brengen. De regeling geldt alleen voor de door hem in
Nederland verrichte goederenleveringen en diensten.
Het kabinet wil hiermee de kleineondernemersregeling (KOR) vereenvoudigen voor
bedrijven en de Belastingdienst. De regeling gaat ook gelden voor bijvoorbeeld
stichtingen, verenigingen en bv’s.
Over met terugwerkende kracht voor KOR
Staatssecretaris Snel van Financiën heeft in een besluit aangegeven dat er geen terugwerkende kracht meer wordt toegekend aan de KleineOndernemersRegeling (KOR) voor de BTW. In een ander besluit heeft hij ook nog een aantal wijzigingen over de maatstaf van heffing in de BTW bekendgemaakt.
Vanaf 10 juli 2018 heeft de regeling die kleine ondernemers een ontheffing van de administratieve verplichtingen voor de BTW verleent, de KOR (tool), geen terugwerkende kracht meer. De KOR gaat pas in op de dag waarop de inspecteur over het verzoek om toepassing van de KOR heeft beslist c.q. de eerstvolgende aangiftedatum.
Vrijstelling: | Boekjaar 2023 | Boekjaar 2023 | Boekjaar 2021 |
ERFBELASTING | |||
Partner | € 680.645 | € 671.910 | |
Kinderen / kleinkinderen | € 21.559 | € 21.282 | |
Ouder | € 51.053 | € 50.397 | |
SCHENKINGSRECHT | |||
Kinderen | € 5.677 | € 6.604 | |
Kinderen 18-40 jaar eenmalig | € 27.231 | € 26.881 | |
Kinderen 18-40 jaar eenmalig voor studie | € 56.724 | € 55.996 | |
Kinderen 18-40 jaar eenmalig voor woning | € 106.671 | € 105.302 | |
Overige gevallen | € 2.274 | € 3.244 (€ 2.444 > erfbelasting) | |
Erfgenaam en aansprakelijkheid Erfgenamen kunnen nu tot maximaal het bedrag van hun erfenis aansprakelijk gesteld worden voor naheffings- en navorderingsaanslagen en aansprakelijkheidsschulden die pas zijn opgekomen na het overlijden van de erflater. De Belastingdienst mist daardoor soms verhaalsmogelijkheden, omdat mensen hun vermogen vlak voor hun overlijden wegschenken. De erfgenaam heeft dan geen of slechts een kleine erfenis ontvangen. De aansprakelijkheid wordt daarom uitgebreid met het bedrag van schenkingen die kort (tot 180 dagen) voor het overlijden van de erflater zijn ontvangen. De uitbreiding van de aansprakelijkheid geldt niet voor schenkingen die zijn vrijgesteld van schenkbelasting. Deze wijziging ging al vanaf dinsdag 18 september 2018 (15.15 uur) gelden |
Kabinet verlaagt schenkingsvrijstelling eigen woning per 1 januari 2023 De schenkingsvrijstelling eigen woning (jubelton) wordt per 1 januari 2023 verlaagd tot € 27.231. De vrijstelling zal per 1 januari 2024 helemaal worden afgeschaft, zoals ook afgesproken in het coalitieakkoord. Mensen tussen de 18 en 40 jaar kunnen nu nog een belastingvrije schenking voor de eigen woning krijgen van € 106.671. Het kabinet heeft op verzoek van de Tweede Kamer gekeken of het mogelijk was de vrijstelling al per 2023 af te schaffen of te verlagen. Conclusie was dat afschaffing niet mogelijk was, maar een verlaging wel. Naast de vrijstelling eigen woning bestaat de mogelijkheid voor ouders om hun kind eenmalig een bedrag van € 27.231 belastingvrij te schenken die het kind vrij mag besteden. In 2023 wordt de vrijstelling eigen woning naar ditzelfde bedrag verlaagd. Ouders kunnen dit bedrag schenken voor de eigen woning, óf voor vrije besteding. Beide kan niet. Bron: Rijksoverheid, dinsdag 8 maart 2022 |
