maandag, 2 december 2024 

** MENU **
1) Algemene heffingskorting 2) Arbeidskorting 3) Eigen woning forfait 4) Afbouw hypotheekrente / NHG
5) Kapitaalverzekering eigen woning 6) Zorgkosten 7) Diverse kortingen 8) Tarief Box 1
9) Toeslagen 10) Zorgverzekeringswet 11) Verplicht eigen risico in de zorg 12) Vermogen (Box 3)
13) SV-dagen 14) Diversen 15) Ondernemers 16) Schenk- en Erfbelasting
17) Kansspelbelasting 18) Overdrachtsbelasting 19) Minimumloon & AOW 21) Vennootschapsbelasting
21) Tarief Box 2 22) Auto zaken 22A) Fiets van zaak 23) Energiebelasting
24) Eigen bijdrage CAK 26) Regeling voor Vervoegde Uittreding 27) Vliegbelasting 25) Schema's
 
*** Aan onderstaande informatie kunnen geen rechten worden ontleend ***
(Het verzamelen van deze info is een 'uit de hand gelopen hobby' van de beheerder)
 
AOW-leeftijd
Voor de jaren 2024 t/m 2027 blijft de leeftijd 67 jaar. In 2028 stijgt de AOW-leeftijd naar 67 jaar en drie maanden.

1) ALGEMENE HEFFINGSKORTING (AHK)

(Verzamelinkomen)
Vanaf 2025 is de algemene heffingskorting is niet langer alleen afhankelijk van het box 1 inkomen (inkomen uit werk en woning), maar van het gezamenlijke inkomen in box 1, box 2 en box 3 (het verzamelinkomen).
 
Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
(jonger dan 67 jaar) (jonger dan 67 jaar) (jonger dan 66 jaar + 10 maanden)
€ 3.027  (maximaal)
€ 0 (minimaal) (€ 3.027-/- € 3.027)
€ 3.362 (maximaal)
€ 0 (minimaal) (€ 3.362 -/- € 3.362)
€ 3.070 (maximaal)
€ 0 (minimaal) (€ 3.070 -/- € 3.070)
     
  Afbouw Algemene heffingskorting: Afbouw Algemene heffingskorting:
  De afbouw is € 3.362,= als het loon > € 75.518 De afbouw is € 3.070,= als het loon > € 73.031
Tussen € 28.406 en € 76.816 afbouw van xxxx% Tussen € 24.812 en € 75.518 afbouw van 6,630% Tussen € 22.661 en € 73.031 afbouw van 6,095%
  € 75.518 -/- € 24.812 : € 50.706 * 6,630% : € 3.362 € 73.031 -/- € 22.661 : € 50.370 * 6,095% : € 3.070
     
 
Vanaf € 75.518 > € 0
Vanaf € 73.032 > € 0
     
  AOW AOW
  (ouder dan 67) (ouder dan 66 jaar + 10 maanden)
 
€ 1.735 (maximaal)
€ 0 (minimaal) (€ 1.735 -/- € 1.735)
€ 1.583 (maximaal)
€ 0 (minimaal) (€ 1.583 -/- € 1.583)
     
  Afbouw Algemene heffingskorting: Afbouw Algemene heffingskorting:
  De afbouw is € 1.735,= als het loon > € 75.518 De afbouw is € 1.583,= als het loon > € 73.031
  Tussen € 24.812 en € 75.518 afbouw van 3,420% Tussen € 22.661 en € 73.031 afbouw van 3,141%
  € 75.518 -/- € 24.812 : € 50.706 * 3,420% : € 1.735 € 73.031 -/- € 22.661 : € 50.370 * 3,141% : € 1.583
     
 
Vanaf € 75.519 > € 0
Vanaf € 73.032 > € 0
     
Afbouw Algemene heffingskorting
(vanaf 2009)
Afbouw Algemene heffingskorting
(vanaf 2009)
Afbouw Algemene heffingskorting
(vanaf 2009)
    De uitbetaling van de algemene heffingskorting aan de minstverdienende partner wordt in 15 jaar tijd met 6,67% per jaar afgebouwd:
    93,33% (1e jaar) (start)
    86,67% (2e jaar)
    80,00% (3e jaar)
    73,33% (4e jaar)
    66,67% (5e jaar)
    60,00% (6e jaar)
    53,33% (7e jaar)
    46,67% (8e jaar)
    40,00% (9e jaar)
    33,33% (10e jaar)
    26,67% (11e jaar)
    20,00% (12e jaar)
    13,33% (13e jaar)
    6,67% (14e jaar)
    0,00% (15e jaar) € 3.070 : € 0
     
   
De beperking geldt NIET indien geboren voor 01 januari 1963 en je de niet- of weinig verdiende fiscale partner bent.
 
Voor deze groep blijft de uitbetaling voor 100% gehandhaafd.
     

** menu **

2) ARBEIDSKORTING

(Bruto inkomen)
 
Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
(jonger dan 67 jaar) (jonger dan 67 jaar) (jonger dan 66 jaar + 10 maanden)
€ 5.599 (maximaal)
€ 0 (minimaal) (€ 5.599 -/- € 5.599)
€ 5.532 (maximaal)
€ 0 (minimaal) (€ 5.532 -/- € 5.532)
€ 5.052 (maximaal)
€ 0 (minimaal) (€ 5.052 -/- € 5.052)
     
  * 1e opbouwtraject * * 1e opbouwtraject *
 
8,425% * arbeidsinkomen, voor zover loon uit tegenwoordige arbeid
niet hoger dan € 11.490
€ 11.490 * 8,425% : € 968 afgerond
8,231% * arbeidsinkomen, voor zover loon uit tegenwoordige arbeid
niet hoger dan € 10.741
€ 10.741 * 8,231% : € 884 afgerond
     
  * 2e opbouwtraject * * 2e opbouwtraject *
 
Tussen € 11.491 en € 24.820:
€ 968 + 31,433% * (arbeidsinkomen -/- € 11.490)
Tussen € 10.741 en € 23.201:
€ 884 + 29,861% * (arbeidsinkomen -/- € 10.741)
 
€ 24.820 -/- € 11.490 : € 13.330 * 31.433% : € 4.190
€ 23.201 -/- € 10.741 : € 12.460 * 29,861% : € 3.721
 
€ 4.190 + € 968 : € 5.158
€ 3.721 + € 884 : € 4.605
     
  * 3e opbouwtraject * * 3e opbouwtraject *
 
Tussen € 24.820 en € 39.957 : € 5.158 + 2.471%
Tussen € 23.201 en € 37.691 : € 4.605 + 3,085%
  € 39.957 -/- € 24.820 : € 15.137 * 2.471% : € 374 € 37.691 -/- € 23.201 : € 14.490 * 3,085% : € 447
  Maximaal : € 5.158 + € 374 : € 5.532 Maximaal : € 4.605 + € 447 : € 5.052
     
  Afbouw Arbeidskorting: Afbouw Arbeidskorting:
  De afbouw is € 5.532 als het loon > € 124.934 De afbouw is € 5.052 als het loon > € 115.295
  Tussen € 39.957 en € 124.934 afbouw van 6,51% Tussen € 37.691 en € 115.295 afbouw van 6,51%
  € 124.934 -/- € 39.957 : € 84.977 * 6,51% : € 5.532 € 115.295 -/- € 37.691 : € 77.604 * 6,51% : € 5.052
     
 
Vanaf € 124.934 > € 0
Vanaf € 115.295 > € 0
     
AOW AOW AOW
(ouder dan 67) (ouder dan 67) (ouder dan 66 jaar + 10 maanden)
 
€ 2.854 (maximaal)
€ 0 (minimaal) (€ 2.854 -/- € 2.854)
€ 2.604 (maximaal)
€ 0 (minimaal) (€ 2.604 -/- € 2.604)
     
  * 1e opbouwtraject * * 1e opbouwtraject *
 
4,364% * arbeidsinkomen, voor zover loon uit tegenwoordige arbeid
niet hoger dan € 11.490
€ 11.490 * 4,364% : € 501 afgerond
4,241% * arbeidsinkomen, voor zover loon uit tegenwoordige arbeid
niet hoger dan € 10.741
€ 10.741 * 4,241% : € 457 afgerond
     
  * 2e opbouwtraject * * 2e opbouwtraject *
 
Tussen € 11.491 en € 24.820:
€ 501 + 16,214% * (arbeidsinkomen -/- € 11.490)
Tussen € 10.741 en € 23.201:
€ 457 + 15,388% * (arbeidsinkomen -/- € 10.741)
 
€ 24.820 -/- € 11.490 : € 13.330 * 16,214% : € 2.161
€ 23.201 -/- € 10.741 : € 12.460 * 15,388% : € 1.917
 
€ 2.161 + € 501 : € 2.662
€ 1.917 + € 457 : € 2.374
     
  * 3e opbouwtraject * * 3e opbouwtraject *
 
Tussen € 24.820 en € 39.957 : € 2.662 + 1,275%
Tussen € 23.201 en € 37.691 : € 2.374 + 1,589%
  € 39.957 -/- € 24.820 : € 15.137 * 1,275% : € 192 € 37.691 -/- € 23.201 : € 14.490 * 1,589% : € 230
  Maximaal : € 2.662 + € 192 : € 2.854 Maximaal : € 2.374 + € 230 : € 2.604
     
  Afbouw Arbeidskorting: Afbouw Arbeidskorting:
  De afbouw is € 2.854 als het loon > € 124.934 De afbouw is € 2.604 als het loon > € 115.295
  Tussen € 39.957 en € 124.934 afbouw van 3,358% Tussen € 37.691 en € 115.295 afbouw van 3,355%
  € 124.934 -/- € 39.957 : € 84.977 * 3,358% : € 2.854 € 115.295 -/- € 37.691 : € 77.604 * 3,355% : € 2.604
     
 
Vanaf € 124.934 > € 0
Vanaf € 115.295 > € 0
     

** menu **

BALKENENDENORM

De norm bestaat sinds 1 januari 2013 geformaliseerd in de Wet Normering Topinkomens (WNT-norm)

 
Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
  € 233.000,- per jaar (+ € 10.000 > 4,48%) € 223.000,- per jaar (+ € 7.000 > 3,24%)
     

** menu **

3) EIGEN WONING FORFAIT

(*) Per 1 januari 2009 is de bovengrens van het eigenwoningforfait vervallen ('Villa-taks').

Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
€ 0 t/m € 12.500 : nihil
€ 0 t/m € 12.500 : nihil
€ 0 t/m € 12.500 : nihil
€ 12.501 t/m € 25.000 : 0,10%
€ 12.501 t/m € 25.000 : 0,10%
€ 12.501 t/m € 25.000 : 0,10%
€ 25.001 t/m € 50.000 : 0,20%
€ 25.001 t/m € 50.000 : 0,20%
€ 25.001 t/m € 50.000 : 0,20%
€ 50.001 t/m € 75.000 : 0,25%
€ 50.001 t/m € 75.000 : 0,25%
€ 50.001 t/m € 75.000 : 0,25%
€ 75.001 t/m € 1.330.000 : 0,35%
€ 75.001 t/m € 1.310.000 : 0,35%
€ 75.001 t/m € 1.200.000 : 0,35%
€ 1.330..000 * 0,35% : € 4.655
€ 1.310..000 * 0,35% : € 4.585
€ 1.200.000 * 0,35% : € 4.200
€ 1.330.000 > : € 4.655 + 2,35% voor
zover WOZ waarde uitgaat > € 1.330.000
€ 1.310.000 > : € 4.585 + 2,35% voor
zover WOZ waarde uitgaat > € 1.310.000
€ 1.200.000 > : € 4.200 + 2,35% voor
zover WOZ waarde uitgaat > € 1.200.000
     
WOZ waarde per 1 januari 2024
WOZ waarde per 1 januari 2023
WOZ waarde per 1 januari 2022
     

WET HILLEN (vanaf 2019)

De aftrek Hillen (vanaf 1 januari 2005) is van toepassing als het eigenwoningforfait hoger is dan de aftrekbare kosten voor de eigen woning. De aftrek was even groot als het (positieve) verschil tussen beide. Per saldo dus geen belastbare inkomsten uit eigenwoning. Vanaf 2019 wordt deze aftrek in 30 jaren in stappen van 3 1/3%-punt afgebouwd tot nihil.
 
Bij een negatief eigenwoningforfait (meer hypotheekrente / kosten dan 'inkomsten eigen woning') veranderd er dus niets.
Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
(7e jaar)
(6e jaar)
(5e jaar)
3 1/3% * 7 jaar : 23 1/3% 3 1/3% * 6 jaar : 20% 3 1/3% * 5 jaar : 16 2/3%
     
Aftrek vanwege geen/kleine eigenwoning schuld: Aftrek vanwege geen/kleine eigenwoning schuld: Aftrek vanwege geen/kleine eigenwoning schuld:
100% -/- 23 1/3% : 76,667% 100% -/- 20% : 80,00% 100% -/- 16 2/3% : 83,333%
     
Voorbeeld: Voorbeeld: Voorbeeld:
€ 3.000 eigenwoningforfait € 3.000 eigenwoningforfait € 3.000 eigenwoningforfait
€ 2.000 hypotheekrente / kosten € 2.000 hypotheekrente / kosten € 2.000 hypotheekrente / kosten
     
€ 3.000 -/- € 2.000 : € 1.000 € 3.000 -/- € 2.000 : € 1.000 € 3.000 -/- € 2.000 : € 1.000
Per saldo is uw eigenwoningforfait dan € 1.000 Per saldo is uw eigenwoningforfait dan € 1.000 Per saldo is uw eigenwoningforfait dan € 1.000
Aftrek geen/kleine eigenwoning schuld is € 767 (= € 1.000 x 76,667%) Aftrek geen/kleine eigenwoning schuld is € 800 (= € 1.000 x 80,00%) Aftrek geen/kleine eigenwoning schuld is € 833 (= € 1.000 x 83,333%)
     
€ 1.000 -/- € 767 : € 233 > inkomsten box 1 € 1.000 -/- € 800 : € 200 > inkomsten box 1 € 1.000 -/- € 833 : € 167 > inkomsten box 1
     
Verloop 'Aftrek geen/kleine eigenwoning schuld'
 Jaar:
 
 Jaar: 
 
 Jaar: 
 
2019 (1)
3 1/3%
2029
36 2/3%
2039
70%
2020 (2)
6 2/3%
2030
40%
2040
73 1/3%
2021 (3)
10%
2031
43 1/3%
2041
76 2/3%
2022 (4)
13 1/3%
2032
46 2/3%
2042
80%
2023 (5)
16 2/3%
2033
50%
2043
83 1/3%
2024 (6)
20%
2034
53 1/3%
2044
86 2/3%
2025 (7)
23 1/3%
2035
56 2/3%
2045
90%
2026 (8)
26 2/3%
2036
60%
2046
93 1/3%
2027 (9)
30%
2037
63 1/3%
2047
96 2/3%
2028 (10)
33 1/3%
2038
66 2/3%
2048
100%

** menu **

4) AFBOUW HYPOTHEEKRENTE
(vanaf 2014)
 
Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
(12e jaar)
(11e jaar)
(10e jaar)
Maximale aftrek : 37,48% +/+ 0,51% Maximale aftrek : 36,97% (49,50% -/- 12,53%) Aftrek in vierde schijf : 36,93% (49,50% -/- 12,57%)
     
 
EigenWoningReserve (EWR) (vanaf 2004)
De eigenwoningreserve is het bedrag dat ontstaat uit de overwaarde (positief of negatief) als u uw (oude) eigen woning(en) verkoopt. Dit bedrag beïnvloedt de hoogte van het bedrag waarover u rente mag aftrekken bij een nieuwe hypotheek of lening.
 
Spaarhypotheek
Een spaarhypotheek is sinds 2013 niet meer afsluitbaar voor starters. Een al afgesloten spaarhypotheek blijft evenwel gewoon doorlopen en mag je ook oversluiten naar een andere geldgever, of meenemen bij verhuizing. Je mag het bedrag echter niet meer verhogen of de looptijd verlengen. Als je een hogere hypotheek nodig hebt, moet je dat deel van de lening in minimaal 30 jaar aflossen. Hier kun je een annuïteiten- of een lineaire hypotheek voor afsluiten. 
 
Bestaande EigenWoningSchuld (BEWS)
De eigenwoningschuld is het deel van de hypotheek waarover huiseigenaren rente mogen aftrekken. De bestaande eigenwoningschuld (BEWS) is een eigenwoningschuld van vóór 1 januari 2013. Voor 2013 hoefde een eigenwoningschuld niet te voldoen aan de aflossingseis om hypotheekrente te mogen aftrekken. Een BEWS hoeft ook na 2013 niet te voldoen aan de aflossingseis.
 
Aflossingsstand
Bij het afsluiten van een hypotheek maken huiseigenaren afspraken met de bank. Bijvoorbeeld over de hoogte van het maandelijks af te lossen bedrag en de aflostermijn. Om renteaftrek te krijgen moet aflossen in maximaal 360 maanden (30 jaar). Bij verkoop van een woning waarbij de Eigen-Woning-Schuld (EWS) nog niet volledig is afgelost, ontstaat een aflossingsstand; het restbedrag van de schuld en de nog resterende termijn waarbinnen deze schuld moet zijn afgelost. Met deze aflossingsstand moet rekening worden gehouden bij het afsluiten van een nieuwe hypotheek om in aanmerking te komen voor renteaftrek. Dit betekent dat dit deel van de hypotheek in een kortere tijd moet worden afgelost.
 
Vanaf 1 januari 2001 is de hypotheekrente maximaal 30 jaar aftrekbaar.

NATIONALE HYPOTHEEK GARANTIE (NHG)

Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
€ 450.000
€ 435.000
€ 405.000

met Energie Besparende Voorzieningen

Als er energiebesparende maatregelen worden meegefinancierd dan is de grens 6% hoger:

€ 477.000
€ 461.000
€ 429.300
     

de eenmalige afsluitpremie voor het afsluiten van een hypotheek met NHG

0,40%
0,60%
0,60%
     

** menu **

5) KAPITAALVERZEKERING EIGEN WONING

Maximaal onbelaste rentevoordeel in uitkeringen uit kapitaalverzekering, beleggingsrecht en spaarrekening eigen woning

Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
  € 202.000 € 184.500
     
Als u aan de voorwaarden voldoet, krijgt u in 2024 een vrijstelling van € 202.000. In 2023 is de vrijstelling € 184.500. Daar gaat nog wel het deel af dat u eventueel al eerder gebruikt hebt. Uw vrijstelling wordt verhoogd met het deel dat uw fiscale partner voordiens overlijden nog niet heeft gebruikt.

** menu **

6) ZORGKOSTEN
Uitgaven voor specifieke zorgkosten komen slechts voor aftrek in aanmerking voor zover deze boven bepaalde inkomensdrempels komen. 
 
Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
Inkomensdrempel (= verzamelinkomen):
Inkomensdrempel (= verzamelinkomen):
Inkomensdrempel (= verzamelinkomen):
 
€ 0 t/m € 9.420: € 163
€ 0 t/m € 8.603: € 149
 
€ 9.420 t/m € 50.034 : 1,65% van drempelinkomen (= max. € 825)
€ 8.603 t/m € 45.695 : 1,65% van drempelinkomen (= max. € 753)
  > € 50.034 : 1,65% van € 50.034 vermeerderd met 5,75% van het bedrag dat hoger is dan € 50.034 > € 45.695 : 1,65% van € 45.695 vermeerderd met 5,75% van het bedrag dat hoger is dan € 45.695
     

De regeling uitgaven voor specifieke zorgkosten kent een vermenigvuldigingsfactor voor de aftrekposten met uitzondering van de uitgaven voor genees- en heelkundige hulp.