Tariefgroepen: | Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
Belaste verkrijging: | € 0 - € 130.425 | € 0 - € 128.751 | |
Partners en kinderen | 10% | 10% | |
(achter) Kleinkinderen | 18% | 18% | |
Overige verkrijgers | 30% | 30% | |
Belaste verkrijging: | € 130.425 en hoger | € 128.751 en hoger | |
Partners en kinderen | 20% | 20% | |
(achter) Kleinkinderen | 36% | 36% | |
Overige verkrijgers | 40% | 40% |
Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 20 |
29,0% | 30,1% | |
Waarde auto's : 85% van de cataloguswaarde | Waarde auto's : 85% van de cataloguswaarde | |
Vrijstelling: | Vrijstelling: | |
Waarde van de prijs < € 450 | Waarde van de prijs < € 450 | |
Inleg is groter of gelijk aan gewonnen prijs | Inleg is groter of gelijk aan gewonnen prijs | |
Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
Woningen (35 jaar en ouder) 2% | Woningen (35 jaar en ouder) 2% | |
Woningen (starters van 18 t/m 34 jaar) 0% | Woningen (starters van 18 t/m 34 jaar) 0% | |
De vrijstelling geldt alleen voor woningen onder de € 400.000 | De vrijstelling geldt vanaf april 2021 alleen voor woningen onder de € 400.000 | |
Woningen (niet hoofdbewoner) 8% | Woningen (niet hoofdbewoner) 8% | |
Bijvoorbeeld Beleggers | Bijvoorbeeld Beleggers | |
Bedrijfspanden 8% | Bedrijfspanden 8% | |
(Alle genoemde bedragen zijn 'bruto') | Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
(Rode bedragen zijn netto) | per 1 juli | per 1 januari | per 1 juli | per 1 januari | per 1 juli | per 1 januari |
Minimumloon: | € 1.934,40 | € 1.756,20 | € 1.725,00 | € 1.701,00 | € 1.684,80 | |
(21 jaar en ouder) | + 10,15% | + 1,81% | + 1,41% | + 0,96% | + 0,29% | |
AOW 70%: | € 1.425,80 | € 1.308,56 | € 1.290,39 | € 1.275,39 | € 1.266,46 | |
+ 8,96% | + 1,41% | + 1,18% | + 0,71% | + 1,72% | ||
tegemoetkoming: | € 5,00 | € 26,38 | € 26,38 | € 26,04 | € 26,04 | |
Totaal: | € 1.430,80 | = € 1.334,94 | = € 1.316,77 | = € 1.301,43 | = € 1.292,50 | |
-/- bijdrage Zvw: | -/- € 77,69 | -/- € 73,42 | -/- € 72,42 | -/- € 74,83 | -/- € 74,31 | |
NETTO met heffingskorting: | € 1.353,11 | € 1.261,52 | € 1.244,35 | € 1.226,60 | € 1.218,19 | |
vakantiegeld: | € 71,77 | € 69,30 | € 70,54 | € 71,13 | € 71,93 | |
AOW 50%: | € 968,86 | € 887,77 | € 874,69 | € 863,66 | € 857,63 | |
+ 9,13% | + 1,50% | + 1,28% | + 0,70% | + 1,57% | ||
tegemoetkoming: | € 5,00 | € 26,38 | € 26,38 | € 26,04 | € 26,04 | |
Totaal: | € 973,86 | = € 914,15 | = € 901,07 | = € 889,70 | = € 883,67 | |
-/- bijdrage Zvw: | -/- € 52,88 | -/- € 50,27 | -/- € 49,55 | -/- € 51,15 | -/- € 50,81 | |
NETTO met heffingskorting: | € 920,98 | € 863,88 | € 851,52 | € 838,55 | € 832,86 | |
vakantiegeld: | € 51,25 | € 49,51 | € 50,39 | € 50,80 | € 51,37 | |
Tariefgroepen: | Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
t/m € 245.000 | 15,00% | ||
t/m € 395.000 | 15,00% | ||
t/m € 200.000 | 19,00% | ||
vanaf € 245.000 | 25,00% | ||