 
Gezamenlijk drempelinkomen > € 40.021
Gezamenlijk drempelinkomen > € 38.703
 
01 januari 2024 :
01 januari 2023 :
  ouder dan AOW leeftijd per 1 januari: 2,13 ouder dan AOW leeftijd per 1 januari: 2,13
  jonger dan AOW leeftijd per 1 januari: 1,40 jonger dan AOW leeftijd per 1 januari: 1,40
     

** menu **

7) DIVERSE KORTINGEN

  Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
Ouderenkorting (AOW)
€ 2.035 (< € 45.308)
€ 2.010 (< € 44.770)
€ 1.835 (< € 40.888)
Ouderenkorting (AOW)
€ 0 (> € 58.875)
€ 0 (> € 58.170)
€ 0 (> € 53.122)
  Afbouw Ouderenkorting: Afbouw Ouderenkorting: Afbouw Ouderenkorting:
  De afbouw is € 2.035 als het loon > € 58.875 De afbouw is € 2.010 als het loon > € 58.170 De afbouw is € 1.835 als het loon > € 53.122
  Tussen € 45.308 en € 58.875 afbouw van 15,00% Tussen € 44.770 en € 58.170 afbouw van 15,00% Tussen € 40.888 en € 53.122 afbouw van 15,00%
  € 58.875 -/- € 45.308 : € 13.567 * 15,00% : € 2.035 € 58.170 -/- € 44.770 : € 13.400 * 15,00% : € 2.010 € 53.122 -/- € 40.888 : € 12.234 * 15,00% : € 1.835
       
Alleenstaande Ouderenkorting
€ 531
€ 524
€ 478
Jonggehandicaptenkorting
€ 909
€ 898
€ 820
       
Teruggaafgrens inkomstenbelasting  
€ 18
€ 16
Aanslaggrens inkomstenbelasting  
€ 56
€ 51
       
Vrijstelling voor kamerverhuur  
€ 5.998
€ 5.881
       

Inkomensafhankelijke combinatiekorting

Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
     
     
     
€ 0
€ 6.073
Nihil
€ 6.073
€ 31.837 11,450% x (arbeidsinkomen -/- € 6.073)
€ 31.838
-
€ 2.950
€ 0
€ 5.547
Nihil
 
€ 5.547
€ 29.075 11,450% x (arbeidsinkomen -/- € 5.547)  
€ 29.076
-
€ 2.694  
€ 2.950 > € 2.986 € 31.837 -/- € 6.073 : € 25.764 * 11,45% : € 2.950 € 29.075 -/- € 5.547 : € 23.528 * 11,45% : € 2.694  
       
   * Arbeidsinkomen > € 6.073  * Arbeidsinkomen > € 5.547  
  * Kind geboren na 31 december 2011 * Kind geboren na 31 december 2010  
  (Kind is jonger dan 12 jaar per 1 januari 2024) (Kind is jonger dan 12 jaar per 1 januari 2023)  
  * U heeft een fiscale partner, maar uw arbeidsinkomen is lager * U heeft een fiscale partner, maar uw arbeidsinkomen is lager  
       
  (arbeidsinkomen is dus geen uitkering, bijvoorbeeld WW) (arbeidsinkomen is dus geen uitkering, bijvoorbeeld WW)  

** menu **

8) TARIEF BOX 1

  Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
Schijf : Jonger dan de AOW-leeftijd Jonger dan de AOW-leeftijd Jonger dan de AOW-leeftijd
1A € 0 tot en met € 38.441/ 35,82%  (-/- 1,15%) € 0 tot en met € 38.098 / 36,97% (+/+ 0,04%) € 0 tot en met € 37.149 / 36,93% (-/- 0,14%)
1B € 38.442 tot en met € 76.817 / 37,48%  (+/+ 0,51%) € 38.099 tot en met € 75.518 / 36,97% (+/+ 0,04%) € 37.150 tot en met € 73.031 / 36,93% (-/- 0,14%)
2 € 76.818 of meer / 49,50% € 75.519 of meer / 49,50% € 73.032 of meer / 49,50%
       
  € 76.817 -/- € 75.518: € 1.299 > +/+ 1,72% € 75.518 -/- € 73.031: € 2.487 > +/+ 3,29% € 73.031 -/- € 69.398: € 3.633 > +/+ 5,24%
       
Schijf :
AOW-leeftijd en ouder,
geboren in 1946 of later
AOW-leeftijd en ouder,
geboren in 1946 of later
AOW-leeftijd en ouder,
geboren in 1946 of later
1A € 0 tot en met € 38.441/ 17,92% € 0 tot en met € 38.098 / 19,07% (+/+ 0,04%) € 0 tot en met € 37.149 / 19,03% (-/- 0,14%)
1B € 38.442 tot en met € 76.817 / 37,48%  (+/+ 0,51%) € 38.099 tot en met € 75.518 / 36,97% (+/+ 0,04%) € 37.150 tot en met € 73.031 / 36,93% (-/- 0,14%)
2 € 76.818 of meer / 49,50% € 75.519 of meer / 49,50% € 73.032 of meer / 49,50%
       
Schijf :
AOW-leeftijd en ouder,
geboren in 1945 of eerder
AOW-leeftijd en ouder,
geboren in 1945 of eerder
AOW-leeftijd en ouder,
geboren in 1945 of eerder
1A € 0 tot en met € 40.501/ 17,92% € 0 tot en met € 40.021 / 19,07% (+/+ 0,04%) € 0 tot en met € 38.703 / 19,03% (-/- 0,14%)
1B 40.502 tot en met € 76.817 / 37,48%  (+/+ 0,51%) 40.022 tot en met € 75.518 / 36,97% (+/+ 0,04%) 38.704 tot en met € 73.031 / 36,93% (-/- 0,14%)
2 € 76.818 of meer / 49,50% € 75.519 of meer / 49,50% € 73.032 of meer / 49,50%
 
 
Samenstelling schijf 1A: Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
  < AOW leeftijd / > AOW leeftijd < AOW leeftijd / > AOW leeftijd < AOW leeftijd / > AOW leeftijd
Premie AOW :
17,90% / nihil 17,90% / nihil 17,90% / nihil
Premie Anw :
0,10% / 0,10% 0,10% / 0,10% 0,10% / 0,10%
Premie Wlz :
9,65% / 9,65% 9,65% / 9,65% 9,65% / 9,65%
sub-totaal :
27,65% / 9,75% 27,65% / 9,75% 27,65% / 9,75%
Loonbelasting :
8,17% / 8,17% (-/- 1,15%) 9,32% / 9,32% (+/+ 0,04%) 9,28% / 9,28% (-/- 0,14%)
Totaal :
35,82% / 17,92% 36,97% / 19,07% 36,93% / 19,03%
       
AOW : Algemene Ouderdoms Wet
Anw : Algemene Nabestaanden Wet
Wlz : Wet Langdurige Zorg
 

MAXIMALE BEDRAGEN PER SCHIJF :

  Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
Schijf : < AOW leeftijd / > AOW leeftijd na 1946 < AOW leeftijd / > AOW leeftijd na 1946 < AOW leeftijd / > AOW leeftijd na 1946
1A € 38.441 * 35,82% : € 13.770 / € 38.441 * 17,92% : € 6.889 € 38.098 * 36,97% : € 14.085 / € 38.098 * 19,07% : € 7.265 € 37.149 * 36,93% : € 13.719 / € 37.149 * 19,03% : € 7.069
1B € 38.376 * 37,48% : € 14.383 / € 38.376 * 37,48% : € 14.383 € 37.420 * 36,97% : € 13.834 / € 37.420 * 36,97% : € 13.834 € 35.882 * 36,93% : € 13.251 / € 35.882 * 36,93% : € 13.251
       
Cum. t/m 1e schijf: € 28.153 / € 21.272 € 27.919 / € 21.099 € 26.970 / € 20.320
Belastingdruk: € 28.153 / € 76.817 : 36,65% / € 21.272 / € 76.817 : 27,69% € 27.919 / € 75.518 : 36,97% / € 21.099 / € 75.518 : 27,94% € 26.970 / € 73.031 : 36,93% / € 20.320 / € 73.031 : 27,82%
2 > € 76.817 * 49,50% / > € 76.817 * 49,50% > € 73.518 * 49,50% / > € 75.518 * 49,50% > € 73.031 * 49,50% / > € 73.031 * 49,50%
       

** menu **

9) TOESLAGEN

(Toeslagen bestaan sinds 01 januari 2006; Vermogenstoets bij de Zorgtoeslag bestaat sinds 01 januari 2013)
Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
Zorgtoeslag Zorgtoeslag Zorgtoeslag
Zorgtoeslag (maximaal) Zorgtoeslag (maximaal) Zorgtoeslag (maximaal)
  € 2.833 > € 236 per maand (inkomen € 47.368) € 3.182 > € 265 per maand (inkomen € 48.224)
  (Aanvrager met toeslagpartner) (Aanvrager met toeslagpartner)
  € 1.483 > € 123 per maand (inkomen € 37.496) € 1.858 > € 154 per maand (inkomen € 38.520)
  (Alleenstaande) (Alleenstaande)
     
   
In 2023 werd de zorgtoeslag eenmalig verhoogd om het verlies van koopkracht te dempen. Deze verhoging vervalt in 2024. 
     
* Vermogenstoets * * Vermogenstoets * * Vermogenstoets *
Géén zorgtoeslag voor mensen met vermogen:
Géén zorgtoeslag voor mensen met vermogen:
Géén zorgtoeslag voor mensen met vermogen:
Mensen met een vermogen dat hoger is dan het heffingsvrije vermogen in box 3 van de IB (laag) +/+ € 103.261 / € 103.397, hebben géén recht meer op zorgtoeslag. Het gaat dan om een vermogen, zoals spaargeld of beleggingen, dat groter is dan:
€ 140.213 voor een alleenstaande (€ 103.261 + € 36.952)
€ 177.301 voor partners (€ 103.397 + € 73.904)
Mensen met een vermogen dat hoger is dan het heffingsvrije vermogen in box 3 van de IB (laag) +/+ € `93.834, hebben géén recht meer op zorgtoeslag. Het gaat dan om een vermogen, zoals spaargeld of beleggingen, dat groter is dan:
€ 127.582 voor een alleenstaande (€ 93.834 + € 33.748)
€ 161.329 voor partners (€ 93.834 + € 67.495)
     
Huurtoeslag Huurtoeslag Huurtoeslag
Huurtoeslag (maximaal) Huurtoeslag (maximaal) Huurtoeslag (maximaal)
    € 421 per maand (inkomen < € 47.578)
    (Aanvrager met toeslagpartner)
    € 419 per maand (inkomen < € 36.775)
    (Alleenstaande)
     
Liberalisatiegrens: Liberalisatiegrens: Liberalisatiegrens:
  Maximale huurgrens € 879,66 Maximale huurgrens € 808,06
Kwaliteitskortingsgrens: Kwaliteitskortingsgrens: Kwaliteitskortingsgrens:
  Maximale huurgrens € 454,47 < 23 jaar Maximale huurgrens € 452,20 < 23 jaar
Minimale huur per maand: Minimale huur per maand: Minimale huur per maand:
     
     
     
     
Aftoppingsgrens: Aftoppingsgrens: Aftoppingsgrens:
    1-2 persoonshuishouding € 647,19 (laag)
    3 > persoonshuishouding € 693,60 (hoog)
Maximaal gezamenlijk inkomen: Maximaal gezamenlijk inkomen: Maximaal gezamenlijk inkomen:
    Eenpersoons AOW : € 24.600
    Meerpersoons AOW : € 32.730
     
    Eenpersoons < AOW : € 23.250
    Meerpersoons < AOW : € 30.270
Vrijgesteld inkomen: Vrijgesteld inkomen: Vrijgesteld inkomen:
  Thuiswonend kind < 23 jaar : € 5.970 Thuiswonend kind < 23 jaar : € 5.432
Vermogensgrens: Vermogensgrens: Vermogensgrens:
  alleenstaand € 36.952 alleenstaand € 33.748
  Meerpersoons € 73.904 Meerpersoons € 67.496
     

Dashboard Huurtoeslag (Rijksoverheid)

Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
Sociale huurwoning Sociale huurwoning Sociale huurwoning
 
Maximaal inkomen € 47.699 (*1)
Maximaal inkomen € 44.035 (*1)
 
Maximaal inkomen € 52.671 (*2)
Maximaal inkomen € 48.625 (*2)
     
   
Minimaal 85% woningen tot inkomen  € 44.035 (*1)
   
Minimaal 85% woningen tot inkomen  € 48.625 (*2)
     
   
7,5% woningen inkomen >  € 44.035 (*1)
   
7,5% woningen inkomen >  € 48.625 (*2)
     
 
*1)  eenpersoonshuishoudens
*1)  eenpersoonshuishoudens
 
*2) meerpersoonshuishoudens
*2) meerpersoonshuishoudens
     
Maatwerk
Woningcorporaties krijgen daarnaast vanaf 2022 meer ruimte om lokaal maatwerk toe te passen op het moment dat daar behoefte aan is. Dit maakt het mogelijk om in gemeenten waar de druk op de woningmarkt groot is, alsnog een sociale huurwoning toe te wijzen aan bijvoorbeeld een leraar of verpleegkundige die een inkomen heeft net boven de vastgestelde inkomensgrens. De zogenoemde lokale vrije toewijzingsruimte was standaard 10%. Dit wordt 15% als daar behoefte aan is. Indien lokaal maatwerk niet noodzakelijk is, dan wordt de vrije toewijzingsruimte 7,5%.

Huurprijs

('Wet Betaalbare Huur' is aangenomen door Tweede Kamer op 25 april 2024 en door de Eerste Kamer op 25 juni 2024)
 
Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 (vanaf 1 juli) Boekjaar 2023
Laagsegment (= Sociale huurwoning)
Laagsegment (= Sociale huurwoning)
 
 
Woningen tot en met 143 punten
 
 
€ 879,66 per maand
 
     
Middensegment
Middensegment
 
 
Woningen van 144 tot en met 186 punten
 
 
€ 1.157,95 per maand
 
     
Hoogsegment
Hoogsegment
 
     
 
Bij woningen met meer dan 186 punten kunnen verhuurders nog steeds de huurprijs bepalen. Deze woningen vallen onder de vrije sector. Deze grenzen worden jaarlijks geïndexeerd op basis van inflatie.
 
     
  Formeel geldt het puntensysteem tot 250 punten, wat gelijk staat aan een kale huurprijs van € 1.572,20 per maand.  

Info Rijksoverheid, 25 juni 2024 "Wet betaalbare huur aangenomen en van kracht vanaf 1 juli 2024"

** menu **

10) ZORGVERZEKERINGWET

(deze verzekering bestaat sinds 01 januari 2006)
Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
  € 275,49 * 260 (SV-dagen) : € 71.628,00 € 257,52 * 260 (SV-dagen) : € 66.956,00
  of € 5.969,00 * 12 maanden : € 71.628,00 of € 5.579,66 * 12 maanden : € 66.956,00
     
  Inkomensafhankelijke bijdrage met verplichte werkgeversvergoeding: 6,57% Inkomensafhankelijke bijdrage met verplichte werkgeversvergoeding: 6,68%
  Inkomensafhankelijke zonder vergoeding: 5,32% Inkomensafhankelijke zonder vergoeding: 5,43%
     
    Berekening van de maximale premie:    Berekening van de maximale premie: 
  Hoog : € 71.628 * 6,57% : € 4.705,96 > € 4.706 Hoog : € 66.956 * 6,68% : € 4.472,66 > € 4.473
  (per maand : € 392,16 * 12 : € 4.705,96) (per maand : € 372,72 * 12 : € 4.472,66)
     
  Laag : € 71.628* 5,32% : € 3.810,61 > € 3.811 (bijv. DGA) Laag : € 66.956* 5,43% : € 3.635,71 > € 3.636 (bijv. DGA)
  (per maand : € 317.558 * 12 : € 3.810,61) (per maand : € 302,98 * 12 : € 3.635,71)
     

** menu **

11) VERPLICHT EIGEN RISICO IN DE ZORG

Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
€ 385,= per jaar € 385,= per jaar € 385,= per jaar
     

Het eigen risico voor zorgkosten wordt bevroren. In 2027 wordt het eigen risico gehalveerd tot € 165.

ZORGPREMIE

(Premie DSW)
Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
€ 1.902,00 per jaar. Gemiddeld € 158,50 per maand € 1.788,00 per jaar. Gemiddeld € 149,00 per maand € 1.650,00 per jaar. Gemiddeld € 137,50 per maand
+/+ € 114,00 per jaar / +/+ € 9,50 per maand > 6,38% +/+ € 138,00 per jaar / +/+ € 11,50 per maand > 8,36% +/+ € 117,00 per jaar / +/+ € 9,75 per maand > 7,63%
     
 
2025 : € 1.902,00 per jaar / € 158,50 per maand = 6,38% / eigen risico € 385 
2024 : € 1.788,00 per jaar / € 149,00 per maand = 8,36% / eigen risico € 385
2023 : € 1.650,00 per jaar / € 137,50 per maand = 7,63% / eigen risico € 385
2022 : € 1.533,00 per jaar / € 127,75 per maand = 2,61% / eigen risico € 385
2021 : € 1.494,00 per jaar / € 124,50 per maand = 5,51% / eigen risico € 385
2020 : € 1.416,00 per jaar / € 118,00 per maand = 5,36% / eigen risico € 385
2019 : € 1.344,00 per jaar / € 112,00 per maand = 4,19% / eigen risico € 385
2018 : € 1.290,00 per jaar / € 107,50 per maand = -/- 0,46% / eigen risico € 385
2017 : € 1.296,00 per jaar / € 108,00 per maand = 9,37%  / eigen risico € 385
2016 : € 1.185,00 per jaar / € 98,75 per maand = 3,95% / eigen risico € 385
2015 : € 1.140,00 per jaar / € 95,00 per maand =  / eigen risico € 375

** menu **

12) VERMOGEN (BOX 3)

(Box 3 bestaat sinds 01 januari 2001)
 
NIEUWE BEREKENING BOX 3 INKOMEN
 
  Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023 Boekjaar 2022
Spaargeld   1,03% 0,92% 0,00%
Beleggingen   6,04% 6,17% 5,53%
Schulden   2,47% 2,46% 2,28%
Drempel schulden   € 3.700 € 3.400 € 3.200
         
Belasting %: 36% 36% 32% 31%
         
 
Voorbeelden bij:
Spaargeld € 200.000 / Beleggingen € 150.000 / Schulden € 50.000
(zonder fiscale partner)
 
Spaargeld   € 200.000 * 1,03%: € 2.060 € 200.000 * 0,92%: € 1.840 € 200.000 * 0,00%: € 0
Beleggingen   € 150.000 * 6,04%: € 9.060 € 150.000 * 6,17%: € 9.255 € 150.000 * 5,53%: € 8.295
Schulden   € 50.000 -/- € 3.700 * 2,47%: € 1.144 € 50.000 -/- € 3.400 * 2,46%: € 1.147 € 50.000 -/- € 3.200 * 2,28%: € 1,068
Vrijstelling   € 57.000 € 57.000 € 50.650
         