vanaf € 395.000 | 25,80% | ||
vanaf € 200.000 | 25,80% | ||
21) TARIEF BOX 2
AANMERKELIJK BELANG
U hebt een aanmerkelijk belang als u, eventueel samen met uw fiscale partner, direct of indirect minimaal 5% in aandelen, winstbewijzen, genotsrechten en stemrecht. |
Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
26,90% | 26,90% | |
22) AUTO ZAKEN
Bij meer dan 500 privé kilometerBijtelling: | Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
(Nieuw toegelaten in 2022) | (Nieuw toegelaten in 2021) | ||
> 0 CO2-uitstoot per km | 16% | 12% | |
> meer dan 0 CO2-uitstoot per km | 22% | 22% | |
Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | |
Elektrisch: | |||
< | 16% (< € 35.000) | 12% (< € 40.000) | |
Waarde boven | 22% (Waarde boven € 35.000) | 22% (Waarde boven € 40.000) | |
Waterstof: | 12% | ||
Prijzen exclusief voorraadheffing | Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
Inclusief 21% BTW | Exclusief BTW | Inclusief 21% BTW | Exclusief BTW | Inclusief 21% BTW | Exclusief BTW | |
Benzine | € 0,99669 | € 0,82371 | € 0,98390 | € 0,81314 | ||
Diesel | € 0,63944 | € 0,52846 | € 0,63123 | € 0,52168 | ||
LPG (1 liter = 0,54kg) | € 0,23513 | € 0,19432 | € 0,23210 | € 0,19182 |
Verlagen accijns op benzine en diesel met 21% per 1 april 2022 tot en met 31 december 2022. Het kabinet stelt voor de accijns op benzine en diesel tijdelijk te verlagen met 21%. Als gevolg daarvan daalt het accijnstarief van benzine met 17,3 cent per liter en het accijnstarief van diesel met 11,1 cent. De verlaging van de accijnzen geldt voor negen maanden en leidt tot een budgettaire derving van 1.026 miljoen euro. Bron: Rijksoverheid vrijdag 11 maart 2022 De vorige week aangekondigde verlaging van de accijns op benzine en diesel per 1 april gaat ook gelden voor LPG en LNG. Dit heeft staatssecretaris van Rij vandaag toegezegd in een debat met de Tweede Kamer. Vorige week werd al bekend dat de accijns op benzine en diesel per 1 april 2022 tot het einde van het jaar wordt verlaagd met respectievelijk 17,3 cent en 11,1 cent per liter. Ook de accijns op LPG (waaronder vloeibaar propaan en butaan) en LNG wordt met 4,1 cent per liter verlaagd. Bron: Rijksoverheid donderdag 17 maart 2022 |
Prijzen exclusief voorraadheffing | Vanaf 1 april 2022 | Korting vanaf 1 april 2022 |
Inclusief 21% BTW | Exclusief BTW | Inclusief 21% BTW | Exclusief BTW | Korting bij 45 liter (incl btw) | ||
Benzine | € 0,78739 | € 0,65073 | 21% * € 0,99669 = € 0,20930 | 21% * € 0,82371 = € 0,17298 | € 9,4185 | |
Diesel | € 0,50516 | € 0,41748 | 21% * € 0,63944 = € 0,13428 | 21% * € 0,52846 = € 0,11098 | € 6,0426 | |
LPG (1 liter = 0,54kg) | € 0,18576 | € 0,15351 | 21% * € 0,23513 = € 0,04937 | 21% * € 0,19432 = € 0,04081 | € 2,2217 |
22A) FIETS VAN DE ZAAK
Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | |
Fiets bijtelling: | 7% | 7% | 7% |
23) ENERGIEBELASTING (EB) (Milieubelastingen)
Vanaf 2015 is de 'Belastingvermindering EB per aansluiting' voor ruimten zonder verblijfsfunctie, zoals de algemene ruimten van een appartementencomplex, afgeschaft.