Totaal fiscaal vermogen   € 303.700 (A) € 303.400 (A) € 303.200 (A)
    (€ 200.000  + € 150.000 -/- € 50.000 + €  3.700) (€ 200.000  + € 150.000 -/- € 50.000 + €  3.400) (€ 200.000  + € 150.000 -/- € 50.000 + €  3.200)
Grondslag rendementsberekening   € 9.976 (B) € 9.948 (B) € 7.227 (B)
    (€ 2.060  + € 9.060 -/- € 1.144) (€ 1.840 + € 9.255 -/- € 1.147) (€ 0 + € 8.295 -/- € 1.068)
Grondslag sparen & beleggen   € 246.700 (C) € 246.400 (C) € 252.550 (C)
    (€ 303.700 -/- € 57.000) (€ 303.400 -/- € 57.000) (€ 303.200 -/- € 50.650)
Voordeel sparen & beleggen   € 246.700 (C) / € 303.700 (A) = 81,23% € 246.400 (C) / € 303.400 (A) = 81,21% € 252.550 (C) / € 303.200 (A) = 83,29%
         
Totaal Box 3:    81,23% * € 9.976 (B) : € 8.103  81,21% * € 9.948 (B) : € 8.078  83,29% * € 7.227 (B) : € 6.019
Box 3 belasting:    € 8.103 * 36% : € 2.917  € 8.078 * 32% : € 2.584  € 6.019 * 31% : € 1.865
         
 
ONDERSTAAND DE OUDE BEREKENING BOX 3 INKOMEN
 
Het forfaitaire rendement bedroeg van 2001 tot en met 2016 : 4%. De vermogensrendementsheffing kwam hiermee uit op 1,2%.
Vanaf 2017 wordt gewerkt met diverse tarieven (sparen & beleggen) * een bepaald percentage.
 
Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
Vrijstelling BOX 3 Vrijstelling BOX 3 Vrijstelling BOX 3
Per 31 december 2024 / 1 januari 2025 Per 31 december 2023 / 1 januari 2024 Per 31 december 2022 / 1 januari 2023
€ 57.684 / € 115.368 € 57.000 / € 114.000 € 57.000 / € 114.000
     
Extra ouderentoeslag in Box 3: Extra ouderentoeslag in Box 3: Extra ouderentoeslag in Box 3:
Vervallen per 1 januari 2016 Vervallen per 1 januari 2016 Vervallen per 1 januari 2016
     
Vrijstelling voor uitvaartverzekering: Vrijstelling voor uitvaartverzekering: Vrijstelling voor uitvaartverzekering:
  € 8.665 € 7.913
     
Vrijstelling voor groene beleggingen: Vrijstelling voor groene beleggingen: Vrijstelling voor groene beleggingen:
  € 71.251 / € 142.502 € 65.072 / € 130.144
Extra heffingskorting 0,70% van de vrijstelling Extra heffingskorting 0,70% van de vrijstelling Extra heffingskorting 0,70% van de vrijstelling
     
Drempel schulden : Drempel schulden : € 3.700 Drempel schulden : € 3.400

TARIEF BOX 3

VRIJSTELLING BOX 3 VOOR BEREKENING EIGEN BIJDRAGE ZORGINSTELLING
 
Daarnaast zijn maatregelen getroffen om te voorkomen dat de verhoging (in 2021) van de box-3-vrijstelling doorwerkt naar de diverse inkomens- en vermogensafhankelijke regelingen, zoals de zorg- en kinderopvangtoeslag en de eigen bijdrage aan een zorginstelling.
Daartoe moeten mensen met een vermogen van meer dan € 36.952 (in 2024) aangifte inkomstenbelasting blijven doen voor box 3.
 
Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
Per 31 december 2024 / 1 januari 2025 Per 31 december 2023 / 1 januari 2024 Per 31 december 2022 / 1 januari 2023
  € 36.952 / € 73.904 € 33.748 / € 67.496
     

** menu **

13) SV DAGEN

SV-dagen 2025 SV-dagen 2024 SV-dagen 2023
JAN : JUL : JAN : 23 JUL : 23 JAN : 22 JUL : 21
FEB : AUG : FEB : 21 AUG : 22 FEB : 20 AUG : 23
MRT : SEP : MRT : 21 SEP : 21 MRT : 23 SEP : 21
APR : OKT : APR : 22 OKT : 23 APR : 20 OKT : 22
MEI : NOV : MEI : 23 NOV : 21 MEI : 23 NOV : 21
JUN : DEC : JUN : 20 DEC : 22 JUN : 22 DEC : 22
Totaal : xxx dagen Totaal : 262 dagen Totaal : 260 dagen
     
  Meer SV dagen berekeningen  

** menu **

14) DIVERSEN

Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
Werknemersverzekeringen maximaal Werknemersverzekeringen maximaal Werknemersverzekeringen maximaal
  € 275,49 * 260 (SV-dagen) : € 71.628,00 € 257,52 * 260 (SV-dagen) : € 66.956,00
  of € 5.969,00 * 12 maanden : € 71.628,00 of € 5.579,66 * 12 maanden : € 66.956,00
     
  Hoog: Hoog:
  basispremie WAO/WIA : 7,54% (+/+ 0,43%) basispremie WAO/WIA : 7,11% (+/+ 0,06%)
  bijdrage kinderopvang : 0,50 % bijdrage kinderopvang : 0,50 %
  Totaal: 8,04% Totaal: 7,61%
     
  Laag: Laag:
  basispremie WAO/WIA : 6,18% (+/+ 0,36%) basispremie WAO/WIA : 5,82% (+/+ 0,33%)
  bijdrage kinderopvang : 0,50 % bijdrage kinderopvang : 0,50 %
  Totaal: 6,68% Totaal: 6,32%
     
Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf)
     
  Vaste dienst : premie 2,64% Vaste dienst : premie 2,64%
  Flexwerkers : premie 7,64% Flexwerkers : premie 7,64%
     
     
Werkgevers betalen in 2024 minder ww-premie voor mensen in vaste dienst en meer voor flexwerkers Werkgevers betalen in 2023 minder ww-premie voor mensen in vaste dienst en meer voor flexwerkers Werkgevers betalen in 2022 minder ww-premie voor mensen in vaste dienst en meer voor flexwerkers
     
Franchise WW-AWf-premie: Franchise WW-AWf-premie: Franchise WW-AWf-premie:
vervallen per 01 januari 2013 vervallen per 01 januari 2013 vervallen per 01 januari 2013
     
Minimum gebruikelijk loon DGA: Minimum gebruikelijk loon DGA: Minimum gebruikelijk loon DGA:
  € 4.666,67 * 12 maanden : € 56.000,00  € 4.250,00 * 12 maanden : € 51.000,00
     
De regels over het gebruikelijk loon van de directeur-grootaandeelhouder worden aangescherpt. Voor DGA geldt bovendien ook dat de regels voor het bepalen van het gebruikelijk loon worden aangescherpt. De DGA mag het salaris voor de loonaangifte nu stellen op 75% van het loon van iemand in de ‘meest vergelijkbare dienstbetrekking’. In de Voorjaarsnota 2022 is al bepaald dat dit vanaf 2023 naar 85% moet zijn. In veel gevallen zal dit voor de DGA tot een hoger gebruikelijk loon leiden, en dus tot een hogere belastingrekening.
 
Werkkostenregeling (WKR) Werkkostenregeling (WKR) Werkkostenregeling (WKR)
 
1,92% tot € 400.000 (= € 7.680)
3,00% tot € 400.000 (= € 12.000)
 
1,18% boven € 400.000
1,18% boven € 400.000
  =fiscale loon =fiscale loon
 
(de vrije ruimte)
(de vrije ruimte)
     
** WKR (verplichting) is ingevoerd op 1 januari 2015 **
** WKR (verplichting) is ingevoerd op 1 januari 2015 **
** WKR (verplichting) is ingevoerd op 1 januari 2015 **
 

Baangerelateerde Investeringskorting (BIK)

 Investeringskorting voor bedrijven

Het kabinet stimuleert bedrijven om investeringen te doen met een nieuwe investeringskorting, de Baangerelateerde Investeringskorting. Deze tijdelijke regeling zorgt ervoor dat bedrijven ook in deze roerige tijden blijven investeren in bijvoorbeeld nieuwe machines. Bedrijven kunnen deze kosten verrekenen met hun loonheffing.

BIK wordt verder uitgewerkt

Details van de regeling worden verder uitgewerkt. Voor de aanvraag en uitvoering van de BIK werken Rijksdienst voor Ondernemers (RVO) en de Belastingdienst samen.

** menu **

15) ONDERNEMERS

Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
Oudedagsreserve Oudedagsreserve Oudedagsreserve
Vanaf 1 januari 2023 kunt u geen fiscale oudedagsreserve (FOR) meer vormen. Vanaf 1 januari 2023 kunt u geen fiscale oudedagsreserve (FOR) meer vormen. Vanaf 1 januari 2023 kunt u geen fiscale oudedagsreserve (FOR) meer vormen.
     

****
Zelfstandigenaftrek Zelfstandigenaftrek Zelfstandigenaftrek
€ 2.470 (-/- € 1.280) € 3.750 (-/- € 1.280) € 5.030 (-/- € 1.280)
     
     
     
     
    2024 : € 3.750 (-/- € 1.280)
  2025 : € 2.470 (-/- € 1.280) 2025 : € 2.470 (-/- € 1.280)
2026 : € 1.200 (-/- € 1.270) 2026 : € 1.200 (-/- € 1.270) 2026 : € 1.200 (-/- € 1.270)
2027 : € 900 (-/- € 300) 2027 : € 900 (-/- € 300) 2027 : € 900 (-/- € 300)
     
Startersaftrek Startersaftrek Startersaftrek
€ 2.123 € 2.123 € 2.123
     
MKB-winstvrijstelling MKB-winstvrijstelling MKB-winstvrijstelling
12,70% 13,31% 14,00%
     
Kleine Ondernemers Regeling (BTW) Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
  Bij maximale omzet van € 20.000 per jaar Bij maximale omzet van € 20.000 per jaar Bij maximale omzet van € 20.000 per jaar
       

 
 
Belasting op bestelauto’s voor ondernemers (BPM)
Het kabinet wil dat voor bestelauto’s dezelfde criteria voor belastingheffing gaan gelden als voor personenauto’s. 
 
De vrijstelling voor een bestelauto voor de ondernemer (ondernemersvrijstelling) wordt vanaf 1 januari 2025 afgeschaft. De hoogte van de belasting wordt straks bepaald door de CO2-uitstoot. Voor de inschrijving van bestelauto’s is daarmee voortaan bpm verschuldigd afhankelijk van de CO2-uitstoot.
 
Stimuleren verkoop milieuvriendelijke bestelauto’s en meer belastingopbrengst
De maatregelen leiden tot meer belastingopbrengst. Verder wil het kabinet met de maatregelen de verkoop van emissievrije of zeer zuinige bestelauto’s stimuleren. De vrijstelling geldt wel voor emissievrije auto's. Het afschaffen van de ondernemersvrijstelling draagt ook bij aan de vereenvoudiging van de autobelastingen. 
 

   ** menu **

16) SCHENK- EN ERFBELASTING

Vrijstelling: Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
ERFBELASTING      
Partner   € 795.156 € 723.526
Invalide kinderen   € 75.546 € 68.740
Kinderen / kleinkinderen   € 25.187 € 22.918
Ouder   € 59.643 € 54.270
       
SCHENKINGSRECHT      
Kinderen   € 6.633 € 6.035
Kinderen 18-40 jaar eenmalig   € 31.813 € 28.947
Kinderen 18-40 jaar eenmalig voor studie (*)   € 66.268 € 60.298
Kinderen 18-40 jaar eenmalig voor woning   n.v.t. € 28.947
Overige gevallen   € 2.658 € 2.418
       
De dag van de 40e verjaardag telt nog mee      
(*) minimaal € 20.000,- exclusief levensonderhoud      
 
Tariefgroepen: Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
Belaste verkrijging: € 0 - € 154.349 € 0 - € 152.368 € 0 - € 138.642
Partners en kinderen 10% 10% 10%
(achter) Kleinkinderen 18% 18% 18%
Overige verkrijgers 30% 30% 30%
Belaste verkrijging: € 154.349 en hoger € 152.368 en hoger € 138.642 en hoger
Partners en kinderen 20% 20% 20%
(achter) Kleinkinderen 36% 36% 36%
Overige verkrijgers 40% 40% 40%
 
Wat is schenken op papier?
Bij een schenking op papier legt u op papier vast dat u iemand over een bepaalde tijd een bedrag geeft. Bijvoorbeeld omdat u het geld nu nog niet kunt missen. Of omdat het 'vastzit' in uw huis. Een schenking op papier heet in notariële akten vaak een 'schuldigerkenning uit vrijgevigheid'.
 
Als u zich aan een aantal regels houdt, kan schenken op papier voordelig zijn. Daarom maken vooral ouders hiervan gebruik om hun vermogen over te dragen op hun kinderen. Het bedrag dat de ouders op papier schenken, telt namelijk niet mee met hun erfenis. De kinderen betalen daardoor minder erfbelasting.
 
De schenkers moeten wel zorgen dat zij:
    de schenking door een notaris laten vastleggen, dat moet bij elke volgende schenking opnieuw;
    over het geschonken bedrag elk jaar minstens 6% rente betalen aan de ontvanger. U moet rente betalen, omdat wij de schenking op papier zien als een schuld. De ontvanger heeft uw schenking als het ware direct weer aan u terug geleend;
 
Wel aangifte schenkbelasting doen
De ontvanger moet aangifte schenkbelasting doen van het bedrag van de schenking op papier, als:
 
   het bedrag hoger is dan € 6.633 (=2024) als u de schenking van uw ouders krijgt;
   het bedrag hoger is dan € 2.658 (=2024) als u de schenking van iemand anders krijgt;
 
Aangifte schenkbelasting doen kan online op Mijn Belastingdienst.
 
Aangiften voor schenkingen in 2024 moeten vóór 1 maart 2025 bij ons binnen zijn.
 
De schenker en de ontvanger geven een schenking op papier allebei op in de aangifte inkomstenbelasting
Omdat uw schenking een schuld is, geeft u die op in uw aangifte inkomstenbelasting. U betaalt daardoor als schenker minder belasting over uw vermogen. U gaat daarbij uit van de waarde van de schuld op 1 januari.
 
De ontvanger vult het bedrag van de schenking in bij 'uitgeleend geld en andere vorderingen' in de aangifte. De ontvanger houdt ook de waarde van de vordering op 1 januari aan.
 
Wilt u de schenking tijdens uw leven uitbetalen?
Bijvoorbeeld na verkoop van uw huis? Dan hoeft u niet naar de notaris. Een onderhandse akte is voldoende voor de inkomstenbelasting. Maar voor de erfenis is het geen erkende schuld. Uw kinderen hebben dan niet het voordeel dat ze minder erfbelasting betalen na uw overlijden.
 
****
 
Erfgenaam en aansprakelijkheid
 Erfgenamen kunnen nu tot maximaal het bedrag van hun erfenis aansprakelijk gesteld worden voor naheffings- en navorderingsaanslagen en aansprakelijkheidsschulden die pas zijn opgekomen na het overlijden van de erflater. De Belastingdienst mist daardoor soms verhaalsmogelijkheden, omdat mensen hun vermogen vlak voor hun overlijden wegschenken. De erfgenaam heeft dan geen of slechts een kleine erfenis ontvangen. De aansprakelijkheid wordt daarom uitgebreid met het bedrag van schenkingen die kort (tot 180 dagen) voor het overlijden van de erflater zijn ontvangen.
 
De uitbreiding van de aansprakelijkheid geldt niet voor schenkingen die zijn vrijgesteld van schenkbelasting.
 
Deze wijziging ging vanaf dinsdag 18 september 2018 (15.15 uur) gelden
 

** menu **

17) KANSSPELBELASTING

Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
34,2% (+/+ 3,70%)
30,5% (+/+ 1,00%)
29,5%
Waarde auto's : 85% van de cataloguswaarde Waarde auto's : 85% van de cataloguswaarde Waarde auto's : 85% van de cataloguswaarde
Vrijstelling: Vrijstelling: Vrijstelling:
Waarde van de prijs < € 450 Waarde van de prijs < € 450 Waarde van de prijs < € 450
Inleg is groter of gelijk aan gewonnen prijs Inleg is groter of gelijk aan gewonnen prijs Inleg is groter of gelijk aan gewonnen prijs
     
Kansspelbelasting gaat naar 37,8% in 2026.

** menu **

18) OVERDRACHTSBELASTING

Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
Woningen (35 jaar en ouder)
2%
Woningen (35 jaar en ouder)
2%
Woningen (35 jaar en ouder)
2%
     
Woningen (starters van 18 t/m 34 jaar)
0%
Woningen (starters van 18 t/m 34 jaar)
0%
Woningen (starters van 18 t/m 34 jaar)
0%
De vrijstelling geldt alleen voor woningen onder de € 525.000
De vrijstelling geldt alleen voor woningen onder de € 510.000
De vrijstelling geldt alleen voor woningen onder de € 440.000
     
Woningen (niet hoofdbewoner)
8,00%
Woningen (niet hoofdbewoner)
10,4%
Woningen (niet hoofdbewoner)
10,4%
Bijvoorbeeld Beleggers Bijvoorbeeld Beleggers Bijvoorbeeld Beleggers
     
Bedrijfspanden
8,00%
Bedrijfspanden
10,4%
Bedrijfspanden
10,4%
     

** menu **

19) MINIMUMLOON & AOW

(Alle genoemde bedragen zijn 'bruto') Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
(Rode bedragen zijn netto) per 1 juli per 1 januari per 1 juli per 1 januari per 1 juli per 1 januari
Minimumloon:     2.133,60 2.069,40 1.995,00 1.934,40
(21 jaar en ouder)     + 3,10% + 3,73% + 3,13% + 10,15%
             
Minimumuurloon:
(bij 36 uur per week)
    13,68 13,27 12,788 12,400
             
AOW 70%:     1.564,25 1.536,03 1.453,15 1.425,80
      + 1,84% + 5,70% + 1,92% + 8,96%
tegemoetkoming:     5,50 5,50 5,00 5,00
Totaal:     1.569,75 1.541,53 1.458,15 1.430,80
-/- bijdrage Zvw:     -/- € 83,51 -/- € 82,00 -/- € 79,17 -/- € 77,69
NETTO met heffingskorting:     1.486,24 1.459,53 1.378,98 1.353,11
vakantiegeld:     78,34 76,20 76,08 71,77
             
AOW 50%:     1.061,97 1.042,10 988,16 968,86
      + 1,91% + 5,46% + 1,99% + 9,13%
tegemoetkoming:     5,50 5,50 5,00 5,00
Totaal:     1.067,47 1.047,60 993,16 973,86
-/- bijdrage Zvw:     -/- € 56,78 -/- € 55,73 -/- € 53,92 -/- € 52,88
NETTO met heffingskorting:     1.010,69 991,87 939,24 920,98
vakantiegeld:     55,96 54,44 54,34 51,25
             
 

20) VENNOOTSCHAPSBELASTING

Tariefgroepen: Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
t/m € 200.000     19,00%
t/m € 200.000   19,00%  
t/m € 200.000 19,00%    
       
       
vanaf € 200.000     25,80%
vanaf € 200.000   25,80%  
vanaf € 200.000 25,80%    
       
Onbeperkt voorwaarts verliezen verrekenen in de Vennootschapsbelasting
 
Eerst carry back, dan carry forward
Een verlies wordt eerst verrekend met de winst van het voorgaande jaar. Pas daarna verrekent u het verlies met de winsten van de toekomstige jaren.
 