" € " = positief voor portemonnee | Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
" € " = negatief voor portemonnee | Inclusief btw 21% | Exclusief btw | Inclusief btw 21% / 9% | Exclusief btw | Inclusief btw | Exclusief btw |
Belastingvermindering EB per aansluiting | ||||||
Per jaar : | € 596,85 | € 493,26 | € 824,77 / € 742,98 | € 681,63 | € 558,56 | € 461,62 |
Per dag (/365): | € 1,63521 | € 1,35140 | € 2,259644 / € 2,035553 | € 1,867480 | € 1,530301 | € 1,264712 |
(2020 = 366 dagen) | -/- € 227,92 | +/+ € 266,21 / +/+ 184,42 | +/+ € 31,39 | |||
GAS (per m3): | ||||||
(0 - 170.000) | € 0,592660 | € 0,489802 | € 0,439496 / € 0,395910 | € 0,36322 | € 0,421758 | € 0,34856 |
+ € 0,017738 / - 0,025848 | +/+ € 0,018743 | |||||
Opslag Duurzame Energie: | € 0 | € 0 | € 0,104665 / € 0,094285 | € 0,0865 | € 0,102971 | € 0,0851 |
(0 - 170.000) | + € 0,001694 / - 0,008686 | +/+ € 0,009196 | ||||
Totaal overheidsheffingen: | € 0,592660 | € 0,489802 | € 0,544161 / € 0,490195 | € 0,44972 | € 0,524729 | € 0,43366 |
+/+ € 0,048499 | +/+ € 0,019432 / -/- € 0,034534 | (+/+ € 0,027939) | ||||
= +/+ 9,24% | = +/+ 3,70% / -/- 6,58% | = +/+ 5,62% | ||||
ELEKTRICITEIT (per kWh): | ||||||
(0 - 10.000) | € 0,152450 | € 0,125992 | € 0,044516 / € 0,040101 | € 0,03679 | € 0,114079 | € 0,09428 |
- € 0,069563 / - € 0,073978 | -/- € 0,004138 | |||||
Opslag Duurzame Energie: | € 0 | € 0 | € 0,036905 / € 0,033245 | € 0,0305 | € 0,036300 | € 0,0300 |
(0 - 10.000) | + € 0,000605 / - € 0,003055 | +/+ € 0,003267 | ||||
Totaal overheidsheffingen: | € 0,152450 | € 0,125992 | € 0,081421 / € 0,073346 | € 0,06729 | € 0,150379 | € 0,12428 |
+/+ € 0,071029 | -/- € 0,068958 / -/- € 0,077033 | (-/- € 0,000871) | ||||
= +/+ 47,23% | = -/- 45,86% / -/- 51,23% | = -/- 0,58% | ||||
DRINKWATER (per m3: | ||||||
(laag % omzetbelasting) | ||||||
Belasting op leidingwater: | € 0,416 | € 0,382 | € 0,39131 | € 0,359 | € 0,38586 | € 0,354 |
Totaal overheidsheffingen: | € 0,416 | € 0,382 | € 0,39131 | € 0,359 | € 0,38586 | € 0,354 |
(+/+ € 0,02507) | (+/+ € 0,00545) | (+/+ € 0,00654) | ||||
= +/+ 6,41% | = +/+ 1,41% | = +/+ 1,72% | ||||
Verlagen
BTW
op
energie
van
21%
naar
9%
per
1
juli t/m 31 december 2022 Het kabinet stelt voor de btw op energie (aardgas, elektriciteit en stadsverwarming) tijdelijk te verlagen van 21% naar 9%. Deze maatregel geldt voor een periode van zes maanden. Door deze maatregel daalt de energierekening met 10%. Voor een huishouden met een gemiddeld verbruik levert dit een verlaging van de energierekening in 2022 op van ongeveer 140 euro (ruim 20 euro per maand). Het kabinet is in gesprek met de branche om het effect van de verlaging zo snel mogelijk bij huishoudens terecht te laten komen. Bron: Rijksoverheid vrijdag 11 maart 2022 |
LEVERINGSKOSTEN | Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
(Leveringskosten bij een gemiddeld huishoudelijk verbruik, inclusief omzetbelasting) | Per jaar: | Per dag: (365 dagen) | Per jaar: Inclusief btw 21% / 9% | Per dag: (365 dagen) | Per jaar: | Per dag: (366 dagen) |
" € " = positief voor portemonnee | ||||||
" € " = negatief voor portemonnee | ||||||
ELEKTRICITEIT | ||||||
Liander | € 346,39 | € 0,949003 | € 275,68 / € 248,34 | € 0,755288 | € 274,17 | € 0,751151 |
(1-fase > 1 x 10A en 3 fasen t/m 3 x 25A bemeten) | +/+ € 70,71 | +/+ € 1,51 / -/- € 25,83 | +/+ € 17,49 | |||
Leverancier (*) | € 77,88 | € 0,21323 | € 71,87 / € 64,74 | € 71,87 | € 0,1969 | |
(= Essent) | € 0,00 / -/- € 7,13 | +/+ € 12,05 | ||||
GAS | ||||||
Liander (t/m 10 (n)m3/h) | € 240,17 | € 0,657998 | € 200,20 / € 180,35 | € 0,548493 | € 204,69 | € 0,560795 |
(jaarverbruik 500 t/m 4000 (n)m3/jaar) |
+/+ € 39,97 | -/- € 4,50 / -/- € 24,34 | +/+ € 4,35 | |||
Leverancier (*) | € 77,88 | € 0,21323 | € 71,87 / € 64,74 | € 71,87 | € 0,1969 | |
(= Essent) | € 0,00 / -/- € 7,13 | +/+ € 12,05 | ||||
(*) tarief kan per leverancier verschillen |
ENERGIETOESLAG 2022 & 2023
Het wetsvoorstel 'Eenmalige energietoeslag lage inkomens' is
op dinsdag 12 juli 2022 aangenomen door de Eerste Kamer. De
energietoeslag is een vorm van categoriale bijzondere
bijstand. De gemeente heeft de beleidsvrijheid om te bepalen
hoe zij de energietoeslag precies vormgeeft.
Handreiking en modelteksten Energietoeslag
In opdracht van het ministerie van SZW heeft Stimulansz een
handreiking Energietoeslag samengesteld en
modelbeleidsregels, modelbeschikkingen en -brieven en een
modelaanvraagformulier geschreven. Om te zorgen dat
gemeenten de energietoeslag zoveel mogelijk op een
eenvoudige en uniforme wijze uitvoeren heeft het ministerie
van SZW in overleg met de VNG een richtlijn voor de
uitvoering gemaakt. In onderstaande documenten wordt deze richtlijn gevolgd. Handreiking energietoeslag versie 6 In deze handreiking versie 6 is de verhoging van het richtbedrag van de energietoeslag met € 500 naar in totaal € 1.300 (€ 800 + € 500) opgenomen. De handreiking bevat ook informatie over de wijziging in de looptijd van de regeling en de verhoging van het budget voor de gemeenten. Ook is een toelichting van het ministerie van SZW over ondersteuning aan studenten met hoge energiekosten opgenomen. Ook de modelbeleidsregels, – beschikkingen en het modelaanvraagformulier energietoeslag zijn aangepast. |
Handreiking eenmalige energietoeslag, Versie 6, dinsdag 19 juli 2022 |
Het kabinet gaat per 1 januari 2021 een vliegbelasting invoeren. De eerder voorgestelde vliegbelasting voor vrachtverkeer gaat niet door, na aanvullend onderzoek op verzoek van de Tweede Kamer.