Vanaf 2022: nieuwe regels carry forward
Tot en met 2021 was de termijn voor voorwaartse verliesverrekening (carry forward) zes jaar. Deze termijn vervalt. Verliezen uit boekjaren die beginnen op 1 januari 2013 of later, zijn onbeperkt voorwaarts verrekenbaar.
 
Er kan wel een maximum gelden voor het bedrag van de verrekening met winsten van de jaren 2022 en verder. Voor verrekening met de winsten van 2021 en eerder, geldt het maximum niet.
 
Is uw belastbare winst in 2022 of latere jaren € 1.000.000 of lager? Dan kunt u verliezen uit voorgaande jaren verrekenen tot maximaal het bedrag van uw belastbare winst.
 
Is uw winst hoger dan € 1.000.000? Dan mag u in elk geval € 1.000.000 gebruiken voor verliesverrekening. Van de resterende winst mag u 50% gebruiken voor verliesverrekening.
 
Verliezen uit 2011 en 2012
Voor verliezen uit 2011 en 2012 gold een verrekentermijn van 9 jaar. Deze termijn blijft in stand. Het verlies uit 2011 verdampt dus per eind 2020. Het verlies uit 2012 verdampt per eind 2021.

** menu **

21) TARIEF BOX 2

AANMERKELIJK BELANG

U hebt een aanmerkelijk belang als u, eventueel samen met uw fiscale partner, direct of indirect minimaal 5% in aandelen, winstbewijzen, genotsrechten en stemrecht.
oekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
tot en met € 67.804 : 24,50% tot en met € 67.000 : 24,50% 26,90%
boven de € 67.804 : 31,00% boven de € 67.000 : 33,00%  
     
Tarief en excessief lenen bij eigen vennootschap
Nog een 'fiscale maatregel tegen familiebedrijven' die MKB-Nederland een doorn in het oog is: om excessief lenen bij de eigen vennootschap door aanmerkelijkbelanghouders tegen te gaan is in juni 2020 een wetsvoorstel ingediend om schulden boven € 500.000 te belasten als fictief voordeel in box 2.

** menu **

22) AUTO ZAKEN

Bij meer dan 500 privé kilometer
Bijtelling: Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
  (Nieuw toegelaten in 2025) (Nieuw toegelaten in 2024) (Nieuw toegelaten in 2023)
       
> 0 CO2-uitstoot per km   16% 16%
> meer dan 0 CO2-uitstoot per km   22% 22%
       
 
Hoe lang geldt het verlaagde percentage?
Valt u in het verlaagde bijtellingspercentage (16% =2023)? Dat percentage geldt voor een periode van 60 maanden. Deze periode gaat in op de 1e dag van de maand die volgt op de maand van eerste toelating. Is die datum bijvoorbeeld 7 maart, dan start de 60-maandsperiode dus op 1 april. Direct na afloop van de periode van 60 maanden wordt het percentage opnieuw vastgesteld aan de hand van de regels die op dat moment gelden.
 
Direct na afloop van de periode van 60 maanden wordt het percentage opnieuw vastgesteld aan de hand van de regels die op dat moment gelden.
 
Hoe wordt de datum van de eerste toelating bepaald?
Als datum van de eerste toelating geldt de datum waarop de auto voor het eerst in gebruik is genomen. Dat kan in Nederland zijn, maar ook in het buitenland. Bij nieuwe auto’s valt dit moment samen met de datum waarop voor het eerst een kenteken is afgegeven. Maar dit hoeft niet altijd zo te zijn, bijvoorbeeld bij import van gebruikte auto’s.
 
Elektrische auto’s krijgen eerst minder en daarna geen korting meer op de motorrijtuigenbelasting.
In 2025 geldt 75% korting en in 2026 gaat de korting naar 25% en uiteindelijk in 2030 is dit voordeel / deze korting verdwenen.
 
 Omdat elektrische auto’s door de accu’s vaak zwaarder zijn dan benzineauto’s, zullen bezitters van een elektrische auto meer motorrijtuigenbelasting gaan betalen dan mensen met een vergelijkbare benzineauto.
 
  Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
Elektrisch:      
<   16% (< € 30.000) 16% (< € 30.000)
Waarde boven   22% (Waarde boven € 30.000) 22% (Waarde boven € 30.000)
       
Waterstof: 16% 16% 16%
       
 
BRANDSTOFACCIJNS
Prijzen exclusief voorraadheffing Boekjaar 2025
Periode 01/01/25 t/m 31/12/25
Boekjaar 2024
Periode 01/01/24 t/m 31/12/24
Boekjaar 2023
Periode 01/07/23 t/m 31/12/23
  Inclusief 21% BTW Exclusief BTW Inclusief 21% BTW Exclusief BTW Inclusief 21% BTW Exclusief BTW
Benzine
€ 0,95481 (+ € 0)
€ 0,78910
€ 0,95481 (+ € 0)
€ 0,78910
€ 0,95481 (+ € 0,16745)
€ 0,78910
Diesel
€ 0,62466 (+ € 0)
€ 0,51625
€ 0,62466 (+ € 0)
€ 0,51625
€ 0,62466 (+ € 0,11954)
€ 0,51625
LPG (1 liter = 0,54kg)
€ 0,22525 (+ € 0)
€ 0,18616
€ 0,22525 (+ € 0)
€ 0,18616
€ 0,22525 (+ € 0,03949)
€ 0,18616
LPG (1 kilogram)
€ 0,41714 (+ € 0)
€ 0,34474
€ 0,41714 (+ € 0)
€ 0,34474
€ 0,41714 (+ € 0,07314)
€ 0,34474
   
Verlagen accijns op benzine en diesel met 21% per 1 april 2022 tot en met 30 juni 2023.
Het kabinet stelt voor de accijns op benzine en diesel tijdelijk te verlagen met 21%. Als gevolg daarvan daalt het accijnstarief van benzine met 17,3 cent per liter en het accijnstarief van diesel met 11,1 cent. De verlaging van de accijnzen geldt voor negen maanden en leidt tot een budgettaire derving van 1.026 miljoen euro.
Bron: Rijksoverheid vrijdag 11 maart 2022
 
De vorige week aangekondigde verlaging van de accijns op benzine en diesel per 1 april gaat ook gelden voor LPG en LNG. Dit heeft staatssecretaris van Rij vandaag toegezegd in een debat met de Tweede Kamer.
Vorige week werd al bekend dat de accijns op benzine en diesel per 1 april 2022 tot het einde van het jaar wordt verlaagd met respectievelijk 17,3 cent en 11,1 cent per liter. Ook de accijns op LPG (waaronder vloeibaar propaan en butaan) en LNG wordt met 4,1 cent per liter verlaagd.
Bron: Rijksoverheid donderdag 17 maart 2022
  
Prijzen exclusief voorraadheffing Vanaf 1 april 2022
Periode 01/04/22 t/m 30/06/23
Korting vanaf 1 april  2022
Periode 01/04/22 t/m 30/06/23
 
  Inclusief 21% BTW Exclusief BTW Inclusief 21% BTW Exclusief BTW Korting bij 45 liter (incl btw)  
Benzine
€ 0,78736
€ 0,65071
21% * € 0,99669
= € 0,20933
21% * € 0,82371
= € 0,17300
€ 9,4185
 
Diesel
€ 0,50513
€ 0,41746
21% * € 0,63944
= € 0,13431
21% * € 0,52846
= € 0,11100
€ 6,0426
 
LPG (1 liter = 0,54kg)
€ 0,18576
€ 0,15352
21% * € 0,23513
= € 0,04937
21% * € 0,19432
= € 0,04080
€ 2,2217
 
LPG (1 kilogram)
€ 0,34400
€ 0,28429
       

** menu **

22A) FIETS VAN DE ZAAK

  Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
Fiets bijtelling:   7% 7%
 
Omzetbelasting en fiets van de zaak
Goedgekeurd is dat als de inkoopprijs van de aan de werknemer verstrekte fiets na aftrek van de eigen bijdrage van de werknemer hoger is dan € 749 inclusief btw, de aftrek van btw uitgesloten is voor het bedrag dat uitkomt boven € 749. Tot de grens van € 749 inclusief btw komt de btw volledig voor aftrek in aanmerking (mits de ondernemer volledig aftrekgerechtigd is).  Ofwel maximaal € 130 omzetbelasting (€ 619,- + € 130,- (= 21%) : € 749,-).
 
Loon in natura en fiets van de zaak
De bijtelling voor het privégebruik van de fiets is loon in natura. U telt jaarlijks 7% bij het loon van de werknemer. U moet daarover loonbelasting/premie volksverzekeringen inhouden, premies werknemersverzekeringen betalen en de werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (Zvw) betalen of de bijdrage Zvw inhouden.
 
Aanwijzen als eindheffingsloon
De bijtelling mag u ook aanwijzen als eindheffingsloon. Het bedrag komt ten laste van de vrije ruimte. Daarboven betaalt u 80% eindheffing.
 
Eigen bijdrage fiets van de zaak
De eigen bijdrage die de werknemer betaalt vanuit zijn nettoloon mag u in mindering brengen op de bijtelling. Het saldo van de bijtelling privégebruik fiets en de eigen bijdrage voor privégebruik van de werknemer mag op kalenderjaarbasis niet negatief zijn. 

** menu **

23) ENERGIEBELASTING (EB) (Milieubelastingen)

Vanaf 2015 is de 'Belastingvermindering EB per aansluiting' voor ruimten zonder verblijfsfunctie, zoals de algemene ruimten van een appartementencomplex, afgeschaft.

" " = positief voor portemonnee Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
" " = negatief voor portemonnee Inclusief btw 21% Exclusief btw Inclusief btw 21% Exclusief btw Inclusief btw 21% / 9% Exclusief btw
Belastingvermindering EB per aansluiting
           
Per jaar : € 635,19 € 524,95 € 631,39 € 521,81 € 596,85 € 493,27
Per dag (/365): € 1,74024   € 1,72511 € 1,42571 € 1,63521 € 1,35140
(2024 = 366 dagen) +/+ € 3,80   +/+ € 34,54   -/- € 227,92  
GAS (per m3):
           
(0 - 170.000) € 0,699622 € 0,57820 € 0,705442 € 0,583010 € 0,592660 € 0,489802
             
             
Opslag Duurzame Energie: € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0
(0 - 170.000)            
             
Totaal overheidsheffingen (Gas): € 0,699622 € 0,57820 € 0,705442 € 0,583010 € 0,592660 € 0,489802
  -/- € 0,005820   +/+ € 0,112782   +/+ € 0,048499  
  = -/- 0,88%   = +/+ 19,03%   = +/+ 8,91%  
ELEKTRICITEIT (per kWh):
           
(0 - 10.000) € 0,122815 € 0,10150 € 0,131648 € 0,108800 € 0,152450 € 0,125992
             
             
Opslag Duurzame Energie: € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0
(0 - 10.000)            
             
Totaal overheidsheffingen (Elektra): € 0,122815 € 0,10150 € 0,131648 € 0,108800 € 0,152450 € 0,125992
  -/- € 0,008833   -/- € 0,020802   +/+ € 0,071029  
  = -/- 6,71%   = -/- 13,65%   = +/+ 87,24%  
DRINKWATER (per m3:
           
(laag % omzetbelasting)            
Belasting op leidingwater:     € 0,4578 € 0,420 € 0,416 € 0,382
             
Totaal overheidsheffingen:     € 0,4578 € 0,420 € 0,416 € 0,382
      (+/+ € 0,0418)   (+/+ € 0,02507)  
      = +/+ 10,05%   = +/+ 6,41%  
             
 
Verlagen BTW op energie van 21% naar 9% per 1 juli t/m 31 december 2022
Deze maatregel gold voor een periode van zes maanden. Door deze maatregel daalde de energierekening met 10%. Voor een huishouden met een gemiddeld verbruik leverde dit een verlaging van de energierekening in 2022 op van ongeveer 140 euro (ruim 20 euro per maand).
 
Bron: Rijksoverheid vrijdag 11 maart 2022
 
 
LEVERINGSKOSTEN Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
Leveringskosten bij een gemiddeld huishoudelijk verbruik, inclusief omzetbelasting)
Per jaar:
Per dag:
(365 dagen)
Per jaar:
Per dag:
(366 dagen)
Per jaar:
Per dag:
(365 dagen)
" " = positief voor portemonnee            
" " = negatief voor portemonnee            
ELEKTRICITEIT            
             
Liander € 455,74 € 1,248599 € 400,92 € 1,095410 € 346,39 € 0,949003
(1-fase > 1 x 10A en 3 fasen t/m 3 x 25A bemeten) +/+ € 54,82 (13,67%)   +/+ € 54,53 (15,74%)   +/+ € 70,71  
             
Leverancier (*)         € 77,88 € 0,21323
          (= Essent)  
             
GAS            
Liander (t/m 10 (n)m3/h) € 239,46 € 0,656062 € 247,16 € 0,675301 € 240,17 € 0,657998

(jaarverbruik 500 t/m 4000 (n)m3/jaar)

-/- € 7,70 (3,11%)   +/+ € 6,99 (2,91%)   +/+ € 39,97  
             
Leverancier (*)         € 77,88 € 0,21323
          (= Essent)  
             
Totale Liander kosten: € 695,20   € 648,08   € 586,56  
  +/+ € 47,12 (7.27%)   +/+ € 61,52 (10,49%)   +/+ € 110,68 (23,26%)  
(*) tarief kan per leverancier verschillen            

ENERGIETOESLAG 2022 & 2023

Het wetsvoorstel 'Eenmalige energietoeslag lage inkomens' is op dinsdag 12 juli 2022 aangenomen door de Eerste Kamer. De energietoeslag is een vorm van categoriale bijzondere bijstand. De gemeente heeft de beleidsvrijheid om te bepalen hoe zij de energietoeslag precies vormgeeft.
 
Handreiking en modelteksten Energietoeslag
In opdracht van het ministerie van SZW heeft Stimulansz een handreiking Energietoeslag samengesteld en modelbeleidsregels, modelbeschikkingen en -brieven en een modelaanvraagformulier geschreven. Om te zorgen dat gemeenten de energietoeslag zoveel mogelijk op een eenvoudige en uniforme wijze uitvoeren heeft het ministerie van SZW in overleg met de VNG een richtlijn voor de uitvoering gemaakt.
In onderstaande documenten wordt deze richtlijn gevolgd.
 
Handreiking energietoeslag versie 6
In deze handreiking versie 6 is de verhoging van het richtbedrag van de energietoeslag met € 500 naar in totaal € 1.300 (€ 800 + € 500) opgenomen. De handreiking bevat ook informatie over de wijziging in de looptijd van de regeling en de verhoging van het budget voor de gemeenten. Ook is een toelichting van het ministerie van SZW over ondersteuning aan studenten met hoge energiekosten opgenomen.
Ook de modelbeleidsregels, – beschikkingen en het modelaanvraagformulier energietoeslag zijn aangepast.
 
Handreiking eenmalige energietoeslag, Versie 6, dinsdag 19 juli 2022

** menu **

27) VLIEGBELASTING

(hernieuwde vliegbelasting bestaat sinds 01 januari 2021)
 

Het kabinet gaat per 1 januari 2021 een vliegbelasting invoeren. De eerder voorgestelde vliegbelasting voor vrachtverkeer gaat niet door, na aanvullend onderzoek op verzoek van de Tweede Kamer.

(Bron: Rijksoverheid, vrijdag 13 november 2020)

 
Vliegbelasting / Vliegtaks Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
(Per vertrekkende passagier)      
Nederland € 29,05 € 26,430
       
Op dit moment wordt een vast tarief aan vliegbelasting gerekend ongeacht de duur of de afstand van de vlucht. Met ingang van 2027 zal de hoogte van de vliegbelasting afhankelijk zijn van de afstand die wordt afgelegd.

 Vliegbelasting in andere landen 

** menu **

24) EIGEN BIJDRAGE CAK (Centraal Administratie kantoor)

Zorg Zwaarte Pakketten (ZZP)

  Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
  Hoge eigen bijdrage Lage eigen bijdrage Hoge eigen bijdrage Lage eigen bijdrage Hoge eigen bijdrage Lage eigen bijdrage
             
Per maand (maximaal):     2.887,40 € 1.052,20 2.652,40 € 966,60
Per maand (minimaal):     0 € 200,40 0 € 184,00
             
Aftrek persoonlijke kosten bij berekening eigen bijdrage:
  Alleenstaanden: Gehuwden: Alleenstaanden: Gehuwden: Alleenstaanden: Gehuwden:
             
Aftrek persoonlijke kosten:

Zak- en kleedgeld:

    4.167,00 6.482,00 4.092,00 6.366,00
             
Aftrek (niet-) pensioengerechtigde leeftijd:
Pensioengerechtigd:     1.220,00 2.440,00 1.121,00 2.242
Niet-pensioengerechtigd:     2.183,00 4.366,00 2.006,00 4.012,00
             
Aftrek premie zorgverzekering:
Standaard premie:     1.749,00   1.705,00  
Inkomensafhankelijke bijdrage:     zie salaris opgave   zie salaris opgave  
             
Inkomens vrijstellingsgrens:
Heb in jaar AOW-leeftijd bereikt     10.028,00 11.766,00 9.847,00 11.590
Heb in jaar nog niet AOW-leeftijd bereikt     7.555,00 15.281,00 7.446,00 15.119
             
Mijn beschikbaar inkomen is lager dan de vrijstellingsgrens : Dan geldt er geen aftrek.
Mijn beschikbaar inkomen is hoger dan de vrijstellingsgrens : Dan trekken wij 25% van uw beschikbaar inkomen boven de vrijstellingsgrens af.
 
Maximale korting niet-AOW gerechtigde leeftijd op (gezamenlijk) vermogen:
      10.850,00 21.700,00 10.710,00 21.420,00
             

Meer info : www.hetcak.nl

Brochure CAK 2021

Wat is de aftrek van het beschikbaar inkomen (CAK)?

** menu **

26) REGELING VOOR VERVROEGDE UITTREDING (RVU)

Als uitvloeisel van de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen is met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2021 in de Wet op de loonbelasting een drempelvrijstelling voor regelingen voor vervroegde uittreding (RVU) opgenomen. De vrijstelling geldt voor uitkeringen tot een bedrag gelijk aan het gebruteerde netto-ouderdomspensioen per maand volgens de Algemene Ouderdomswet.

In verband met de indexeringsvoorschriften is het aanvankelijk in de wet opgenomen bedrag van € 1.767 vervangen door € 1.847  (= 2021).

zie ook artikel 346

  Boekjaar 2025 Boekjaar 2024 Boekjaar 2023
       
Per maand   € 2.182 € 2.037
Per jaar   € 26.184 € 24.444

** menu **

  Wijzigingen Belastingheffing per 01 januari 2024 (MvF)

25) FISCALE EN SOCIALE VERZEKERINGEN INFORMATIE IN SCHEMA'S

Bron : Telegraaf, zaterdag 31 december 2023
 
Bron : Telegraaf, zaterdag 31 december 2023

** menu **

 ** PepMarken **  PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken ** PepMarken **  PepMarken ** PepMarken  **  PepMarken ** PepMarken **