(Bron: Rijksoverheid, vrijdag 13 november 2020)
Vliegbelasting / Vliegtaks / Ecotax | Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
Nederland | € 26,430 | € 7,947 | € 7,845 |
Vliegbelasting in andere landen
24) EIGEN BIJDRAGE CAK (Centraal Administratie kantoor)
Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 |
Hoge eigen bijdrage | Lage eigen bijdrage | Hoge eigen bijdrage | Lage eigen bijdrage | Hoge eigen bijdrage | Lage eigen bijdrage | |
Per maand (maximaal): | € 2.652,40 | € 966,60 | € 2.506,00 | € 913,40 | € 2.469,20 | € 899,80 |
Per maand (minimaal): | € 0 | € 184,00 | € 0 | € 174,00 | € 0 | € 171,40 |
Aftrek persoonlijke kosten bij berekening eigen bijdrage: |
Alleenstaanden: | Gehuwden: | Alleenstaanden: | Gehuwden: | Alleenstaanden: | Gehuwden: | |
Aftrek persoonlijke kosten: |
€ 4.092,00 | € 6.366,00 | € 4.011,00 | € 6.239,00 | € 3.906,00 | € 6.076,00 | |
Aftrek (niet-) pensioengerechtigde leeftijd: |
Pensioengerechtigd: | € 1.121,00 | € 2.242 | € 1.059,00 | € 2.118,00 | € 1.044,00 | € 2.088,00 |
Niet-pensioengerechtigd: | € 2.006,00 | € 4.012,00 | € 1.895,00 | € 3.790,00 | € 1.867,00 | € 3.734,00 |
Aftrek premie zorgverzekering: |
Standaard premie: | € 1.705,00 | € 1.642,00 | € 1.609,00 | |||
Inkomensafhankelijke bijdrage: | zie salaris opgave | zie salaris opgave | zie salaris opgave | |||
Inkomens vrijstellingsgrens: |
Heb in jaar AOW-leeftijd bereikt | € 9.847,00 | € 11.590 | € 9.672,00 | € 11.452,00 | € 9.264,00 | € 11.023,00 |
Heb in jaar nog niet AOW-leeftijd bereikt | € 7.446,00 | € 15.119 | € 7.319,00 | € 14.831,00 | € 7.041,00 | € 14.313,00 |
Mijn beschikbaar inkomen is lager dan de vrijstellingsgrens : Dan geldt er geen aftrek. Mijn beschikbaar inkomen is hoger dan de vrijstellingsgrens : Dan trekken wij 25% van uw beschikbaar inkomen boven de vrijstellingsgrens af. |
Maximale korting niet-AOW gerechtigde leeftijd: |
€ 10.542,00 | € 21.084,00 | € 10.376,00 | € 20.752,00 | |||
Meer info : www.hetcak.nl
Brochure CAK 2021Wat is de aftrek van het beschikbaar inkomen (CAK)?
26) REGELING VOOR VERVROEGDE UITTREDING (RVU)
Als uitvloeisel van de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen is met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2021 in de Wet op de loonbelasting een drempelvrijstelling voor regelingen voor vervroegde uittreding (RVU) opgenomen. De vrijstelling geldt voor uitkeringen tot een bedrag gelijk aan het gebruteerde netto-ouderdomspensioen per maand volgens de Algemene Ouderdomswet.
In verband met de indexeringsvoorschriften is het aanvankelijk in de wet opgenomen bedrag van € 1.767 vervangen door € 1.847.
Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | |
Per maand | € 1.874 | € 1.847 | |
Per jaar | € 22.488 | € 22.164 |
Websites met betrekking tot bovenstaande informatie: |
Wijzigingen Belastingheffing per 01 januari 2023 (MvF) |
25) FISCALE EN SOCIALE VERZEKERINGEN INFORMATIE IN SCHEMA'S
![]() |
Bron : Telegraaf, vrijdag 31 december 2022 |
![]() |
Bron : Telegraaf, vrijdag 31 december 2022 |
** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken **